Van beatmis naar rappreek
Dit artikel schetst hoe de kerk een amechtige poging doet om jongeren met behulp van evementen en uitstapjes aan zich te binden. Het verscheen in juli 1999 in 0/25, een vakblad voor iedereen die werkt met de jeugd. © Maartje Luif
Van beatmis naar rappreek
Kerken doen van alles om jongeren te trekken. Ze organiseren uitstapjes, concerten, festivals, jongerencafé’s en tienerdiensten. Met rap, grunge, websites en straight preachin brengen ze de Boodschap. Maar verstaan jongeren die boodschap nog wel met rock op de achtergrond en oogverblindende graphics op de voorgrond? Hoe jong, gezellig en flitsend moet de kerk worden, wil de jeugd zich overgeven aan God?
Niet alleen hebben de kerken het moeilijk om opgroeiende jongeren in de kerkbanken te krijgen, het is zeker zo lastig om hen in de banken te houden. Nog steeds rekent zo’n 60 procent van de Nederlandse bevolking zich tot een van de vele kerken (CBS, 1997), maar bijna de helft van de groep onder de 24 jaar is niet-kerkelijk. In een poging die te bereiken, proberen kerken ze aan te spreken op hun event-mentaliteit en brengen ze het Woord in het ritme van allerlei moderne muziekstijlen.
Voor kleine kinderen organiseren kerken van oudsher noodgedwongen activiteiten of nevendiensten, simpelweg omdat kinderen moeilijk hun mond kunnen houden en omdat normale diensten vaak te lang duren en te ingewikkeld zijn. Maar het blijkt een stuk gemakkelijker om de kleintjes bezig te houden, dan voor de tieners iets leuks te organiseren.
‘Naast het misdienaarschap biedt de kerk jongeren weinig’, vindt de 17-jarige Christiaan Visser. Hij is acoliet (oudere misdienaar) in de rooms-katholieke kerk De Goede Herder in Buitenveldert. Van Christiaan hoeft de kerk niet verweven te worden met jeugdliefhebberijen zoals tv, festivals en muziek. ‘Maar activiteiten vind ik wel leuk. We zijn bijvoorbeeld met de kerk naar Walibi geweest. Daar hoefde het ook niet de hele tijd over het geloof te gaan. Ik merkte dat het veel indruk maakte op mijn vrienden. Hun monden vielen open van verbazing toen ze hoorden dat wij met de kerk naar een pretpark gingen.’
Veel dominees en predikanten bevestigen dat ze ‘worstelen’ met tieners. Duncan Wielzen, pastoraal medewerker van de katholieke kerk De Nieuwe Stad in de Amsterdamse Bijlmer, excuseert zich veelvuldig wanneer hem gevraagd wordt naar activiteiten voor jongeren. ‘Ik moet eerlijk toegeven dat we nog niet weten hoe we de groep ouder dan 10 jaar moeten bereiken.’
Tijdvulling
Volgens Loes Zigler (14) zijn al die activiteiten voor jongeren vrij zinloos. ‘Ik denk dat jongeren die echt religieus zijn ook komen als er geen activiteiten zijn. Die hebben het vaak van huis uit meegekregen.’
Loes gaat iedere week naar de sjoel en is lid van de joodse jeugdvereniging Bné Akiwa. Ze is religieus en vindt de sjoeldiensten belangrijk. Het valt haar op dat veel jongeren zich alleen laten zien als de vereniging iets leuks organiseert. ‘Ze gaan dan wel mee op kamp of zo, maar tijdens de sjoeldiensten zie je ze niet.’
Als middel om jongeren te binden, werkt de activiteitenstrategie dus niet feilloos. Maar als mogelijkheid voor jongeren om gezamenlijk iets te ondernemen en het gezellig te hebben werkt de methode des te beter. Gezelligheid is voor Loes een van de belangrijkste redenen om naar de sjoel te gaan. ‘Ik ga naar de dienst op zaterdagochtend en ’s middags naar de vereniging. In iedere sjoel ken ik wel mensen en heb ik vrienden of familie.’ Een andere reden is dat Loes het leuker vindt de sjoel te bezoeken dan thuis een boek te lezen. ‘Verder mag je niets doen op zaterdag, je mag geen tv kijken en zo, dus is het ook een manier om de tijd te vullen.’ Toch zijn vrienden en kennissen en de dreiging van een saaie dag niet de enige reden voor sjoelbezoek, ‘Ik vind het ook leuk. Het bidden, in de Thora lezen, de kidoesj na afloop met een klein glaasje wijn en gebak en zo. Ik vind: je gaat naar de sjoel om te bidden en niet om te spelen.’
‘Protestants, denk ik’
Petra van den Hoed (15) gaat van kinds af aan naar de kerk van de Pinkstergemeente. Ze heeft onlangs besloten zich te laten dopen. ‘Ik wil me helemaal aan Jezus geven.’ Petra zou het leuk vinden als de kerk meer concerten of sportevenementen zou organiseren. Maar: ‘Onze kerk doet eigenlijk al genoeg voor jongeren. Er zijn sporttoernooien, met kerstmis gingen we samen eten en iedere vrijdagavond is er de tienerclub. Dan doen we spelletjes, daarna bijbelstudie, zingen en met elkaar praten. We dragen zelf thema’s aan waar we het over willen hebben.’ Ook de zondagsdienst bezoekt Petra iedere week trouw. ‘Ik ga altijd. Het is niet saai, meestal is de preek heel interessant.’ Maar ook voor Petra komt het voor een groot deel aan op de gezelligheid. ‘Ik ken ontzettend veel mensen daar.’
Vastberadenheid om haar leven te geven aan Jezus valt niet te bespeuren bij de 16-jarige Marjolijn Blits. Ze gaat regelmatig naar diensten van de Samen op Weg-Gemeente maar ‘als ik wil uitslapen, doe ik dat’. Over haar geloof zegt ze: ‘Ik geloof niet alles wat in de bijbel staat, maar wel in God. Denk ik. Bij welke kerk ik hoor? Protestants, denk ik.’ Naast 12+ diensten en catechisatie organiseert de kerk af en toe diensten met aansluitend eten. Binnenkort is er een fietstocht. ‘Naar dat soort activiteiten ga ik ook wel eens. Ik doe dat een beetje omdat mijn moeder dat leuk vindt, maar ik vind het zelf ook gezellig. Op die bijeenkomsten gaat het nauwelijks over het geloof. We zijn dan meer kennissen onder elkaar en praten over dingen zoals wat we het afgelopen weekend gedaan hebben. Ik bedenk nu ook ineens dat er voor het eten laatst niet eens gebeden is.’
Gezelligheid is kennelijk een belangrijke drijfveer voor tieners om naar de kerk te gaan. Maar voor Joost (16) was de gezelligheid van de donderdagavondclubjes van de gereformeerde kerk niet voldoende om bij de kerk te blijven. Sinds drie jaar gaat hij niet meer naar de kerk. ‘Die avonden waren best leuk, het ging nauwelijks over God, maar het interesseert me allemaal niet genoeg meer. Ik geloof niet, geloof ik.’ Joost vond het wel leuk om met de kerk op kamp te gaan. ‘Maar ik zou er geen dag langer om geloven.’
Alle activiteiten ten spijt, veel jongeren lijken te denken als Joost. De leuke dingen pikken ze mee, zonder dat God één stap dichterbij komt met een weekje kamperen of een duurbetaald uitstapje. De cijfers spreken in dat opzicht boekdelen. Jongeren rekenen zich steeds minder vaak tot een kerk, maar muziekfestivals zoals EO-jongerendag, het Flevo Totaal Festival en het Amsterdamse X-treme-evenement trekken ieder jaar weer meer bezoekers. Dit jaar verwacht de organisatie van de EO-jongerendag ruim 55.000 toeschouwers in de Arena, een recordaantaL Het Flevo Totaal Festival ziet er in augustus op het vierdaags festival meer dan tienduizend tegemoet.
‘Lekker vrijblijvend’
Vincenza la Porta van Youth For Christ, de belangrijkste organisator van het Flevo Totaal Festival, denkt dat het bezoeken van zo’n festival ‘lekker vrijblijvend’ is. ‘Aansluiting bij een kerkgenootschap is voor veel jongeren een te grote stap, denk ik.’
Toch is voor veel niet-gelovigen de drempel erg hoog om naar zo’n uitgesproken religieus evenement te gaan. En aangezien de doelstelling van Youth for Christ nog altijd evangelisatie is, vormt die groep een probleem. Er komen voornamelijk jongeren naar het festival die toch al geloven. ‘Gelukkig durven veel gelovigen tegenwoordig steeds vaker niet-gelovige vrienden en vriendinnen mee te nemen’, vertelt La Porta. Het komt volgens haar wel voor dat jongeren na een bezoek aan het Flevo Totaal Festival in God gaan geloven, maar ze geeft toe dat dat niet vaak gebeurt. ‘Toch blijven sommige niet-gelovigen komen, omdat de sfeer zo goed is.’
Ook de organisatoren van de EO-jongerendag zouden het liefst meer agnosten bekeren, maar ook daar komen hooguit drieduizend niet-gelovigen (6 procent). Wim de Knijff, stafmedewerker van de afdeling Research en Development van de EO, was jarenlang betrokken bij de Ronduitclub en de jeugdprogrammering van de EO. Nu is hij een soort trendwatcher en nauw betrokken bij het festival. ‘We verwachten wel dat het aantal niet-gelovigen dit jaar hoger is dan vorig jaar. Uit straatinterviews blijkt dat als je mensen vraagt naar de grootste evenementen in Nederland, ook niet-gelovigen de EO-jongerendag samen met de Megafestatie het meest noemen.’
Ronduit anti-christelijke teksten
De organisatoren hebben het wegblijven van nog-te-bekeren-jongeren voor een groot deel aan zichzelf te danken. Zowel de programmering van het Flevo Totaal Festival als het programma van de EO-jongerendag verraadt namelijk een religieuze subcultuur waarvan de gemiddelde niet-gelovige het bestaan niet eens vermoedt. Obscure bands als Burlap to Cashmere, Normal Generation en Supertones worden gepresenteerd als echte publiekstrekkers, terwijl ze in de seculiere top 40 niet voorkomen. ‘Dat is inderdaad een probleem’, beaamt De Knijff. ‘De muziekkeuze is cruciaal. We proberen groepen te programmeren die qua muziekstijl bij deze tijd passen, maar we kunnen daar niet al te ver in gaan. Vooral de oudere vertegenwoordigers van kerken hebben vaak kritiek op al te moderne gospelgroepen. We zullen dus niet te diep in het housecircuit duiken. Ook veel hardrock- en metalgroepen hebben vaak ronduit anti-christelijke teksten. We kiezen er wel bewust voor om dergelijke muziekstijlen niet te programmeren.’ Volgens De Knijff geven ook de jongeren zelf aan dat ze behoefte hebben aan ‘veilige muziek’. ‘Gelukkig is de kwaliteit van de religieuze muziek tegenwoordig beter. De gospelwereld wordt steeds professioneler.’
Robert Hanegraaff (30) is voorzitter van de stichting Amsterdam Youth Events, een interkerkelijke stichting die sinds twee jaar het jongerenevenement X-treme organiseert. Ook hij vermoedt dat de muziekkeuze een van de redenen is waarom mensen wegblijven die niet al onderdeel zijn van de christelijke cultuur. ‘We willen voortaan ook wat bands die bij een groter publiek populair zijn. Maar sommige kerken zijn daar niet zo over te spreken, die willen de muziek toch graag beperken tot bands die hun boodschap uitdragen.’
Op het evenement kwamen dit jaar zo’n achthonderd jongeren af. Tim Heusinkveld (18) werd wel gegrepen door de muziek op het laatste X-treme-festival. ‘Ik ben gelovig, maar niet strenggelovig. Normaal gesproken luister ik nooit naar typisch christelijke muziek en ga ik nooit naar dergelijke concerten. Ja, naar het Flevo Totaal Festival, maar dat is niet te vergelijken met X-treme. En ik was nooit naar het evenement gegaan als mijn zus niet in de organisatie zat. Maar nu ik een keer ben geweest, ga ik de volgende keer zeker weer.’ Meestal is de kwaliteit van christelijke muziek volgens Tim beduidend minder dan die van seculiere muziek. ‘Maar deze dance was ontzettend relaxed.’
Prekende rapper
Marjolijn Blits, die net zo lief uitslaapt, kan zich weinig voorstellen bij evangelisatie via concertpodia. ‘Je kunt toch niet over het geloof praten als de muziek zo hard staat? Ik ga in ieder geval niet naar de disco om over God te praten. Ik zou alleen naar zo’n concert gaan als ik de muziek heel erg leuk vind.’
Voor Tim Heusinkveld is het niet belangrijk in hoeverre de boodschap op zo’n avond overkomt. ‘Ze hadden dat trouwens wel goed gedaan op X-treme. De dansmuziek werd langzaam afgebouwd en toen kwam de rapper van World Wide Message Tribe. Hij is ontzettend goed en deed een preek op de muziek. Die tekst kwam goed over, omdat iedereen na dat dansen lekker los was. Het was heel erg mooi.’
En dat blijkt nog niet eenvoudig. De Knijff: ‘Voor het overbrengen van het woord van God heb je mensen nodig die dicht bij jongeren staan, die het kort en bondig kunnen brengen.’ Kennelijk zijn maar weinig mensen daartoe in staat, want op het Flevo Totaal Festival en op de EO-jongerendag zijn de twee bekendste sprekers Henk Binnendijk en Peter Scheele. Ook weer publiekstrekkers voor de eigen parochie.
Het ritme van de muziek is volgens de meeste jongeren minder belangrijk dan de toon en de inhoud. De katholieke Christiaan Visser denkt dat direct contact met mensen die geloven de meest effectieve manier is om jongeren met het geloof in aanraking te brengen. ‘Persoonlijk contact met iemand die jongeren goed begrijpt is belangrijk. Onze pastoor is een moderne man die goed met kinderen kan omgaan. Hij gaf les op scholen. Iemand als hij spreekt kinderen aan.’ Verder denkt Christiaan dat de kerk jongeren kan vasthouden als ze meer verschillende standpunten accepteert. ‘Onderwerpen als de pil en het condoom, daar zijn jongeren wel mee bezig.’
Ook Joost denkt dat het verhaal van iemand met een mystieke ervaring hem eerder doet geloven, dan de hippe activiteiten die door de kerk worden georganiseerd. ‘Geloof komt van binnen uit en niet van een radiostation.’ Als de kerk de jeugd niet wil verliezen, moet ze vooral geen reclame gaan maken, denkt Marjolijn Blits. ‘Het moet er niet te dik bovenop liggen. Je moet mensen verrassen. Ze moeten denken: hé, dit wil ik horen.’ Voor Marjolijn is de kerk bij uitstek de plaats om te discussiëren over zaken die haar bezighouden. ‘Uiteindelijk gaat het er mij om dingen te ontdekken. Een eigen mening te mogen vormen door er met anderen over te praten.’
Gezelligheid stelt de jeugd zeer op prijs en goede muziek laten ze zeker niet aan zich voorbijgaan. Maar de Heer komt geen moment dichterbij door handenvol geld uit te geven aan allerlei soorten vermaak. Jongeren willen op een volwassen manier over God nadenken. En als ze er al over willen praten, of het contact met God willen beleven, talen ze niet naar een begeleidende housedreun met een sample van het Woord.