De Blije Bukster wordt vandaag 19
Achttien jaar geleden plaatste ik dit verhaal voor het eerst. Sindsdien plaats ik elke 14 februari het verhaal van De Blije Bukster: een ode aan de dag dat ik mijn stoute schoenen aantrok, waarna ik mijn stoute veters en de perfecte man strikte. Belangrijk om te weten: Wannes heette in 2005 op internet Yuri Maanzand.
Vandaag negentien jaar geleden was ik in staat van ex. En als ik ergens geen zin in had, was het wel om in staat van ex zijn. Ik wilde wilde romances, hete hartstocht en bakken vol aandacht. Maar goed, als je nog niet zo lang in staat van ex bent, dien je wat geduld te hebben. En daarvoor moet je dus niet bij mij zijn. Geduld. Ik weet niet eens hoe je het schrijft. Ik kan bijzonder slecht afwachten, mijn handen zijn voor het heft gemáákt.
Dus terwijl ik in alle staten van ex was, brak er ineens een Valentijnsdag aan. Doorgaans vergeet ik Valentijnsdag keihard, maar nu was er werk aan de winkel. Ik heb geen Valentijnsdag nodig om verleidelijke briefjes te schrijven, ik kan immers erg slecht afwachten, zodoende neem ik regelmatig zelf het heft in handen. Maar een dag dat je zonder humbug al je poet kunt inzetten op wilde romances en bakken vol aandacht laat ik in staat van ex liever niet voorbij gaan.
Daar zat ik, 14 februari 2005, met werk aan de winkel. Het was al laat in de avond, de tijd drong. En aangezien ik nog nooit eerder een Valentijnsproject ten uitvoer had gebracht, begon ik ‘m toch wel te knijpen; ik had geen routine. Mijn eerste probleem was: wie o wie? Ik was in staat van ex en nog niet verliefd geworden, zelfs niet stiekem. Er was niemand die ik stilletjes minde en ik had along the way geen lekkere dingen gespot die ik op een Valentijnsgeheim wilde trakteren.
Alleen leuke mensen kwamen in aanmerking. Een beetje leuke mensen, half leuke mensen en misschien leuke mensen vielen af, ik moest immers nog geïnspireerd worden. Binnen twee uur een Valentijnstruc in elkaar draaien, kan alleen als leuk ook echt leuk is.
En toen belandde ik bij Yuri. Ik ben een fervent aanhanger van het toeval, dus ik zal niet bij u aankomen met ‘voorbestemd’ en ‘hoger hand’, maar ik weet toeval wel op waarde te schatten. Bij dezen: dit was mooi toeval.
Ik kwam niet vaak bij Yuri, eens in de paar weken, maar áls ik er kwam was ik altijd gecharmeerd. Door zijn twisted mind, door de lay-out van zijn website – met de toen nog handgeschreven linkjes – en door zijn waanzinnig romantische inborst.
Hij moest het zijn, besloot ik. Naarstig begon ik zijn laatste stukjes te lezen. Ik zocht een aanknopingspunt, een Valentijns-cue, iets waarop ik mijn kunstje kon baseren. Mijn ogen bleven hangen bij het zinnetje ‘Blij bukken maakt mensen blij. Mij in elk geval.’ En toen nam ik een merkwaardig besluit.
Ik besloot als Blije Bukster actie te ondernemen. Op zich nog niet zo raar, het is immers des Valentijns om je niet uit te geven voor wie je werkelijk bent. Maar ten eerste is zijn stukje een ode aan het driehoekje van een andere vrouw; het is maar wat je een Valentijns-cue noemt. En ten tweede: als u het stukje van Yuri heeft gelezen, zult u begrijpen dat er toch minimaal een decolleté aan te pas moet komen, alvorens er gesleed kan worden. En daarover kan ik in het geheel niet meepraten. Ik stond niet vooraan toen de driehoekjes werden uitgedeeld, zullen we maar zeggen.
Maar ik ben een lefgozer en dacht kennelijk niet aan de verwachtingen die ik bij mijn Valentijn zou kunnen wekken; verwachtingen die ik geenszins zou kunnen inlossen – in mijn decolleté kun je hoogstens langlaufen. En en passant negeerde ik die vrouw over wie het stukje gíng ook nog even. Kortom: in weerwil van alles zette ik mij aan het briefje van de Blije Bukster. Ik maakte een e-mailadres aan, deblijebuksteretdjziemeeldotkom, knipte mijn hoofd van een bukfoto en stuurde de onthoofde bukfoto naar meneer Maanzand. ‘Omdat blij bukken mensen blij maakt’, schreef ik eronder.
Het duurde een week en tientallen e-mails voor Yuri erachter kwam wie de Blije Bukster was. Dat had niet zozeer met beroerd detectiveschap te maken, als wel met het feit dat hij het stiekem wel leuk vond om in het ongewisse te verkeren. Toen ik hem na een paar dagen op de man af vroeg of hij eigenlijk wel wilde weten met wie hij te maken had, erkende hij dat hij daar niet echt haast mee had. Tsja, kijk, en dát was natuurlijk niet de bedoeling. Een beetje Valentijn hoort als een gek te gaan gissen, graven en vragen, want dan heb je pas eer van je werk. Deze Valentijn ging doodleuk op zijn lauweren zitten rusten, de buit was immers binnen.
En wat wás die buit binnen zeg. Het e-mailverkeer zinderde dat het een lieve lust was. Een dag of vijf na mijn ontmaskering schreef hij: kom morgen asjeblief ik wacht je op en we doen enkel fijne dingen
En nu, negentien jaar later, weet ik niet hoe ik dit stukje moet eindigen. Omdat het niet eindigt. Omdat het gewoon echt niet eindigt.
Kijk ook bij mijn favourite work of art.
Foto: Wannes en Maartje, december 2005
Elk jaar opnieuw lees ik dit stukje en elk jaar opnieuw maakt het ook mij blij. Omdat het zo’n mooi verhaal is en omdat het zo mooi geschreven is. Ik kijk al uit naar volgend jaar.