Miswillen
Hoewel ik veel behartenswaardigs leerde in de cursus The Science of Well-Being, is dit misschien wel mijn lievelingsaanwinst: het woord miswillen. Miswanting. Mocht ik alles weer vergeten wat ik de afgelopen maanden heb geleerd, dan toch niet dit woord. Miswillen.
Miswillen wordt in de cursus gezien als de belangrijkste oorzaak van haperend welbevinden: je streeft dingen na die je helemaal niet tevreden of gelukkig maken. Veel van wat we willen, willen we omdat we geleerd hebben dat dat ongeveer is wat we moeten willen: hoge cijfers, een goede baan, echte liefde, een mooi lijf, veel geld.
Ik zal wat weetjes uitstrooien. Over hoge cijfers bijvoorbeeld: als je studenten vraagt hoe gelukkig ze zullen zijn wanneer ze een hoger cijfer halen dan ze verwachten, of hoeveel een lager cijfer zal afdoen aan hun geluk, dan denken ze dat hun geluk op een schaal van 1 tot 10 een 8+ zal zijn bij een hoger cijfer, en bij een teleurstelling een 4,5. Terwijl in werkelijkheid hun geluksscore bij een hoger cijfer 6,55 is en bij een lager cijfer 6,32. De onderzochte studenten denken dus dat ze heel gelukkig worden van een hoog cijfer en heel ongelukkig van een laag cijfer, terwijl ze in werkelijkheid ongeveer even gelukkig zijn met hun score.
Of dit: ze ondervroegen in de jaren zeventig duizenden eerstejaars studenten naar hun materialisme, oftewel: hoezeer ze gericht waren op bezit en het vergaren van spullen. In de jaren negentig vroegen ze dezelfde mensen, die inmiddels twintig jaar ouder waren, naar hun welbevinden. En wat blijkt: hoe materialistischer de studenten in de jaren zeventig waren, hoe lager hun welbevinden in de jaren negentig.
Iets anders: in de jaren veertig gaven Amerikanen hun ervaring van geluk een 7,5 op 10. In 2015, zeventig jaar en een enorme hoeveelheid rijkdom later, is dat 7,2. Meer rijkdom heeft er niet voor gezorgd dat ze zichzelf gelukkiger achten.
Ook opmerkelijk: als je aan jonge mensen vroeg Wat vind je belangrijk in het leven? dan had in 1967 86 procent levenswijsheid heel hoog staan en 42 procent geld. In 2005 was dat omgedraaid. 71 procent had geld ergens bovenaan het lijstje en slechts 52 maakte een prioriteit van levenswijsheid. Terwijl uit ander onderzoek blijkt dat geld slechts gelukkig maakt tot een bepaald bedrag: zowel in arme als in rijke landen vlakt die gelukscurve heel snel af. In de VS was het 40.000 dollar per jaar. Daarna haalde al het extra geld niets meer uit.
Terwijl: vraag mensen die bruto 30.000 dollar per jaar verdienen hoeveel ze denken nodig te hebben om comfortabel te kunnen leven en ze antwoorden 50.000. Dan zou je denken dat iemand met 100.000 misschien wel tevreden is? Maar nee hoor, die mensen zeggen: 250.000 dollar. Er komt geen einde aan.
Iets anders opvallends: begin jaren 2000 volgden onderzoekers vier jaar lang mensen die op dieet gingen. De mensen die in die vier jaar waren afgevallen vertoonden meer depressieve klachten dan daarvoor, en de meeste van alle groepen. Meer dan de mensen die op een stabiel gewicht waren gebleven. De mensen die waren aangekomen, vertoonden de minste depressieve klachten. De omgekeerde wereld for sure.
Nog een in de categorie uiterlijk: zijn mensen voor ze plastische chirurgie doen ongelukkiger dan gemiddeld? Ja. Zijn ze na de plastische chirurgie nóg ongelukkiger? Jazeker. Miswanting to the max.
Wat mij het meeste verbaasde, was dat een goede relatie niet gelukkig maakt. Voor een van de onderzoeken waaruit dat bleek, hadden onderzoekers 25.000 stellen die trouwden naar hun welbevinden gevraagd. Ongeveer 1 tot 2 jaar waren die stellen gelukkiger dan ongetrouwde mensen, maar in het derde jaar waren ze weer even gelukkig als voordat ze trouwden. De boost was slechts tijdelijk. Overigens: een goede relatie afmeten aan het getrouwd zijn, vond ik wat arbitrair, maar het aantal onderzochte mensen gaf wel een indicatie.
Nog zoiets: mensen zijn bang voor afwijzing, bijvoorbeeld bij een sollicitatie. Maar als je mensen vraagt hoeveel ze denken dat ze aan geluk inleveren bij een afwijzing, dan denken ze gemiddeld 2 punten. Dat zou betekenen dat ze op de schaal van geluk van een 7 naar een 5 zouden zakken. Of nog erger: van een 5 naar een 3. Maar in werkelijkheid blijken ze maar 0,5 punten kwijt te raken, en als de afwijzing in hun ogen onterecht was zelfs helemaal niks. Dan blijft die 7 een 7.
Goed, dit was een afleveringetje met alleen maar losse feitjes, over wat we zoal miswillen, wat eigenlijk neerkomt op beter, mooier, geliefder en rijker willen zijn dan we zijn. En dat dat dus niet helpt. Niks, nada, niente.
Volgende keer zal ik vertellen over wat ik leerde over hoe het komt dat we zo ongelooflijk hard de verkeerde dingen willen.
Wil je de eerdere afleveringen lezen?
- Bewust zijn is dus niét het halve werk
- Hoe ik de zijigheid toeliet
- De goede kant van onuitstaanbaar blasé zijn
Hier is een lijstje met linkjes naar onderzoek waar ik naar verwees. Mis je de bron van een van mijn beweringen? Trek me aan mijn mouw, dan zoek ik die nog op. Sommige dingen staan op internet achter een betaalmuur, die link ik om die reden niet. In mijn formulering ga ik mogelijk zo hier en daar kort door de bocht, maar ook professor Santos durfde deze boude uitspraken te doen en zij heeft ervoor gestudeerd, dus ik vertrouw erop dat het in grote lijnen klopt.
-
- Over wat belangrijk is in het leven: The American Freshman Survey Data
- Over hoe getrouwde stellen in feite maar heel even gelukkiger zijn: Reexamining Adaptation and the Set Point Model of Happiness: Reactions to Changes in Marital Status.
- Dat afvallen je vaak niet gelukkiger maakt: Psychological Changes following Weight Loss in Overweight and Obese Adults: A Prospective CohortStudy
- Over hoe we denken dat goede of slechte cijfers ons geluksgevoel beïnvloeden: Accuracy and Artifact: Reexamining the Intensity Bias in Affective Forecasting
- Over hoe we denken dat we zullen reageren op afwijzing: Immune Neglect: A Source of Durability Bias in Affective Forecasting
- Over je geestelijke gezondheid en hoe plastische chirurgie daar niets aan verandert: Predictors of cosmetic surgery and its effects on psychological factors and mental health: a population-based follow-up study among Norwegian females.