Angstconversie
Gerard vroeg onder mijn vorige stukje: Angsten omzetten in constructieve plannen, dat klinkt echt fantastisch, hoewel ik vermoed dat je ook dan liever de angsten niet zou hebben. Ik kan me er in het geheel niets bij voorstellen. Zou je een voorbeeld kunnen geven, of er zelfs een stukje aan kunnen wijden?
Ik had namelijk geschreven: Vroeger leidde mijn bangheid tot angstaanvallen die twee jaar van mijn leven kostten, tegenwoordig zet ik mijn angsten om in apathie, woede, of constructieve plannen. Uiteraard is het laatste het beste, maar ik heb het niet altijd voor het zeggen.
Voor een deel was dat natuurlijk hartstikke gratuit, want je angsten omzetten in plannen is nog steeds hooguit het begin van een oplossing. Bovendien wil ik waken voor de suggestie dat je alle angsten met plannenmakerij en discipline zou kunnen oplossen. Dat gaat niet alleen voorbij aan irreële angsten, die met geen mogelijkheid in de tastbare werkelijkheid opgelost kunnen worden, maar het suggereert ook dat je niet hard genoeg je best zou doen als je bang bent. En dat is nonsens.
Maar na al deze disclaimers wil ik best iets vertellen over de angsten die ik omzette in plannen. En in hoeverre ik die plannen ook uitvoerde.
Vossenhol
Zo was ik als hypochonder al jaren van plan om te stoppen met roken en blowen. Dat was namelijk gratis brandstof voor mijn angst om binnen afzienbare tijd de pijp uit te gaan (pun not intended). Tegelijkertijd was juist blowen een manier van dekking zoeken tegen mijn aardse angsten. De paranoia die je kunt krijgen van jointjes roken had ik al jaren achter me gelaten, ook omdat ik nooit wiet rookte, maar hasj, waardoor ik niet te maken kreeg met het opgevoerdebrommergehalte van de moderne nederwiet. Dus blowen was voor mij een veilig hol waarin ik kroop als de wereld te veel scherpe kantjes had. Tegelijkertijd wist ik dat de overzichtelijkheid van niet-blowen ook veel goed deed. En het allerbelangrijkste: de weerstand van mijn longen was niét van dien aard dat ik mij tot in lengte van dagen een tevreden roker kon wanen. Ik begon te rochelen als een oude auto en bij elk kuchje werd ik dieper het vossenhol van de hypochondrie ingetrokken: een donkere ruimte waar ik klem zat om opgepeuzeld en verteerd te worden door de angst om dood te gaan.
Goed, het plan om te stoppen met roken is ruim dertig jaar een plan gebleven, met zo nu en dan een poging tot uitvoering, en een enkele keer een tijdelijk succes. Maar ik weet ook zeker dat ik zonder dat plan, zonder die halfbakken ambitie, nooit zover zou zijn als nu: 1 jaar en 2 maanden gestopt en geen plannen om weer te beginnen. Hoe scherp de randjes van het leven ook aanvoelen, dat veilige hol is een gepasseerd station. En mijn angst om op korte termijn te sterven is er beduidend minder mee geworden.
Dit is een voorbeeld van een in constructieve plannen omgezette angst. En er zijn meer plannen die net als het stoppen met roken een tijdje blijven steken in pure bluf of wishful thinking, maar die ik door de gedachte hardnekkig te koesteren toch langzaam in de richting van een oplossing duw.
Dank je
Graag gedaan.