Niks

Ik weet niet meer wanneer het was dat ik stopte, ik denk in december, maar misschien was het al januari. Ik weet nog wel waarom. Wannes vroeg: ‘Maar als je nagaat waar je op dit moment écht over zou willen schrijven, wat is dat dan?’ Mijn antwoord was: ‘Niks.’ Er viel een stilte. Het voelde obstinaat. Het leek alsof ik alleen uit kregeligheid ‘niks’ antwoordde, want er was altijd ‘iets’ geweest. Deze ‘niks’ was een pose, hoopte ik, om te verbergen dat er wel ‘iets’ was. Misschien diep en onvindbaar, misschien aan de oppervlakte maar ongewenst, misschien iets waar ik bang voor was, iets waar ik geen zin in had, een boek, een artikel, gedachten, gedichten. ‘Niks’ was onbestaande. ‘Meen je dat?’ vroeg hij. Ik knikte, hoewel ik nog twijfelde. Razendsnel legde ik mijn antwoord langs de waarheid. Wilde ik nog ergens over schrijven. NEEE! Echt niet? NEEHEE. Ik schrok er zelf van.
Er waren eerder fases geweest dat ik niet schreef, maar dat waren periodes waarin ik dat eigenlijk wel wilde, maar geen tijd had, de vorm niet wist te bedenken of gewoon doodsbang was voor het resultaat. Deze keer voelde het alsof ik het echt niet wilde. Helemaal niet schrijven, geen blog, geen werk, geen boek, niks. Ik wilde gewoon geen schrijver meer zijn, terwijl dat is wat ik ben. Het is mijn beroep én mijn hobby. Dat zou me een klap geven zeg, als ik daar ineens mee ophield.
Pas eind vorig jaar durfde ik er conclusies uit te trekken. Ik verwaarloosde mijn blog, verwaarloosde mijn boek, zei nee tegen al het werk dat puur schrijfwerk was en wierp me op eindredactiewerk, soepavonden voor vrienden, memes maken over taaladvies, cursussen bedenken en heel fanatiek NIET SCHRIJVEN. En boy, het zat me als gegoten.
Ik was een beetje in paniek, want ik ben nu eenmaal schrijver, daar verdien ik al 25 jaar mijn geld mee. Zonder het schrijven zou niemand me kennen en zouden ook de afgeleide klusjes nooit voorbij zijn gekomen. Wat nu als dat wegviel? Wat als ik godbetert een ander vak moest gaan leren?
Maar nu klopt het gelukkig weer aan de deur, het schrijfgevoel. En oké, het geeft onrust, want wát zal ik schrijven? Er zijn hoofdredacties en uitgeverijen die best iets willen als ik er maar mee kom. Er zijn oude plannen die afgemaakt kunnen worden, nieuwe plannen die aandacht verdienen en er is die vraag van Wannes: ‘Als je nagaat waar je op dit moment écht over zou willen schrijven, wat is dat dan?’ En hoewel ik dat nog steeds niet precies weet, is dat grote, keiharde gevoel van NEE! en NIKS! verdwenen en dat is toch wel een opluchting. Want tot nader order heb ik nog steeds het bordje ‘schrijver’ op mijn deur. En voor zover ik weet kan ik ook echt niet heel veel anders.
Dit stukje is bedoeld als aanzet. Om te zorgen dat uitstellen nergens meer op slaat en dat hier dus in de nabije toekomst zo nu en dan weer wat verschijnt. Mocht u schrijfwerk hebben: graag. Maar ook eindredactiewerk of andere klusjes die u mij zou toevertrouwen zijn van harte welkom.
Herkenbaar, zo ben ik gestopt met bloggen. De enorme drive om te schrijven (ook voor mij heel lang broodwinning geweest) is gewoon helemaal weg. Ik ga in juli beginnen met een opleiding scenarioschrijven en op die manier de draad weer oppakken.