Ik moet mijn auteurs af en toe flink laten schrikken

Dankzij het fantastische weblog Brain Pickings dat ik al jaren volg, botste ik weer eens op de schrijftips van Margaret Atwood. Het aardige aan haar schrijftips is dat ze zelf een spanningsboog in zich hebben. Ze begint met heel kleine wenken, supergedetailleerd, om je later omver te blazen met het schrijfadvies der schrijfadviezen: stop met zeuren, want je doet dit jezelf aan. Door de schattigheid van de eerste tip (neem twee potloden mee in het vliegtuig) zie je de plottwist van niemand-heeft-je-verdomme-verteld-dat-je-móest-schrijven-dus-zeik-niet helemaal niet aankomen, en mede daarom komt dat advies zo hard binnen. Waarmee die opbouw op zichzelf een schrijfadvies is: benut alle mogelijkheden van het genre!
Ik geef zelf schrijfles en verzin dus dagelijks schrijfadviezen. In de tekst op deze site waarin ik mijn werkzaamheden aanprijs, noem ik mezelf schrijfcoach én schrijfjuf, en vooral als ik over die eerste rol nadenk, kan ik leren van deze aanpak van Atwood: neem je auteurs mee in jouw verhaal over schrijven en laat ze af en toe eens flink schrikken.
Momenteel werk ik aan een syllabus Hoe begin ik aan een het schrijven van een boek waarin ik een stappenplan uitwerk voor de hulpvraag die ik het meeste krijg: hoe begin ik aan een boek? Het schrijven van die syllabus is een feest, want hoewel ik deze vraag al jaren beantwoord, is het heel plezierig om alle adviezen voor een werk van lange adem eens uitgebreid onder elkaar te zetten. Het heeft een louterend effect op mijn humeur om te proberen om alle moeilijkheden bij het schrijven van een boek om te vormen tot een werk van goede moed. Zodat de schrijver in kwestie niet gelijk de handdoek in de ring gooit, maar juist blijmoedig de billen schikt om het juiste zitvlees te kweken. Maar door Atwood weet ik weer dat met alleen optimisme en vriendelijkheid mijn verhaal niet af is. Ik heb een plottwist nodig, een moment waarop ik eerlijk zeg:
Lieve schrijver, ZEIK NIET!