Seksisme is meer dan vuilbekkerij
De Nederlandse stichting CPNB die namens de boekensector het Nederlandse boek promoot, ligt onder vuur nadat ze vorige week het thema en de auteur van het boekenweekessay van 2019 had onthuld (DS 19 juni): een man zal schrijven over het thema De moeder de vrouw. Tweehonderd boekenvakkers trokken na dit bericht hun wenkbrauwen op en besloten een open brief te schrijven waarin ze vragen waarom er anno 2018 gekozen is voor een thema waarbij de vrouw vereenzelvigd wordt met de moeder én waarom voor beide boekenweekuitgaven een man de gelukkige is. Want niet alleen het boekenweekessay wordt door een man geschreven, eerder dit jaar werd bekend dat ook het boekenweekgeschenk aan een man is toebedeeld.
De CPNB beantwoordde de brief in de vorm van een stapeltje drogredenen. Het excuus dat de stichting aanbiedt, is van het kaliber dat doorgaans komt van mensen die eigenlijk vinden dat ze niets verkeerd hebben gedaan. Geen ‘sorry dat ik dit heb gedaan’, maar ‘sorry dat je me verkeerd begreep’. De CPNB schrijft: ‘Dat over het thema zo’n groot misverstand is ontstaan spijt ons zeer.’
Het persbericht vervolgt direct: ‘Het idee van de moeder de vrouw aan het aanrecht is nooit het beeld geweest dat wij wilden belichten. Wie goed en met goede wil leest, ziet ook dat dat er simpelweg niet staat; er staat de moeder de vrouw.’
Het argument is kort gezegd: wij hebben het niet over ‘het aanrecht’ gehad, dus hoezo seksisme? Dat is een zogenaamd ‘stropop-argument’, verwijzend naar vogelverschrikkers van stro die geen echte mensen blijken te zijn. De brievenschrijvers reppen namelijk nergens van een ‘aanrecht’. Ze winden zich op over de beeldvorming rond vrouwen, die tegen wil en dank al eeuwenlang belicht worden om hun moederschap. Toch wordt de klagers verweten dat zij niet goed én niet met goede wil hebben gelezen.
Het is jammer dat in dit soort discussies vaak wordt geprobeerd om de zaken zo te versimpelen dat alleen overduidelijke beledigingen nog vallen onder seksisme, terwijl goedbedoeld seksisme in onze maatschappij veel structureler en ingrijpender is dan de vuilbekkerij en clichés waarmee velen het begrip associëren.
Iets verderop maakt de stichting in dat opzicht vlek op vlek door te schrijven: ‘Zoals gezegd, het ging ons juist om sterke, moedige, autonome personages.’
Maar ook dat is goedbedoeld seksisme, want waarom zou je alleen de sterke personages hun emancipatie gunnen? Hebben de slappe personages het dan wél verdiend om achter te blijven bij hun mannelijke evenknieën?
Over het feit dat beide boekweekuitgaven worden geschreven door een man schrijft de stichting: ‘Het getuigt volgens ons juist van emancipatie dat een essay met het thema moeder niet per se door een moeder of een vrouw geschreven hoeft te worden.’
Ja, dat zou je kunnen zeggen, maar niet als je in twintig jaar nog geen kwart van je uitgaven door vrouwelijke auteurs laat schrijven, zoals de CPNB, dan is het potsierlijk om aan te voeren dat het emancipatoir is om voor dit onderwerp een man te kiezen.
Literatuurwetenschapper Corina Koolen concludeerde naar aanleiding van haar onlangs verschenen doctoraatsonderzoek dat er sprake is van een vicieuze cirkel: uitgevers beschouwen het werk van vrouwen als minder literair, daarom verkopen vrouwen minder boeken, met als gevolg dat minder media over die boeken berichten, en ten slotte is de algehele perceptie zo beroerd dat vrouwen maar een kwart van de literaire prijzen in de wacht slepen. Voor geen van die verschillen is volgens Koolen een kwalitatieve reden. Kortom: het seksisme is structureel en onbedoeld.
Deze situatie heeft niets te maken met een wereldwijd mannencomplot, maar met een eeuwenlang ingesleten mannelijke blik, waarmee we allemaal kampen, ook de vrouwen. Die beeldvorming en culturele structuur verdwijnen niet vanzelf, integendeel: het aandeel gelauwerde vrouwen is gedaald ten opzichte van dertig jaar geleden. De oplossing is dus ook niet eenvoudig. Er werken steeds meer vrouwen in het boekenvak, maar dat wil niet zeggen dat zij bestand zijn tegen die mannelijke blik.
De CPNB eindigt haar betoog met: ‘Tegelijkertijd overwegen wij uiteraard hoe wij aan deze kwestie een positieve wending kunnen geven, die ook recht doet aan de discussie.’
Voorstel: begin met je in te lezen over goedbedoeld seksisme en stop met ongemeende excuses en nepargumenten aan te voeren.
Deze column verscheen op 20 juni 2018 in De Standaard.