Digitaliseer je cassettebandjes toch maar wel direct
Let op, ik heb een advies. Volg mijn advies en je zult je afvragen waarom ik dit advies niet eerder heb gegeven. Zoals ik me afvraag waarom ik dit advies niet eerder heb gekregen. Misschien volg je mijn advies, gaat alles van een leien dakje en vraag je je af: vanwaar die dringende toon? Was dat nou zo moeilijk? Dan ben je een mazzelaar.
Ik ging namelijk mijn cassettebandjes digitaliseren. Dat had ik me al veel eerder voorgenomen, want toen ik in 2005 voor het eerst een cassettebandje digitaliseerde, dacht ik: dat moet ik eens doen met die cassettes van vroeger met kinderstemmen en vage sessies in oefenruimtes.
Schietgebedje
Dus hing ik ruim dertien jaar later eindelijk mijn laptop aan de stereo, deed er een bandje in en hop: record. Maar het bandje blokkeerde, het cassettedeck sloeg af en ik kon niets doen, niet luisteren, niet spoelen, niet opnemen. Alleen erin en eruit. Bandje stuk. Ik probeerde een ander bandje, en nog een, en nog een, maar het apparaat sloeg steeds af. Cassettedeck stuk. Dacht ik.
Dus we kochten een tweedehands cassettedeck van een oude meneer in de buurt. Prima ding, schoon, goed merk, had altijd binnen gestaan, koopje. Ik verbond het nieuwe apparaat met de installatie, startte de opname en jawel, de opname verliep als een zonnetje. Maar na anderhalf uur realtime opnemen, begon het motortje te sputteren en uiteindelijk vrat het ding als vanouds het tapeje op. Ik in de weer met een potlood, maar het einde van het liedje was dat het cassettedeck al mijn cassettes begon op te eten, ook de bandjes die een uur eerder nog probleemloos liepen.
Dus ik zocht uit wat eraan de hand kon zijn en ik las allerlei informatie over de lagen op het tapeje die los kunnen komen en als smurrie of meuk in de machine komen te zitten, waardoor het apparaat plakkerig wordt. Alcohol dan maar, en wattenstaafjes, en een schietgebedje bij elk tapeje.
Troepjes
Dus dat deed ik. En, hopladiejee: dat werkte! Voor een half uurtje. Toen zette de machine weer gretig zijn tanden in het tapeje en moest ik alle zeilen bijzetten om met een potlood alle knikken en vouwen netjes om de spoel te krijgen. Dus ja, meer alcohol, meer wattenstaafjes. Maar nee, dat bleek niet langer te werken. Ik vroeg me af of de smurrie misschien dieper in de machine was gekomen, op plekken waar ik niet bij kon. En hoe ik dat kon weten, als dat plekken waren waar ik niet bij kon.
Dus ik liet het er maar even bij. Het cassettedeck bleef werkeloos staan en werd een verzamelplaats voor troepjes: brieven die nog gepost moesten worden, elastiekjes die ik op de grond vond, een bijsluiter van een medicijn waarvan ik de naam moest onthouden. Kortom: een variant de bovenste keukenla of de kunstige fruitmand. Dat was me een doorn in het oog. Dat ding moest weg. Maar hoe moest ik dan mijn cassettes digitaliseren? Nog een apparaat kopen? Een derde? Waarvan ik dan ook weer een half uurtje zou denken dat het inderdaad de oplossing was? Ik voorzag een stapel van negen cassettedecks om dertien bandjes te digitaliseren. Uiteindelijk wist ik het probleem zeven weken te negeren, tot ik de machine bijna niet meer zag door alle dinsigheidjes die erop terecht waren gekomen.
Dus zei ik tegen Wannes: dit weekend ga ik het oplossen, op welke manier dan ook. In één ruk. Geen ‘nou dat los ik later wel op’, het moet nu klaar zijn. Dus daar ging ik. Ik begon met een van de modernere cassettes, een jamsessie uit 1995. Eerst weer alcohol en wattenstaafjes. Toen het bandje erin, een schietgebedje, play en glop. Hij sloeg af. Met schone koppen en pinnetjes en weet ik wat al niet meer, met een ‘vers’, onverdacht bandje, nieuwer dan veel andere cassettes, met al die goede moed die ik verzameld had, en tóch deed hij het niet. Ik wilde mijn hoofd in mijn handen leggen en vloeken, maar dacht aan wat ik me had voorgenomen: het moet nu klaar zijn. Dus ik nam het bandje uit het cassettedeck, ik liep naar ons eigen tapedeck, de allereerste die ik had geprobeerd en die niks deed, stopte het tapeje erin en hoorde geluid. In plaats van mij af te vragen hoe de fuck dat nu weer kon, besloot ik er dankbaar gebruik van te maken. Dus ik sleepte het apparaat naar mijn laptop, startte de opname en genoot een vol uur van een plan that comes together, tot het bandje haperde en fridipilipiwidipie: de tape werd opgegeten door een apparaat dat weliswaar nog maar heel kort betrouwbaar leek, maar dat tot op heden nog geen tapeje te grazen had genomen.
Afkoelen
Dus daar zat ik met twee tape-etende apparaten en het ferme voornemen me niet uit het veld te laten slaan. Ik moest doorzetten, systematisch nagaan in welke omstandigheden de apparaten het wél deden en in welke niet. Zodoende zette ik de omstandigheden op een rijtje en kwam ik tot de conclusie dat de machines het altijd aan het begin van een opneemsessie wel zonder problemen hadden gedaan. En het belangrijkste verschil tussen het begin en een uur later, is de hitte in het apparaat. Cassettedecks worden na verloop van tijd heet en het lijkt me helemaal niet onaannemelijk dat de lagen van het tapeje sneller loslaten en/of eerder smurrie worden als de temperatuur in het tapedeck hoog is.
Dus ik liet hem afkoelen. Een hele nacht. En jawel, ik kan alweer geruime tijd opnemen. En omdat ik niet spoel (daar wordt hij pas echt heet van) lijkt het nog iets langer te duren voor de machine weer warm wordt. Ik durf nog geen echt juichgevoel toe te laten, want wie weet wat me nog te wachten staat, ik heb namelijk pas 3,5 bandjes gedigitaliseeerd. Maar toch, ik kan niet ontkennen dat ik een beetje opgelucht was toen ik dat driehoekje zag vanochtend, en toen ik de stemmen uit 1977 hoorde op een mp3.
Om een heel lang verhaal geen greintje korter te maken: digitaliseer je geluidscassettes en videobanden nu. De tapejes zullen er niet beter op worden als je wacht, maar de cassetdecks worden wel stoffiger, ouder en mede daardoor sneller warm. En niet te vergeten: het gevoel van opluchting als je een heel oude geluidsopname hebt veiliggesteld, is vermoedelijk alle moeite waard.
Oh… ik ben zo’n herinneraarverpester, ik heb dus echt amper iets (wel veel dinsigheidjes, dat dan weer wel), ik krijg zelfs van digitale foto’s bewaren stress… ik sta dus in bewondering voor het moedige gevecht met tape-etende apparaten!
Vaak denk ik het ene moment: WHO CARES! LOSLATEN! Het andere moment denk ik: ja maar ik ben schrijver, ik ben vergeetachtig, ik moet ALLES VASTHOUDEN. Kortom: de ene kant van mijzelf is ook in shock & awe om wat de andere kant er allemaal voor overheeft.
oh nee ik heb honderden tapes als jeugd nostalgie in een kast liggen zonder aparaat om ze te beluisteren. Een soort verborgen nutteloze schat maar waar ik toch van vermoedde dat als ik het wou en moeite deed ik ze weer zou kunnen beluisteren. Nu heb ik schrik dat dat er nooit meer van komt.