Mosselelasticiteit
Foto: mossel op het pad.
Ze hebben de grote vijver leeggepompt. Voor het eerst in decennia kwam het slijk aan de oppervlakte en deze winter lieten de tientallen aalscholvers het provinciaal domein links liggen, want als er niets te duiken valt, duiken ze wel ergens anders.
Alles veranderde. De meerkoeten vertrokken naar de kleine visvijver, de eenden zochten ruzie in de watertjes achter het zwembad, en in de grote vijver – bij ons thuis ook wel het meer genoemd – zagen we ineens dagenlang vijf witte zilverreigers balanceren op één been, want die houden wél van enkeldiep water.
Ook de kraaien veranderden. In plaats van kleine vogeltjes op te jutten en hun forsbollen te tonen aan volwassen eksters zagen we ineens een heel andere dagbesteding: mosselen eten. En dat is nog geen sinecure als kraai, want de flinke snavel waarmee ze eikeltjes in de grond verstoppen of jonge meesjes uit hun nest plukken, blijkt niet handig genoeg voor het open bikken van een vasthoudende mossel.
Minutenlang hebben we de afgelopen maand mogen aanschouwen hoe ze de verharde paden gebruikten als breekijzer. Hoe ze eerst de mosselen uit de modder opdiepten, of er een afpakten van een zwakke meeuw, hoe ze er vervolgens mee naar een verhard pad vlogen, hoe ze de schelp krachtig neerkwakten, hoe ze erbij landden en checkten of de mossel zich al gewonnen had gegeven en hoe ze als dat niet zo was de mossel weer in hun snavel namen, een stukje omhoog vlogen en de schelp weer zo hard mogelijk tegen de grond ketsten.
Als de mossel na een keer of tien eindelijk scheurtjes vertoonde, begon het leukste gedeelte: het getrek aan het elastiekerige vlees. Pootje erop, mosselvlees tussen de snavel en dan – poing – poing – poing – steeds opnieuw de nek zo ver mogelijk naar achteren. De kleine mosselen gaven zich over, dan zag je het vlees – pok – in het oog van de kraai schieten, maar de elasticiteit van een wat grotere mossel is immens en de nek van een kraai niet zo heel lang en draaibaar, dus de grote mosselen bleken tergend.
Dat getrek zorgde voor onrust in de pikorde. Soms had een kraai al eindeloos veel werk in de mossel gestoken en dan kwam er een belangrijkere kraai voorbij die zijn pootje nonchalant op de schelp zette en dan was het voor niets geweest. En soms profiteerden de eksters van de onrust onder de mosselminnende kraaien.
Wekenlang lagen de paden bezaaid met schelpengruis, wekenlang stonden we dagelijks roerloos te kijken naar de verovering van de standvastige zoetwatermosselen, maar inmiddels loopt de vijver weer vol en zijn de schelpen bijna op. De eekhoorns zullen binnenkort weer op pad gaan, de mezen zullen nestelen en de kraaien zullen vergeten hoe een mossel smaakte. Vanochtend trof ik een easy mossel op het pad, eentje die keurig open was geschoten, mogelijk al bij de eerste poging. Misschien was het de laatste, want ik zag alweer een aalscholver.
Foto: de grote vijver vanochtend.
• Lilith gaat 40 dagen bloggen en for old times sake doe ik mee. Veertig dagen stukjes in het wild, dit is dag 2.
Haha wat een prachtig beschreven observatie.
Wat mooi beeldend beschreven! Ik zie het voor me.