Fotodagboek
Een plog is een samentrekking van photo en blog. In januari 2014 plogde ik al eens een weekje en Lilith inspireerde me om dat gedurende deze 40 dagen nog eens te doen. Bij dezen. Het is heel erg lang, dus als je haast hebt: niet aan beginnen.
Goedemorgen! Ik was al wakker om 5:46, maar toen had ik nog niet besloten om de dag fotograferend door te brengen. Deze foto is gemaakt om 7:52 uur. Op dat moment had ik mijn mailbox al lang en breed te grazen genomen en ik had er al twee kopjes koffie op zitten. Kijk, er hoort ook geluid bij:
Ik hoor in elk geval een koolmees, een ekster en een ochtendspits. De andere geluiden heb ik nog niet onder de knie.
Ik moet om negen uur op ‘school’ zijn, maar het is maar een paar minuutjes lopen, dus ik heb geen haast. Ik lummel wat achter de computer en moet uiteindelijk toch nog haasten om te douchen en op tijd te komen.
Om gênant maaggerammel te voorkomen zoek ik in de bijna lege kasten naar iets eetbaars. Ik vind een boekweitwafel en werk die met weinig smaak naar binnen.
In alle haast neem ik een heel scheve foto van Wannes, die achterblijft met krant en tegenlicht.
Mijn natuurgidscursus vindt plaats in het park achter mijn huis. Ik maak daar elke ochtend een wandeling met Wannes en het is vaak zo ontzettend mooi (en ineens staat de fotostand op ‘vierkant’, wat haast al niet vermag).
Alles is bevroren, de zon schijnt, rechts achterin fietst een klasgenoot en de meerkoet heeft als altijd een ochtendhumeur.
Ik nam deze foto om 08:59:53. Ik had dus nog 7 seconden om op tijd te komen.
Dat lukte, want ik stond al voor de deur. Dit is het Ecohuis, de plek waar ik mijn cursus volg. Wil je meer weten over het Ecohuis? Kijk dan hier.
Zul je altijd zien: ik blijk een van de eersten die zit. Niks haast.
In het Ecohuis worden schoolklassen ontvangen, dus er staan altijd toffe opstellingen in ons lokaal. Ik foefel een beetje, want deze foto is van de vorige les, die opstelling was iets fotogenieker.
Dieren in de klas.
Vanaf mijn stoel zie ik een beest dat ik sinds ik met Wannes communiceer een waterkieken noem, maar dat natuurlijk eigenlijk waterhoen heet. Mijn liefde voor waterhoentjes is nogal groot. Ze zijn de underdogs van het park. Ze laten zich wegpesten door andere vogels, nemen de benen als je alleen maar naar ze kijkt en hun pinguinachtige tred is verreweg mijn lievelingsloopje. Ik doe het ook graag na.
’t is pauze. Ik ben nogal allenig op de cursus, omdat ik legendarisch slecht ben in small talk, dus dat heb ik opgegeven (kan ik trouwens iedereen aanraden). Bovendien staan al mijn klasgenoten altijd binnen, en dat snap ik niet. Als je op zo’n mooie plek les hebt, snel je toch in de pauze naar buiten?
Hoi!
Tijdens de pauze kijk ik naar een man die zijn zoontje helpt om met de sluizen te spelen, maar hij mag NIET NAT WORDEN. Ik heb het met hem te doen. Heb je je voorgenomen om je zoontje NIET NAT te laten worden, bots je ineens op zo’n stomme sluis.
Egelholletje.
Ik stel relatief weinig vragen tijdens de les, omdat er zó belachelijk veel te vragen valt dat het ondoenlijk is om prioriteiten te stellen. Je kunt nu eenmaal niet in een jaartje alles van de natuur weten. Als de anderen wel steeds vragen stellen, word ik ongeduldig, want we hebben ook zonder die vragen vrijwel altijd te weinig tijd voor de lesstof. Dit keer stelde ik één vraag waar de gastdocent nogal giftig op reageerde en uiteindelijk beantwoorde hij mijn vraag niet. Dat gaf me een rotgevoel. De les was verder overigens wel interessant, het ging over natuurbeleid.
De les is afgelopen. Ik wandel rustig naar huis en zie lisdodde. Als ik een toptien van lievelingswoorden zou maken zou lisdodde er zeker in staan.
De bessen van de klimop zijn rijp (en giftig).
Onze nee-nee-sticker is van de brievenbus gevroren. Dat valt te merken.
Per ongeluk even een staande foto. Excusez! Als ik thuiskom uit de cursus vertel ik alles wat ik genoteerd heb aan Wannes. Hij is mijn externe harde schijf en minstens zo geïnteresseerd als ik. Maar het belangrijkste is dat ik het zelf beter onthoud als ik het allemaal een keer aan iemand verteld heb.
We zitten een tijdje aan de keukentafel vogeltjes te bekijken. De klinkmees komt ook weer even langs, maar op dat moment heb ik geen camera in mijn hand.
Op de wc hangt een postertje met vogels die ik doorgaans gemakkelijk herken, maar van sommige wil ik de oogstreepjes en de grootte uit mijn hoofd leren.
Ik vergeet mijn lunch te fotograferen. Nog meer boekweitwafels, want er was echt niks in huis. Gelukkig was er nog een beetje kaas voor erop. Na het eten wilde ik een dutje doen, maar dat werd mij niet in dank afgenomen.
Als ik wakker word, verhuis ik naar mijn computer en lees ik een artikel over cannabisjournalistiek. De auteur vindt de oogst schraal, en hij heeft een punt. ‘How to write about weed without sounding high.‘
Ik lees ook een column van Lisa Bouyeure die me instemmend laat knikken.
Ik ben verslaafd aan cola. Ik stop heel vaak met cola drinken, maar ik ben een slappeling. Ook nu hadden we al weken geen cola meer in huis, maar toen Wannes een andere boodschap ging doen, heb ik hem gesmeekt om een blikje cola te halen.
We gaan op pad voor wat boodschappen. Als wij door het huis lopen, stuift de kat altijd alle kanten op. Ze heeft een stoornis, maar we zijn er nog niet achter welke. Verontwaardigd kijken heeft ze ook tot kunst verheven.
O, per ongeluk weer een staande foto. Vlak voor we de deur uit gaan.
Wannes weet ook goede foefjes. Het slotje van ons dashboardkastje was stuk, daardoor viel het altijd open. Ik was vaak bang dat ik mijn knieën zou breken als er geremd werd. We hebben met stukjes touw en een ijzerdraadjes een heleboel slechte oplossingen bedacht tot Wannes er op een dag gewoon dit slotje in schroefde. Bleef prima zitten. Overigens is het dashboard zo vies omdat zelf-oogst in de winter een modderige aangelegenheid is. Ik verwissel op die plek altijd mijn kaplaarzen voor mijn gewone schoenen.
Op naar Leuven, met meeuwen en de toren van Sint-Maartensdal. Een van de boompjes is getooid met de spits van de toren van het Ladeuzeplein.
Omdat we het circulatieplan nog niet zo goed in ons hoofd hebben, moesten we door de straat waar we ooit woonden. God, wat voelt dat dan weer vertrouwd.
Hier moeten we zijn. Leuven is niet erg rijk aan exotische winkeltjes, maar deze supermarkt heeft gelukkig grootstedelijke allure.
Ik kijk er mijn ogen uit. Ze hebben rekjes en kasten voor verschillende landen. Ik zoek graag de landen op die ik niet zo goed ken, want daar staan altijd vreemde potjes en blikjes. Zoals deze knoflookbollen op zuur.
We kopen tandpasta voor Wannes, met Neem. En ik koop Garam Massala, Tom Yum-kruidenpasta en een nieuwe fles Sweet Chili-saus voor de voorraadkast.
Op de terugweg gaan we naar de Gamma.
Daar kopen we starters voor de tl-buizen in de kelder. We weten niet welke we nodig hebben, de seriegeschakelde of niet, dus kopen we beide.
Er strompelt een gans over de weg.
Wannes in de spiegel, mijn vrijer.
‘Vrijer dan je denkt’.
Onderweg zie ik een nieuw etablissement. Alleen de apostrof in pasta’s mag blijven.
De Kesselberg. Bijna thuis. Ik hou meer van de Kesselberg dan ik voor mogelijk hield.
Ik ontdek een briljante serveersuggestie op de nieuwe chilisaus.
We gaan een serie kijken. Als ik thuis ben, stel ik nogal hoge eisen aan comfort, dus ik installeer vaak een wegzaktroon.
Vanuit de troon. Wannes komt net met een dekentje aan (hier in huis ‘een deekske’). Zie je die doos daar? Dat is The Phaidon Archive of Graphic Design. Ik gaf het ooit aan Wannes voor zijn verjaardag en sindsdien hebben we elke drie maanden een paar nieuwe grafische kunstwerken aan de muur. Beste cadeau ever, al zeg ik het zelf. Verderop meer.
We kijken de tweede aflevering van het derde seizoen van The Leftovers. Een HBO-serie waarover ik mijn oordeel nog niet klaar heb, maar waaraan ik wel veel plezier beleef. Het dominante gevoel is: wow, wat ben ik aangenaam verrast! En vraag maar aan Wannes: dat ben ik niet zo snel. Maar aan de andere kant, de serie heeft me ook al een paar keer razend gemaakt wanneer het mijn suspension of disbelief te veel tartte, en sommige acteurs hangen me danig de keel uit. Een waarschuwing: haak niet af na de eerste afleveringen. In alle lijstjes worden de scores per seizoen hoger, de metacriticscore van seizoen 1 is een 7,6, in seizoen 2 is het al een 9 en het laatste seizoen krijgt een 9,1. En voor zover ik het nu kan beoordelen is dat terecht. Bovendien is het tweede deel van het eerste seizoen al zoveel beter dan het begin.
De schrijvers van deze aflevering hebben swag.
Hee kijk wie we daar hebben. Mark Linn-Baker, de goede vriend van Balki uit de serie Perfect Strangers. Hij speelt Mark Linn-Baker, de goede vriend van Balki uit de serie Perfect Strangers. (Serieus!)
We eten kliekjes (leftovers!). Linzen met allerlei provençaalse kruiden, veel kolen en knoflookworst. En een koolslaatje met appel, rozijnen en kerrie. Ik begin alweer een beetje kolenmoe te worden. Leuk hoor, die zelf-oogst, maar die verdomde kolen. Dat ze daar eens iets op bedenken.
Die twee linkerplaten uit het Phaidon-archief komen binnenkort aan de muur te hangen. Die derde plaat kreeg ik onlangs van mijn ouders toegestuurd. Mijn geboortewijk. Die gaat ook aan de muur.
In mijn mail vind ik een inschrijfformulier voor een excursie naar de Biesbosch. Ik wil er graag heen, maar liever met Wannes dan met mijn klasgenoten, dus ik laat de trip waarschijnlijk aan mij voorbijgaan.
We kijken na het eten nog een aflevering van The Leftovers. Wannes regelt voor mij een bol roomijs met hagelslag en een klodder jam.
We ruimen op voor we naar bed gaan.
Vroeg, maar ik ben doodop.
Welterusten!
• Ik heb al eens eerder geplogd, een weekje in januari 2014.
• Lilith gaat 40 dagen bloggen en for old times sake doe ik mee. Veertig stukjes in het wild, dit is dag 8.