De koningin is dood

Aretha is dood. De Queen of Soul wordt ze genoemd, en zo ervaar ik haar ook: als mijn koningin. Ze is mijn koningin veel meer dan Juliana, Beatrix, Maxíma, Paola en Mathilde ooit zullen zijn. Toen Prince en David Bowie stierven, mijn andere jeugdhelden, was ik geraakt, vol van herinneringen, supermelancholisch en ronduit verdrietig. Bij Aretha voel ik dankbaarheid, superveel dankbaarheid. Dat gevoel is afstandelijker dan bij Bowie en Prince, maar zo gaat dat bij royalties.

Het zit zo: in den beginne had je de Dolly Dots en Doe Maar, die met posters mijn muren bekleedden, die mij leerden meezingen en fan leerden zijn. Maar daarna werd mijn focus algauw een rommeltje. Van mijn negende tot mijn twaalfde cirkelde ik van Bob Marley naar Michael Jackson, en van Wham! naar Sting en The Police. Ik hield van alles door elkaar, was verschrikkelijk nieuwsgierig naar steeds weer nieuwe muziek en bleef rond mijn dertiende haken bij soul en R&B. Van de vriend van mijn zus, die in een soulband speelde, kreeg ik cassettebandjes met platen van Aretha Franklin, Wilson Pickett en King Curtis, en mijn moeder had een langspeelplaat van Aretha en een driedubbele soulverzamelelpee waarop Natural Woman stond.

Daar werd de kiem gelegd voor wat ik op die leeftijd allang geen fandom meer noemde, maar waar ontegenzeggelijk minstens zoveel overgave in zat: ik begon kwaliteit te herkennen. Ik voelde plotseling wat timing was, eigenheid, wat groove betekende en dat je goed had (Whitney Houston bijvoorbeeld) en héél goed (Aretha Franklin).

De jaren die volgden werden vaak door Aretha voorzien van een soundtrack. Ik herinner me hoe we de Blues Brothers tientallen keren keken en hoe we de scéne met Aretha nadansten en -zongen, en dat we op mijn vijftiende in de bergen van Tenerife onze rode multighettoblaster aanzetten, zoals dat ding heette, om in de zinderende hitte naar Chain of Fools te luisteren. In café De Toog, waar ik een paar jaar als kok werkte, stond Aretha op de cassettes die het diner van sfeer moesten voorzien, en vrijwel elke beginnende of eindigende liefde die sindsdien passeerde, werd aangekleed met mijn uitdijende collectie Aretha Franklin-cassettebandjes.

Omdat ze op zoveel momenten in mijn leven belangrijk was, heeft ze ook meerdere functies gehad: de opzweper op momenten dat ik tegen iets opzag, de inspirator toen ik zelf zangeres wilde worden, de verzachter als het leven pijnlijk was en ja, de koningin dus. Vooral op momenten dat ik haar live zag, op tv, of op Youtube en dacht: fucking hell!

Zoals dit fragment. Zonder geacteerde vrouwenglimlach, gewoon zingen, pianospelen, weergaloos timen en Aretha Franklin zijn. Wow.

Of dit. Queen of Soul én Gospel for sure, featuring Ray Charles.

In al mijn enthousiasme gaf ik mijn moeder ergens rond 1988 nog een plaat van Aretha die toen net uitkwam, Who’s zoomin who. Omdat ik wegens een parallellopende Eurythmics-liefhebberij erg geloofde in dit nummer:

Maar bij nadere beluistering bleek die elpee een ongelooflijke kutplaat. Sindsdien greep ik alleen nog terug op ouder werk van Aretha, en dat is er gelukkig genoeg.

Mijn top 3

Ik kon ook een top 100 maken, want ze heeft zeker 100 goede liedjes, maar een volgorde bedenken is lastig. Vandaar en daarom slechts 3.

3. Border song (Holy Moses)

Ik had hier ook Son of a Preacher Man of Aretha’s versie van The Weight kunnen plaatsen. Aretha en gospel is gewoon een niet te versmaden combinatie. Het is de timing, de gevoeligheid voor hard en zacht, de onversneden muzikaliteit.

2. Blue Holiday

Hier had ook Don’t play that song kunnen staan, maar omdat ik die hierboven al in een live-versie voorschotelde, mag deze invallen. De ballads van Aretha zijn vaak geslaagd, maar ook grijsgedraaid en niet zelden iets te zoetsappig gearrangeerd. Maar met deze ballad kan ze me krijgen. Er zijn weinig nummers die melancholie zo mooi nabootsen als dit. Ik geloof oprecht dat die holiday ongelooflijk blue was.


1. Won’t be long.

Een van de eerste nummers die ik leerde kennen, was Won’t be long, omdat de elpee van mijn moeder ermee begon. Toevallig is het ook een van de eerste nummers waarmee Aretha in 1961 de hitparade beklom. Het is verreweg mijn favoriet, nu al 31 jaar lang. Door het tempo, het zingen, de totale overgave tot de allerlaatste noot. Er bestaan heel goede live-versies van dit nummer, maar de versie op de plaat Queen of Soul vind ik de beste, dus die heb ik opgezocht.

Beeld: Wikimedia Commons
16 augustus 2018 | 2 reacties

«

»

Geef een antwoord

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

2 Reacties
  1. Erik Van Vaerenbergh 16 augustus 2018

    Bedankt voor de liedjes en de inspirerende woorden. Een mooi eerbetoon.

  2. Rob Alberts 16 augustus 2018

    Met plezier naar jouw muziek keuze geluisterd.

    Vriendelijke groet,

© 2020 Maartje Luif & KLEO, met dank aan Wannes Daemen • Leveringsvoorwaarden

Stuur een mailtje

Wil je meer informatie of heb je vragen? Mail mij!

Wordt verstuurd

Login met je gegevens

Je gegevens vergeten?