Ik wilde u vragen om geld te storten op 12-12
Ik wilde u vragen om geld te storten op 12-12, een samenwerkingsverband van hulporganisaties die in Afrika noodhulp leveren aan de miljoenen mensen die daar omkomen van de honger.
Maar toen dacht ik: hoe doe je zoiets? Want je hebt de mensen die toch al geld geven, die hoef je niet te overtuigen. Die kun je hooguit helpen herinneren: hallo! Wakker worden! Het gaat mis! Maar die anderen, die mensen die nog niet van zins zijn te geven, hoe bereik je die? Want ze hebben een veelheid aan redenen en ze hebben niet altijd ongelijk.
Hoe overtuig je bijvoorbeeld de mensen die zeggen dat het de politiek is, die iets moet doen? Of zij die niet geloven in ontwikkelingssamenwerking?
Wat moet je met het argument van strijkstokken, waar geld aan blijft hangen? En dat je uiteindelijk niemand nog kunt vertrouwen?
Waar te beginnen met de mensen die menen dat we eerst iets aan het klimaat moeten doen? En zij die zeggen moedeloos te zijn?
En wat met de mensen die wijzen op Mosul en Lesbos.
Die niet meer weten wié ze moeten helpen.
En die vinden dat we boter op ons hoofd hebben, met onze luxe levens en onze eerstewereldproblemen.
Ze zijn bang dat noodhulp een doekje voor het bloeden is en ze vrezen dat het de aandacht afleidt van waar het echt over gaat.
Zoals het klimaat.
Conflicten.
Geopolitieke verhoudingen.
De neoliberale wereldorde.
Globalisering.
Ik snap die mensen en hun argumenten, en toch wilde ik u vragen om geld te storten. Want, ja, natuurlijk is noodhulp een doekje voor het bloeden. En, ja, er zijn strijkstokken waar geld aan blijft plakken. En nee, de oorzaak van het probleem wordt niet opgelost door hongerlijders 500 calorieën per dag toe te dienen. Maar in de tijd dat wij nadenken over hoe we de problemen dan wél oplossen, kan noodhulp een grote groep mensen op de been houden.
Natuurlijk moeten we hand in eigen boezem steken en beseffen dat voor vrijwel alle comfort waarin we ons wentelen elders op de wereld iemand de prijs betaalt, maar dat wij de luxe hebben om eindeloos na te denken over de oplossing voor dit probleem, ontslaat ons niet van de plicht om in de tussentijd levens te redden.
Daarom wilde ik u vragen iets te storten op 12-12. Want u kunt wel blijven mitsen en maren, maar dat maakt u niet minder verantwoordelijk voor alles wat u niét doet.
Dus, doe het maar wél.