De teloorgang van de keuzestress
Op de wetenschapspagina van De Standaard stond gisteren een antwoord op de vraag waarom er dit jaar na een lange rit naar het zuiden zo weinig dode insecten op de autoruit zaten. Ik hoefde het antwoord niet te lezen, want ik wist het al, en als u een beetje heeft opgelet de afgelopen jaren, dan weet u het ook. ‘Komt het door het asfalt?’ vroeg de vragensteller. ‘Of door pesticide in de berm?’
Nee, was het antwoord van de navorser, het is veel banaler. Er zíjn gewoon minder insecten, niet alleen op de autostrade, maar overal. Hoewel er weinig onderzoek is gedaan, lijkt het erop dat in sommige delen van Europa het aantal insecten met de helft tot wel driekwart is afgenomen.
Ik dacht aan juni jongstleden, toen ik bij een tankstation in de Bourgogne met mijn kopje koffie op de stoeprand was gaan zitten. Ik verwachtte het beeld dat ik al jaren kende: naast me op de stoeprand zouden de plaatselijke mussen hun posities innemen, met goed zicht op de autoroosters vlak boven de voorbumper. Ze zouden zijdelings heen en weer trippelen, zoals ik ook doe als ik in keuzestress voor een buffet sta. Na wat dubben, zouden ze het smakelijkste insect uitkiezen en het vliegensvlug van het autorooster pikken, om vervolgens opnieuw een tijdje te dralen op de stoeprand. Dat proces zou zich herhalen, tot ik mijn koffie op zou hebben en met het rustgevende beeld van een weldoorvoede mus mijn weg zou vervolgen.
Maar deze keer lieten de mussen zich niet zien op de stoeprand. Onder het dak van het tankstation kwetterde een ploegje mussen, maar het waren er lang niet zoveel als andere jaren, en ze toonden geen enkele interesse in het lopend buffet van geplette muggen op de grill.
Aan de voet van een vuilbak verderop, lieten de mussen zich de kaas van het brood eten door een dikke spreeuw. Ze deden zich tegoed aan de kruimels en zochten amechtig naar een bijpassende bron van proteïne
Ik bestudeerde ons autorooster: er zaten twee vette muggen op, een paar halve vleugeltjes en een stel vlekjes waarvan alleen een mus zou kunnen beoordelen of het de moeite van het opeten waard was. Ik monsterde de auto naast ons en daarnaast en daarnaast: overal was de muggenscore karig. Ik stelde me een lopend buffet voor met afgekloven kippenpoten en donker uitgeslagen pudding. Ook ik zou mijn heil gaan zoeken bij de kebabzaak verderop.
Het grote probleem met de voedselketen is dat het een keten is. Elk schakeltje dat je wegneemt, heeft gevolgen voor de volledige ketting. Minder insecten, betekent minder eten voor vogels, vleermuizen, padden, kikkers en uiteindelijk ook voor mensen.
Dus denk even aan die ooit zo weldoorvoede Bourgondische mussen als u weer eens een tuin betegelt of uw geld uitgeeft aan intensieve landbouw. En denk aan uw nageslacht en wat er van hun keuzestress aan het buffet overblijft als de insecten defintief verdwijnen.
Dit Middagjournaal las ik op dinsdag 12 september voor in het programma Nieuwe Feiten op Radio 1.
Knap. Wie nog meende dat het woord Profeet altijd mannelijk is, mag nu zijn Woordenschat voor herziening inleveren…
Het zal bijzonder, bijzonder Eenzaam worden, het leven op dit continent, vanaf het jaar dat de mens de dieren allemaal heeft weg- en doodgepest. – En dat terwijl Eenzaamheid vandaag al, op sluipende wijze, een actief ingrediënt vormt van Depressie. En van de vele andere, vaak zeer ontredderende en innerlijk- pijnlijke Beschavingsziekten. Aandoeningen die overigens al een grote minderheid van mensen in onze gemeenschap te pakken hebben… Laat ons de Dieren, die precieuze Fellow Creatures, vanaf nu omarmen. En misschien het geld en de uurroosters en de boekhouding wat los laten.