Check je privilege

Je zag ze de afgelopen weken weer veel passeren, de ‘je mag ook niets meer zeggen’-adepten. Bij gelijkheidskwesties zijn ze er als de kippen bij om het debat te herleiden tot ‘je mag ook niets meer zeggen’ en ‘willen die politiek correcte zuurpruimen nu ook al onze toogpraat/whatsappgesprekken/locker-room-talk censureren?’
Hoewel er niemand is die zegt dat je niets meer mag zeggen, is het steevast de stok om mee te slaan: mag ik dan helemaal geen grapjes meer over vrouwen maken? Mag ik dan nooit meer het n-woord zeggen? Mag ik me dan nergens meer mee bemoeien, omdat ik een voorkeurspositie heb? Als witte? Als man? Als christen?
Het doet me denken aan het antwoord dat papa en mama Luif gaven toen ik vroeg over welke nationaliteiten je wel grapjes mocht maken en welke niet. Wat mijn ouders mij toen op het hart drukten, zou je in modern antidicriminatiejargon kunnen formuleren als: check je privilege.
In kinderjargon kwam het erop neer: kies iemand van de eigen leeftijd, ga nooit door als de ander het niet leuk vindt, en als je twijfelt over de verhoudingen, dan laat je de mopjes over kinderen met rood haar over aan de kinderen met rood haar, Joodse mopjes aan Joodse klasgenootjes en grappen over Turken aan Turkse kinderen. Zij kunnen beter beoordelen of een grap echt leuk is.
De persvoorlichter van uitgeverij De Standaard zou de uitgangspunten der moppentapperij van papa en mama Luif de afgelopen week goed hebben kunnen gebruiken. Ze vergeleek de karikatuur van de zwarte man met de veel te grote lippen in de nieuwe Suske en Wiske met de karikatuur van Lambik, die toch ‘ook geen prototype van de Vlaamse man was’, waarmee ze in één zwiep haar excuses minder waard maakte én de vloer aanveegde met de wet van vader en moeder Luif: check je privilege.
Ook in deze krant neigde een redacteur ertoe om met kwinkslagen de luxe van zijn voorkeurspositie in de verf te zetten (DS 22 juni). Hij ging op zoek naar het antwoord op de vraag of vrouwen nu wel of niet nagefloten willen worden, maar laveerde van grap naar kwinkslag, en van belediging naar minimalisering van het probleem.
Had hij de lessen van vader en moeder Luif over de betere mop meegekregen, dan zou hij zijn privilege hebben gecheckt bij de ludieke toevoeging dat er onder zijn bronnen ook vrouwen zijn ‘met onverdachte intelligentie’. En bij de vraag ‘Hebt u ooit Koen Wauters horen klagen over de opdringerige aandacht van vrouwelijke fans?’, zou hij direct hebben gedacht aan het gebrek aan gelijke uitgangspositie tussen mannen en vrouwen. Het antwoord op de vraag of je van de catcallingkwestie één grote aaneengesloten grap moet maken, was direct beantwoord geweest.
Het radicaal-rechtse Nederlandse parlementslid Thierry Baudet maakte het afgelopen maandag in De Afspraak helemaal bont. Na een confrontatie met zijn opmerkingen dat vrouwen nu eenmaal minder excelleren in bepaalde beroepen en meer van familiedingen houden – ‘Dat is gewoon zo!’ – klaagde hij: ‘Maar we zijn met zijn allen wel heel snel verontwaardigd, en dingen zijn wel erg snel taboe. Het debat wordt versmald en dat is slecht voor de democratie.’
Zijn reactie laat goed zien hoe moeilijk het is om als privilegieerde los te komen van de in steen gehouwen standaard. Want kritiek op de maat der dingen van de bevoorrechte is niet de grens van dat debat, die kritiek ís het debat. Maar juist die bevoorrechten kunnen vaak moeilijk afscheid nemen van wat de publieke opinie was toen zij het voor het zeggen hadden. Andere perspectieven niet willen zien, is bij uitstek een privilege van de bevoorrechten.
Dat gebrek aan oog voor machtsverhoudingen kan ook gevaarlijk zijn, want, zo schreef hoogleraar sociale psychologie Naomi Ellemers vorige week in de Volkskrant: seksistische grappen zijn vaak niet onschuldig. Vooral wanneer die grappen worden gemaakt door iemand met een bevoorrechte positie, duiden ze vaak op een verziekte cultuur waarin daadwerkelijk strafbare zaken als verkrachting en intimidatie meer voorkomen en minder erg worden gevonden.
‘Misschien had ik het niet moeten zeggen’, zei Baudet in De Afspraak over zijn seksisme, en dat was het enige zinnige dat er die avond uitkwam. Inderdaad Thierry, zouden vader en moeder Luif adviseren, check je privilege en bij twijfel zeg je gewoon niets.

Deze column verscheen op vrijdag 30 juni 2017 in De Standaard

10 juli 2017 | 3 reacties

«

»

Geef een antwoord

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

3 Reacties
  1. Jupah 11 juli 2017

    Hele goeie column!!! Ik heb het meteen besproken met mijn puberzoon.

  2. Auteur
    maartje 12 juli 2017

    Wat leuk om te horen! Dank!

  3. Deh Haagh 12 juli 2017

    *grijns* wel weer heerlijk confronterend… ik herken van mezelf wel het één en ander… terwijl ik de opvoeding die ik heb gehad, gerust als ruimdenkend mag zien, merk ik toch dat ik een kind ben van mijn ‘opgroei’ tijd en ook waar ik opgroeide. Nu ik dit lees zie ik pas mijn blindspots… daar had ik nog niet eerder over nagedacht… en eigenlijk zou het een open deur moeten zijn die je laat zien/lezen….

© 2020 Maartje Luif & KLEO, met dank aan Wannes Daemen • Leveringsvoorwaarden

Stuur een mailtje

Wil je meer informatie of heb je vragen? Mail mij!

Wordt verstuurd

Login met je gegevens

Je gegevens vergeten?