Klassenjustitie is nauwelijks overdreven
Slechts 10 procent van de slachtoffers van seksueel geweld dient een klacht in. Willen we dat cijfer ooit omhoog krijgen, dan moeten de ondoorzichtigheid en vooral de onbetaalbaarheid van het systeem aangepakt worden, schrijft MAARTJE LUIF.
Terwijl ik deze tekst tik, krijg ik telefoon. Mijn advocaat vraagt of ik wil dat ze in actie komt in een al jaren lopende rechtszaak. Er zijn nieuwe ontwikkelingen in een zakelijk geschil waarin ik al door de rechter in het gelijk ben gesteld, maar waarbij de tegenpartij er alles aan doet om aan het vonnis te ontkomen. ‘Zal ik maar weer aan de slag gaan?’ vraagt ze.
Ik moet eerst uitrekenen of ik het kan betalen. Als ik haar aan het werk zet, dan is de kans groter dat het recht zal zegevieren, maar met mijn beperkte inkomen is de afweging tussen meerdere weekbudgetten en een paar uur een advocaat een serieus dilemma. ‘Ik moet erover nadenken’, zeg ik, ‘maar eerst moet ik schrijven over slachtoffers van seksueel geweld die te kampen hebben met seponering van hun zaak, omdat de verdachte automatisch een advocaat krijgt en zij niet, ik bel je later terug.’
Nadat ik heb opgehangen, lees ik verder in het artikel ‘Je kunt maar beter de verkrachter zijn’ (DS 2 april) over de gevolgen van het Salduz-arrest voor zedenzaken. Die regelt dat verdachten voor hun verhoor automatisch een gratis advocaat krijgen. Het lijkt erop dat door dat arrest de verhouding tussen seponeringen en rechtszaken helemaal is verstoord, omdat de advocaten van de verdachten aansturen op een woord-tegen-woord-zaak in plaats van op waarheidsvinding. En welles-nieteszaken, die rechtszaken over seksueel geweld nu eenmaal vaak zijn, worden sneller geseponeerd.
65.700 slachtoffers
In 2014 lanceerde Joëlle Milquet (CDH), toenmalig minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, de campagne ‘Verkrachting. Verbreek de stilte.’ Ze moest slachtoffers van seksueel geweld ertoe bewegen aangifte te doen. Van de naar schatting 65.700 mensen (laat dat getal even tot je doordringen) die per jaar slachtoffer zijn van seksueel geweld, doet namelijk slechts 10 procent aangifte.
Omdat ik wel eens aangifte heb gedaan van seksueel geweld, maar ook een aantal keer niet, kan ik me inleven in zowel die 90 procent als in die 10 procent. Een van de redenen dat ik en velen met mij geen aangifte doen, is de ondoorzichtigheid en onbetaalbaarheid van het rechtssysteem. Als je toch al wordt geplaagd door angst, schuldgevoel, verdriet en het vreselijke dilemma of je een bekende voor de rechter moet slepen – seksueel geweld wordt in driekwart van de gevallen gepleegd door een bekende – is de grotere kans dat je rechtszaak geseponeerd wordt niet erg motiverend, en de kans dat je het systeem niet zult begrijpen of niet kan betalen een reden om een aangifte maar helemaal te verwerpen. Voor een pro-Deo-advocaat kom je alleen in aanmerking als je netto niet meer verdient dan 953 euro, waarmee de suggestie wordt gewekt dat je met een inkomen van 954 per maand prima een advocaat kunt betalen. Ik kan u vertellen: dat gaat niet.
Een campagne als ‘Verbreek de stilte’ is erg vrijblijvend als het rechtssysteem intussen zulke hoge drempels opwerpt dat het predicaat ‘klassenjustitie’ nauwelijks overdreven is. Denk daar maar eens over na, dan ga ik nu even mijn advocaat bellen om te zeggen dat ik het eigenlijk niet kan betalen om mijn recht te halen.
Dit opiniestuk verscheen op woensdag 6 april 2016 in De Standaard.
Als altijd blij dat je erover blijft schrijven. Dankje. Het lichtpuntje van een rotte avond!