Hoe het verhaal van mijn vakantie onbestaande werd
Toen ik aan de zomer begon was ik moe, nu de zomer langzaam uitdooft ben ik nog steeds moe. Of nee, moeier. Moeier dan ervoor, moeier dan zou moeten.
Sinds april werkte ik aan een taaladviesproject voor jongeren dat in oktober af moet zijn voor de Taalunie, ik schreef allerlei stukken op verzoek van De Standaard, ik ben een manuscript aan het afronden met een schrijfcoachleerling en ik begon aan drie nieuwe schrijfprocessen met nieuwe leerlingen. Daarnaast werd mijn moeder 70 en maakte ik voor haar een nogal tijdrovend cadeau, ik verplaatste alle meubels in mijn woonkamer, ruimde de kelder zo grondig op dat de kat er niet meer in durft, en als klap op de vuurpijl geef ik eind deze week een iets te groot feestje, omdat ik dit jaar tien jaar in België woon en – vandaag! – drie jaar getrouwd ben. Tel daarbij op de duizenden handelingen die we verrichtten om de gevolgen van de beroving te normaliseren en je kunt je misschien voorstellen hoe moe ik ben. En dan te bedenken dat het het eerste jaar in jaren was dat ik nog eens een zomervakantie had ingepland.
In normale tijden zou ik nu happend naar adem aan de de oppervlakte hangen, maar dankzij de beroving zijn dit geen normale tijden. Het voelt aanmatigend om er een diagnose op te plakken, maar ik geloof dat ik deze zomer PTS-klachten te pakken had. Ik schaam me kapot om het zo te noemen, want hee, wat hebben we nu eigenlijk meegemaakt? Maar stofwisselingstechnisch kan ik op geen andere manier verklaren hoe ik er in de maanden juni en juli aan toe was. In die acht uur dat we erover deden om vaste grond onder de voeten te krijgen, heeft de angsthormoonpomp zo open gestaan dat ik nu, elf weken later, nog steeds de restjes uit mijn bloedbaan aan het bezemen ben.
In juni sliep ik slecht, kon ik nog geen krantenartikel uitlezen en was ik in niets anders geïnteresseerd dan mijn taakspanning: laat mij maar iets doen, iets langdurigs, iets dat nooit stopt, zodat ik de knikkerbaan van gedachten niet af hoefde.
Mijn verhaal opschrijven hielp goed, hoewel het ook confronterend was om elke keer te zien hoe hyper ik de dagen ervoor schreef. Bij deel 20 was ik in een heel andere toestand dan bij deel 1, waardoor de eerste hoofdstukken zorgden voor hartkloppingen als ik ze teruglas.
Onze tweede poging tot vakantie strandde op een dag met 28 millimeter regen, maar dankzij mijn onvolprezen ouders was er poging 3. Zij hadden midden juli voor een week een prachtig huis gehuurd in Frankrijk waar we met zijn zevenen naartoe gingen. Nu vind ik met andere mensen op vakantie gaan nauwelijks ontspannen, hoe lief die anderen mij ook zijn, maar niettemin was die week wel precies wat Wannes en ik nodig hadden: lezen, mooi weer, lekker eten en weinig tot niets hoeven.
Het internet zorgde de afgelopen maanden voor ambivalentie: enerzijds hebben tientallen mensen ons een hart onder de riem gestoken, anderzijds waren dit de maanden waarin ik trollen en bullies beter leerde kennen dan me lief was. De trollen omdat ik in de Standaard schreef over feminisme, de N-VA en racisme en dan kruipen die als vanzelf uit hun holen, bullies omdat mijn relaas over de beroving op mijn weblog op Twitter door de filmmakers Martin Koolhoven en Willem Bosch publiekelijk werd afgedaan als gênant, pathetisch en decadent en hun grote volgersschare daar gretig op inhaakte.
In mijn hoofd kon ik het allemaal vrij gemakkelijk relativeren, zoals ik ook de beroving zelf rationeel al vrij snel tot redelijke proporties had teruggebracht, maar omdat mijn hart en hormoonhuishouding voor zichzelf waren begonnen, vormde het digitale boegeroep toch een obstakel in het herstel.
Ooit dacht ik dat ik stressbestendig was, omdat ik kok was geweest en zonder schelden tussen de 50 en 100 couverts uitgaf, maar nu ik 42 ben, weet ik dat stressstoornisjes mijn achilleshiel zijn. De oorzaak (en het gevolg) van die gevoeligheid voor stress is dat ik niet mild ben voor mezelf en dat is precies het haakje waaraan die bullies bleven hangen, want mezelf pathetisch noemen daar ben ik toevallig heel goed in.
Inmiddels heeft mijn gezond verstand het gewonnen van de pesters en vind ik het vooral verbazend dat mensen met enig aanzien zich geroepen voelen iemand van een willekeurig weblog te kakken te zetten. Dat heeft misschien iets te maken met de actie die – lieve lieve – Aafke Romeijn voor ons opzette. Die haalde een bedrag met drie nullen op met een crowdfundingsactie omdat ze zelf ooit veel vertrouwen had teruggekregen toen mensen voor haar geld ophaalden na een beroving. Dat soort acties kun je natuurlijk vrij gemakkelijk afdoen met ‘er zijn ergere dingen in de wereld, dus waar zeiken die mensen over?’
Die actie boezemde mij en Wannes dan ook angst in. We hadden het moeilijk met hoe we op de beroving reageerden, waren allebei te rationeel om het normaal te vinden dat we niet sliepen, waren allebei teleurgesteld dat we zoiets niet gewoon even incasseerden, waren allebei te gevoelig om het aan te kunnen als niemand iets zou willen storten, dan zou het een populariteitspoll zijn, een peiling naar onze gunfactor, maar we waren ook allebei bang dat we ons heel ongemakkelijk zouden voelen als het een groot succes werd. Dus hielden we ons afzijdig, wat trouwens ook heel onbeleefd leek. Achteraf gezien heeft Aafke gelijk gehad, het succes van haar actie werkte zalvend. Het verzachtte het gezeik van de stoerdoeners, hoewel het de vraag is of de pesters niet juist getriggerd werden door die actie.
We hebben al eens uitgebreid bedankt, maar toch wil ik het hier nogmaals doen. Niet alleen het geld, maar ook de enthousiaste reacties van de lezers van mijn relaas hebben veel gewicht in de schaal gelegd toen we ons evenwicht zochten. Ik schreef het al eerder: als schrijfcoach raad ik niemand aan om onder invloed van een adrenalinecocktail een verhaal te schrijven, het doet je stijl geen goed, maar jullie hadden daar hoegenaamd geen problemen mee, en dat was heel plezierig.
De beroving is inmiddels nog steeds niet afgewikkeld. Na drie aangiftes in drie verschillende landen en allerlei geregel met banken, providers en consulaten, hebben we deze week de nieuwe bril van Wannes opgehaald. Nu rest ons alleen nog het verzekeringsgedoe. We dachten dat we geen reisverzekering hadden – omdat we zo weinig op reis gaan waren we dat stomweg vergeten – maar we bleken dankzij onze familiale verzekering verzekerd te zijn voor diefstal op reis. Edoch, er zijn geen sporen van geweld of inbraak en dan krijg je niks. De verzekeringsmevrouw erkende dat de polis op dat punt oneerlijk is: de meeste reisdiefstallen gaan niet gepaard met geweld, dus de meeste mensen hebben niks aan die verzekering. Maar ja, zij kon er ook niet meer van maken. Het lijkt erop dat ik via mijn vaders reisverzekering ook verzekerd was, maar het zal nog even duren voor we weten of die verzekering zich niet ook Houdini-gewijs aan zijn verantwoordelijkheid onttrekt.
Dankzij de actie van Aafke kan het feestje van zaterdag doorgaan en hebben we de afgelopen maanden in elk geval de bureaucratische mallemolen kunnen betalen zonder onszelf op water en brood te hoeven zetten en dat maakt deze zomer een stuk dragelijker dan wanneer we er geestelijk bovenop hadden moeten komen in de schaduw van een gigantisch financieel probleem.
Tot slot: ik zal proberen weer wat meer te schrijven. Mijn stofwisseling kan de bullies en trollen weer aan, en ik vond het heel feestelijk die duizenden mensen op mijn blog de afgelopen maanden. Ik ben nog steeds niet 100 procent de oude, met de concentratie van een Jack Russell en acute hartritmestoornis als er maar een kopje omvalt, maar ik heb geen tijd en geld om langer rust te nemen. Het mag duidelijk zijn dat deel 21 van Hoe onze vakantie onbestaande werd niet meer zal komen. Ik weet niet of er nog vragen zijn en of ik nog losse eindjes heb laten liggen, maar mocht dat zo zijn: het reactieveld is geduldig.
En om de Zangeres Zonder Naam te citeren: Bedankt lieve mensen!
Lees hier deel 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19 en 20 van Hoe onze vakantie onbestaande werd.
Weet je Maartje, je schrijverij geeft me al een tijd veel plezier en zorgt regelmatig voor ontroering en mooie inzichten. De oproep van Aafke was, ondanks de nare aanleiding, een fijne mogelijkheid om eens iets terug te doen. Ik zie het niet als liefdadigheid maar als een faire vergoeding voor je schrijven. Een heel feestelijk feest gewenst, proficiat!
Ik heb enorm met jullie meegeleefd. Veel liefs!
Anoniem: zo spannend, zo anoniem! En ik moet wel een beetje lachen om je ‘faire vergoeding’. Dank voor de lieve woorden.
En Esther: veel liefs terug!
ik hoop dat jullie stressstoornis gauw beter wordt… ik moet zeggen dat ik me ontzettend voyeuristisch voelde tijdens het lezen van je relaas – juist omdat je op alle emoties inzoomde.
sterkte met alles.
Ja, waarschijnlijk is dat wat de bullies irriteerde, dat ik – hoewel er veel zelfhaat en zelfspot in zit – niks kleiner heb gemaakt dan het was. Zij zullen denken dat ik het groter maakte dan het was. Dat is hun goed recht. Beetje sneu alleen dat je daar dan een groot publiek bij wil halen.
En: dank je wel!
Eerlijk gezegd lijkt het allemaal nogal tegen overwerktheid aan te schuren, als ik je verha(a)l(en) lees. Met als klap op de vuurpijl dan de berovingsvakantie. Nét een paar kilo te zwaar om ook nog eens op je schouders te dragen.
Voor wat ik je ontzetteloos gun – structurele rust en ademruimte – ,zul je voor zover ik kan inschatten als zelfstandige weinig tijd hebben. Tel daarbij op je aanzienlijke arbeidsethos en je hebt een klassiek vicieuze cirkel.
Die ken ik maar al te goed. Bij mij was er een kapotte nier en drie maanden noodgedwongen stilstaan voor nodig om eindelijk goede stappen te zetten. Voorwaar geen kattenpies.
Jouw lijf geeft nu ook duidelijk aan dat er stoplichten op oranje staan. Daarom wens ik je toe dat je of kunt remmen, of dat het licht op tijd groen wordt.
Overwerktheid is helaas meer regel dan uitzondering in mijn leven. De problemen zijn in die zin structureler en deels hormonaler dan simpelweg mijn leven anders inrichten. Ik heb aan alle kanten van het spectrum gezeten: tijdelijk arbeidsongeschikt, in vaste dienst met veel werkzekerheid, in vaste dienst met weinig werkzekerheid, freelance met veel werkzekerheid, freelance met weinig werkzekerheid, rijk, arm, veel vrije tijd, weinig vrije tijd. Het zit dieper dan dat, als we het hebben over alle stressklachten. Hoe ik reageerde op de adrenaline deze zomer was beyond mijn structurele probleem. In die zin is het ingewikkeld. En omdat ik momenteel nogal arm ben, is het ook nauwelijks een ‘maakbare’ kwestie. Ik moet gewoon door. Niettemin: bedankt!
Ik heb hier ooit, nog voor ik onder deze naam reageerde, gezegd hoe jij mijn vrouwelijke heldin was. En dat meende ik. Met je dreads. Met je verhalen over Amsterdam én over België. Met de manier jezelf telkens weer onder de loep te leggen, authentiek te zijn. Met stoer liften, met stoer in kraakpanden leven (helemaal zelf ingevuld maar zou me niet verwonderen als het waar is) én toch de liefde van je leven tegengekomen, naar België gekomen en van het schrijven te leven. Ik vond en vind jou stoer, mooi, authentiek (ik zeg dat niet toevallig twee keer), feministisch en ik lees hier altijd met plezier. Ik vind het enorm jammer voor je als ‘onverwerktheid meer regel dan uitzondering is in je leven’ – en tegelijk realiseer ik me: grow up, jij Kleine Atlas, had je dat tussen de lijnen niet allang kunnen begrijpen? Ik wens je… wat, eigenlijk? Het beste? Mooie jaren. Mooiere tijden. PTSD is vaag, als ‘diagnose’, en de eerste keer dat ik het voor mezelf heel vaag dacht – totaal ongewenste zwangerschap, gruwelijk: in 9 maanden weer evenveel veranderen als in de puberteit – dacht (en denk) ik ook: wat? Ik? wat met echte mensen?
Het vreemde, vind ik, is dat niemand anders dan jijzelf die antwoorden kan geven. Ik heb ze nog altijd niet, maar het feit dat het bezig blijft houden, probeer ik respect en tijd te geven, want ik denk echt dat het anders nog veel langer zal duren voor je echt (ik toch) jezelf kan worden.
Liefs.
Wat een geweldig lief bericht. En tegelijk ook altijd weer bevreemdend als anderen kracht lijken te zien, waar ik vooral zwakte ervaar. Leerzaam ook. Vermoedelijk heb ik je hoogstpersoonlijk maar onbedoeld op het verkeerde been gezet. Zie ook:
https://www.maartjeluif.com/2013/vrijdag-20-september
En: dat van dat liften klopt, maar van die kraakpanden niet, daarvoor hecht ik net iets te veel aan comfort, controle en privacy. Maar heel logisch dat je eraan dacht, want de omgeving waarin ik verkeerde was zeer verweven met de kraakscene.
Hoe dan ook: heel erg bedankt voor je berichtje!