Niemand hield mij tegen
Ik kwam als gelukszoeker de Belgische grens over en niemand hield mij tegen. Ik werd ontvangen met zoenen en éclairs, en met een verblijfsvergunning op een gouden schaaltje. Ik had geen werk en geen geld, maar niemand hield me tegen. Niemand vroeg of ik op toevallig op zoek was naar geluk, of een ander leven.
Met visioenen van een betere toekomst in mijn hoofd, trok ik langs de douane. Ik had die nacht lekker geslapen in een huis, in een bed, en ik zou de volgende nacht weer lekker slapen, in een huis en in een bed. Ik hoefde geen dekens te bietsen, of water te vragen, en ik hoefde niet te hopen dat er plaats zou zijn op de trein.
De eerste avond van mijn nieuwe leven sloot ik mijn ogen en kwam ik moeilijk in slaap door de verwachtingen die ik koesterde. Zou het mooi worden? Groots, zoals ik altijd had gewild? Zou ik het geluk vinden? Want ik was een gelukszoeker in al mijn vezels, en toch hield niemand mij tegen.
Toen ze hoorden dat ik uit een veilig land kwam, werd ik niet op de trein terug gezet.
Toen ze in de smiezen kregen dat ik voorgoed wilde blijven, was er niemand die me vertelde dat dat niet de bedoeling was. En toen ik opbiechtte dat ik geen werk en geld had, was er niemand die hoopte dat ik niet zou wennen aan het welvaartsniveau. Ik was een gelukszoeker en niemand hield me tegen.
In de stad waar ik woon, zijn we met tienduizend van mijn soort, zo vormen we tien procent van de bevolking. Allemaal gelukszoekers, die mochten komen, blijven, werken en wonen, want we kregen rechten, plichten, kansen en dromen.
Ik ben een gelukszoeker, maar mijn aanwezigheid wordt niet gewogen, mijn rechten worden niet bepaald door de mate waarin ik heb geleden, en niemand sommeert mij om als de wiedeweerga mijn biezen te pakken, want gelukszoekers hebben we al genoeg.
Ik zag meer kansen voor mezelf op deze plek op aarde, meer kans op het leven dat ik wilde en op de dromen die ik had, en toch lichtte niemand mij pootje toen ik de grens overstak. Niemand riep: hoho, wacht eens even, dat gaat zomaar niet.
Niemand eiste dat het oorlog was in mijn land, niemand vond dat ik gevaar zou moeten lopen. Ik mocht zelfs al een klein beetje geluk hebben en toch nóg meer geluk komen zoeken op vreemd terrein. Ik ben een gelukszoeker en niemand houdt mij tegen. Want ik mag er kennelijk wél zijn.
Vorige week verzorgde ik elke dag het Middagjournaal in het programma Nieuwe Feiten op Radio 1. Dit was het Middagjournaal van woensdag 28 oktober 2015. Hier kun je de radioversie beluisteren.