Drugshond
Ik ben een blower. Altijd al geweest. Een beschaafde blower. Zo eentje waar je geen last van hebt, met diploma’s en een spaarrekening. Een die keurig belasting betaalt, niet de weg op gaat als dat verboden is en geen minderjarigen meesleept in haar liefhebberij.
In De Standaard van 2 april 2015 las ik dat op verzoek van het KTA in Halle de politie gisteren met drugshonden tachtig leerlingen heeft gecontroleerd op drugs. Vijf meerderjarige leerlingen liepen tegen de lamp. Volgens directrice Maggy Vankeerberghen is het de bedoeling de jongeren ‘van de drugs af te helpen’. Ze vindt de controle voor herhaling vatbaar. ‘De gecontroleerde leerlingen waren onder de indruk en dat is precies het effect dat we beoogden.’
Mijn eerste jointje rookte ik toen ik vijftien was. Te jong, vind ik nu, mijn hersens werden nog gevormd. Maar noem mij één wetgever die een puber van zijn experimenteerdrift afhelpt.
Sinds die eerste joint, ben ik regelmatig uit voertuigen geplukt, door drugshonden besnuffeld en door douaniers tot tussen mijn billen betast. Op mijn zestiende haalde een douanebeambte me op de grens van Nederland en België uit een auto. Ik had niks bij me, maar werd toch twee uur vastgehouden op een grenspost. Was ik onder de indruk? Ja. Rookte ik er ooit een jointje minder om? Nee.
Op mijn negentiende viste een overijverige douanier me uit de trein. Op weg naar Engeland leidde hij me op Brussel Centraal naar de catacomben. Hij pakte alle cadeautjes voor mijn Engelse vrienden uit, vond niks en liet me weer gaan. Was ik onder de indruk? Ja. Rookte ik er ooit een jointje minder om? Nee.
Op mijn 24e nam een vliegende brigade van mannen en honden me langs een Franse péage grondig onder handen. Ze waren in de brandende zon eindeloos bezig, vonden niets en lieten me weer gaan. Was ik onder de indruk? Ja. Rookte ik er ooit een jointje minder om? Nee.
Ben ik ooit eens wel betrapt? Ja. Met een gebruikershoeveelheid, die ik afgaf, waarna ik weer naar huis mocht. Was ik onder de indruk? Allez, u kent de riedel.
Goed, dus ik was áltijd onder de indruk, maar dat heeft me godzijdank nooit van de drugs af geholpen. Ik voel me alleen lichtjes opgejaagd, minder op mijn gemak en ik twijfel ten zeerste aan de prioriteiten van politie en justitie.
Mijn inschatting is dat dit ook voor het KTA in Halle geldt: die vijf leerlingen verstoppen hun jointje voortaan achter een regenpijp in de buurt en het merendeel van de tachtig gecontroleerde leerlingen voelt zich lichtjes opgejaagd en minder op zijn gemak op school en in de maatschappij. Is dat het ‘beoogde effect’?
Vorige week schreef ik een week lang De Mening voor dS Avond, de avondeditie van De Standaard. Deze column verscheen op donderdag 2 april 2015.
Ik ben een drinker, net zo een als jij een roker bent. En eigenlijk heb ik altijd gedacht dat iedereen het maar zelf moest uitzoeken wat ie deed qua drank of roken. Tot ik 1 keer met een werkweek met een school waar alles mocht zag hoe zoiets uit de hand kan lopen: kinderen van 16 die helemaal de weg kwijt waren. Sinds dien weet ik het eigenlijk niet. Moet het dan op die manier, dat ze uit ervaring leren hoe fout en kan gaan? Of moet je juist controleren en daarmee duidelijk maken dat er iets is om over na te denken? Na dat weekend ben ik eigenlijk daar wel een voorstander van geworden. Ik weet best dat er flesjes achter regenpijpen worden verstopt, of waterflesjes gevuld met iets dubieus, maar het loopt stukken minder vaak mis. Ik hoop dat ‘onder de indruk’ betekent dat ze nadenken en misschien besluiten dat er een slimme manier is om mee om te gaan. Ik heb het dus niet over politie honden en het uitkazen van naadjes. Dat dan weer niet. Maar ik zie wel het nut van indruk.
Goh. Hoe zal ik het zeggen :)
Uw geschreven tekst is doordrongen van hoe dat jij tegen de wereld aankijkt, en meerbepaald hoe je tegen die softdrugs aankijkt. En in dat beeld ga je dan voorbij dat iemand anders daar een andere kijk op kan hebben.
Uit m’n eigen ervaring kan ik hier gerust neerschrijven dat het niet allemaal zo rozengeur en maneschijn is hoor. In het kort: goede strenge opvoeding gekregen, drugs hoorde daar niet in thuis, & daarna totaal ontspoort vanaf m’n 21ste, begonnen met softdrugs, wat in mijn (& veel gevallen) een opstap naar hardere drugs waren. Dat is dan geëindigd in 4 maanden platte rust in het ziekenhuis, en nadien nog een half jaar terug moeten leren lopen. Ik mag blij zijn dat ik nog besta in 1 stuk.
(nu alles in orde, huisje tuintje boompje en drie schatten van dochters)
Ik kan helemaal niet inschatten hoe mijn leven zou gelopen zijn moest ik in de lagere school zo’n ervaring zou gehad hebben met de honden van hierboven. Het zou misschien wel zo’n indruk achter gelaten hebben dat ik op die ééne fuif zou gezegd hebben “nee, thanks” tegen m’n eerste joint.
Maar ik ben blij dat we allebei geen idee hebben hoe we jongeren van drugs afhouden – althans dat lees ik toch écht niet in je tekst.
@ Nourfe: Het is lastig. Ik ben van mening dat je met controles niet zo veel goeds bereikt. En wel veel slechts: een controleercultuur, waarin autoriteiten belangrijker zijn dan eigen verantwoordelijkheid. Ik ken eigenlijk niemand die iets heeft gelaten doordat hij streng gecontroleerd werd. Mensen die streng gecontroleerd werden, bedachten gewoon slimmere manieren om toch te doen wat niet mocht. Mijn punt is dat van die 5 (meerderjarige!) leerlingen er niet veel zullen zijn die het hierdoor zullen laten. Maar er zijn wel 75 leerlingen in een politiecontrolecultuur beland. Dat lijkt me niet in verhouding.
@ Ge: De rubriek De Mening in de Standaard is 400 woorden. Daarin kun je inderdaad niet heel uitgebreid op andere meningen ingaan.
Verder zou ik willen aanstippen dat er nog veel meer gevallen zijn waarin mensen die softdrugs hebben gebruikt NIET aan de harddrugs gaan.
En tot slot kan ik niet anders dan uit jouw reactie opmaken dat een strenge opvoeding mensen niet van de drugs afhoudt. Dat zou een bevestiging van mijn mening zijn. Zijn we het eens?
“nog veel meer” … ik weet het niet. In ‘mijn’ directe of indirecte (weliswaar vroegere) omgeving zie ik véél meer gevallen van ‘wel’ dan ‘niet’. Meten is weten, maar ik kan alleen dat van mij meten, en jij alleen dat van jou, daar geraken we niet verder mee hé :)
En dat is allemaal zo’n individueel gegeven, ik zie niet hoe je dat kan veralgemenen. Mijn opvoeding was er eentje waar ik zelfs tot m’n 20ste niet eens het bestaan van drugs, laat staan soft- of harddrugs wist. Ja, dat is ontspoort achteraf, in “de grote boze vrije wereld”, maar of dat nu door die opvoeding of door m’n karakter komt … als ik het al niet weet dan neig ik toch eerder naar “dat kan jij ook niet weten” :)
Hoe dat ik dat later ga aanpakken bij m’n eigen dochters? Goei vraag. We hebben een hele open relatie, we vertellen werkelijk alles aan elkaar. Ze zullen hun weg wel vinden zeker, net zoals ik?
@ GC: Over mijn bewering ‘dat er nog veel meer gevallen zijn waarin mensen die softdrugs hebben gebruikt NIET aan de harddrugs gaan.’ -> Ik zeg niet zomaar wat, dat kun je opmaken uit de cijfers. Een op de zes jongeren heeft wel eens softdrugs gebruikt, maar slechts 0,5 % van alle Vlamingen heeft ooit harddrugs gebruikt: dat is 1 op de 200. Kortom van die 17% mensen die wel eens een jointje rookt als-ie jong is, gaat vrijwel niemand aan de harddrugs. Zo kun je dat dus veralgemenen.
Ik denk dat je mensen moet leren eigen verantwoordelijkheid te nemen. Controles doen daar meer aan af dan dat ze daaraan bijdragen.
Welke cijfers? 99% van mijn vrienden die harde drugs gebruiken zijn nog nooit in aanraking gekomen met het gerecht. En of die nu enquêtes zitten in te vullen … ik betwijfel het :)