Viezemannenverhalen
In de week van 27 tot en met 31 oktober 2014 maakte ik elke dag het Middagjournaal voor het radioprogramma Nieuwe Feiten op de Belgische Radio 1.
Vrijdag 31 oktober
Ik las in de krant dat een rij-instructeur voor de rechter moet komen voor seksuele intimidatie van een vrouwelijke leerling. Mijn twittervriendin Evelien Chiau maakte na dat bericht een bloemlezing van de reacties op deze rechtszaak.
Die reacties, veelal van mannen, variëren van ‘hij heeft alleen haar borst aangeraakt, als dat óók al niet meer mag’, tot ‘wie zegt dat het waar is?’ en alles daartussenin.
En inderdaad, we weten niet of het waar is, en nee, we weten niet of de geëiste schadevergoeding proportioneel is. Daar zal de rechter over beslissen. Wat we wel weten, is dat vrouwen die klagen over seksuele intimidatie steevast in diskrediet worden gebracht. Dat er getwijfeld wordt aan hun motieven, dat ze kleinzerigheid wordt verweten, en dat ze zonder al te veel scrupules worden neergezet in het kamp van de fantasten.
Terwijl ik weet: mannen weten maar bar weinig over andere mannen. De mannen in mijn omgeving reageren áltijd verbaasd als ik een van mijn talloze viezemannenverhalen opdis. Verhalen waarin doorgaans een ‘gewóne’ man zich ineens ontpopt tot een ‘vieze’ man. Zoals het verhaal van de man die de deur achter me op slot deed, en toen ik weg wilde heel achteloos zei dat hij de sleutel niet meer kon vinden. Of al die keren dat iemand zei ‘nee hoor, ik zal je niet aanraken’ en me dan toch aanraakte. Of de verhalen over de mannen die op straat minutenlang, soms zelfs meer dan een kwartier, achter me aan bleven lopen. Of die ene man die ’n pilletje in m’n drankje gooide, onder het motto: ik dacht dat je ’t leuk zou vinden. Of die welgevormde heerschappen die hun spierkracht inzetten om me op neusafstand te houden, en daar dan heel stoer bij keken. Of de mannen die bij het kopieerapparaat in mijn borst of bil knepen en vervolgens een bulderende lach lieten horen. Of die gast die me van mijn fiets sleurde, of die vent die naar een donker bos reed en daar de motor stilzette. En dan is er nog die lachwekkende hoeveelheid mannen die volhouden dat ik misschien wel dénk dat ik niet wil, maar dat ik natuurlijk eigenlijk wel wil. Kortom: mannen die weerstand zien als ‘een uitdaging’. Meestal op het eerste gezicht heel gewone mannen.
Er zijn maar weinig vrouwen die verbaasd reageren als ik vertel over die ellenlange stoet van opdringerige kerels die mijn pad kruisten. Veel vrouwen hebben immers een zelfde verzameling viezemannenverhalen.
Maar mánnen reageren eigenlijk áltijd verbaasd op die anekdotes. Míjn mannen dan.
Eikes? Doen ze dat? Zeggen ze dat echt? Na elk viezemannenverhaal zijn de mannen in mijn omgeving ontgoocheld, tot op het schattige af. Terwijl er tientallen van dit soort verhalen in mij huizen. Ik krijg daar een droge mond van. Van het idee dat mannen zulke dingen doen, maar dat andere mannen niet wéten dat mannen zulke dingen doen.
Mij verbaast het niets. Ik heb evenementenbeveiliging gedaan en wat je daar ziet en meemaakt (ook van vrouwen trouwens) dat geeft je een heel andere bril op om naar de medemens te kijken. Maar mannen spannen inderdaad de kroon. Haantjesgedrag wordt er dan vergoelijkend gezegd of dat hoort bij de mannelijke natuur.
Bah… doe een ander niet wat u niet wilt dat u geschied of zoiets was het toch? Enge mannen en enge vrouwen moeten eigenlijk opnieuw opgevoed worden en vooral die enge mannen die zich verstoppen achter beschaving en welbespraaktheid maar die geen gelegenheid ongemoeid laten voor een ongevraagd en passant handje vol vrouw.
Oh ja! Mijn frappantste voorbeeld is de heer van stand met stropdas die juist bij míj in de eersteklas coupé kwam zitten in een late trein, terwijl alle andere coupe’s leeg waren, en zich begon af te trekken. Of toch die keer in de stationsrestauratie in Amsterdam, die vol zat, waar ik ineens hijggeluiden hoorde, naast me keek en een vent met zichzelf bezig was, kijkend naar mij. Anderen zagen het eerder dan ik en hadden de spoorwegpolitie al gealarmeerd, die kwamen eraan: ‘ZO MENEER, STOPPEN WIJ HET ZAAKJE EVEN TERUG? KOMT U MAAR MEE’.
Kiest u maar.
Maar ik kan zo nog een hele rij opdissen, en inderdaad, iedere vrouw kan dat. Dank voor de broodnodige aandacht voor het onderwerp!
Oh ja. Ik schreef een tijdje geleden dit:
Estherdonkers.nl/blog/je-matras-mee-dragen/
Een post die al dagen aan de randen van mijn hoofd blijft plakken.
Dankje heel veel.
Jullie ook bedankt, Sarah, F. en Deh Haagh
En Esther, ik moet bekennen dat mijn stukje ook een bewerking van een ouder stukje was. Ik vond het belangrijk om het er op de radio over te hebben, dus dit stukje maar afgestofd en uitgebreid.
Ik vind dit een heel sterke tekst. Een soort hart onder de riem. In de zin van: als jij dat durft zeggen op de radio, dan ga ik ook een beetje meer durven klagen over de welig tierende viezemannenclan.