Schoon schoon schoon schoon boke met gelei
Woensdag 29 oktober
Er staan de laatste tijd tal van noodkreten op internet van Vlaamse schrijvers die door hun uitgevers gedwongen worden boterhammen te beleggen met jam in plaats van confituur. Red de confituur! Bescherm de boogscheut! Hup hup appelsien! Weg met de jam, de steenworp en de sinaasappel! De schrijvers willen te vuur en te zwaard voorkomen dat boogscheuten steenworpen worden enkel en alleen om de Hollanders te behagen. Want hee, roepen de Vlamingen, wij slikken toch ook jullie asjemenous? Kunnen jullie dan geen piepklein plezantje verdragen?
Als Hollander voel ik me natuurlijk een beetje aangevallen. Alsof het ooit in mij op zou komen de Vlaming te knevelen in zijn taal. Ik ben een van de weinigen in Vlaanderen die het woord schoon als synoniem voor mooi in de krant zou zetten, het liefst op de voorpagina, in de openingskop. Lijkt me schoon.
De noodkreten worden gevolgd door discussies.
‘Dan moet je bij een Vlaamse uitgever gaan!’ zegt iemand.
‘Daar zitten we al!’ mort het schrijversvolk.
‘Dan moet je het weigeren’, zegt een ander.
‘Maar onze uitgevers willen ook boeken verkopen in Nederland,’ schrijven de schrijvers.
In de reacties op de discussie zie ik dat veel Nederlanders bij confituur of gelei denken aan een chic vruchtenprutje dat je bij je hertenbiefstuk krijgt. Ik besluit me ermee te bemoeien. ‘Is de lezersmarkt in Nederland groter?’ vraag ik.
Waarschijnlijk wel, mompelen de schrijvers.
‘Dan heeft je uitgever wel een punt. Nederlanders die geen Frans kennen, weten niet dat een broodje gelei of confituur geen greintje chiquer is dan een broodje jam. Die begrijpen niet dat een camionet een busje is, en tarmac het asfalt. Je kunt het je uitgever niet kwalijk nemen dat hij wil voorkomen dat er lezers afhaken.’
Het doet pijn om dit betogen. Ik, die het liefste schoon schoon schoon schoon boke met gelei op de voorpagina van de gazet zou zetten, neem het op voor de mensen die berekenen hoeveel lezers je kwijtraakt met een camionetje meer of minder.
Het liefste zou ik hebben dat de Vlaamse lezersmarkt groot genoeg was voor een eigen taal. Dat Vlamingen gewoon een krokske met fruitsap kunnen serveren, en dat Nederlanders als ze de tosti met sinaasappelsap beu zijn, even kunnen komen buurten. Maar vanochtend toen ik opstond, las ik dat de Bezige Bij Antwerpen wordt opgedoekt. Een uitgever van veelal Vlaamse schrijvers die vermoedelijk allemaal naar hartelust met gelei mochten uitpakken. Ik voorzie nog meer rode strepen door alles wat plezant is.
In de week van 27 tot en met 31 oktober 2014 maakte ik elke dag het Middagjournaal voor het radioprogramma Nieuwe Feiten op de Belgische Radio 1.
Beluister hier de radioversie.
Het erge eraan is dat boeken met “jam” zijn dan weer zo nietszeggend en vervreemdend voor mij dat ik ze langs de kant kunnen leggen.
we groeien taalgewijs echt uit elkaar.
Momenteel word ik gek van “zingend/pratend” babyspeelgoed dat te Nederlands is wat betreft woordkeuze. Ik begrijp alles prima…maar het komt bevreemdend over. Het past gewoon niet in mijn mond.
Snap ik heel goed. Ik kan alleen maar zeg: staat op en vermeerdert u! Jullie afzetmarkt is te klein voor Vlaaamssprekende poppen!
nochtans is er wel een markt voor gedubte Vlaamse tekenfilms?
Zegt men in NL overigens echt “een kitten” tegen een jong katje? “Een jongske” zoals ik zou zeggen :p
(kijk overigens wat “jam” met mijn brein doet. Blijkbaar had ik gisterenmiddag een compleet bizarre gramaticakronkel die toen dacht dat mijn eerste zin toch wel een kop , een staart en wat samenhang had. Hmm. )
Mijn taal is een mengelmoesje geworden. Van 2 walletjes eten betekend gewoon in de modderige gracht ertussen vallen. Zoonlief zegt dat hij dezelfde taal praat als het klasgenootje met een moeder uit Den Haag wat die moeder ten stelligste ontkend.
Ik maak met veel goesting een tosti voor mijn geliefde die lekker in de zetel zit. Ik voel je pijn: liefde, schoonheid en gewoon brood op de plank.