In staat van opluchting
Als ik het niet wil hebben, waarom zou een ander het dan willen hebben?
Ziedaar de gedachtekronkel waardoor ik een waardeloze verkoper ben. Ik herinner me hoe we twee jaar geleden ons huurhuis op een zoekertjessite zetten en busladingen met kijkers moesten ontvangen. Dagenlang beet ik mijn tong af, terwijl Wannes vaardig mooi weer speelde. Begrijp me niet verkeerd, het was een mooi huis, maar wij wilden daar weg en wij zijn niet gek. Voor mij was het onmogelijk om te doen of het huis een lot uit de loterij was, dus knabbelde ik zachtjes op mijn tong.
Onlangs kochten wij een nieuwe oude auto, met als gevolg dat we van onze oude oude auto af moesten. Rationeel gezien was het ding zeker nog wat waard: goede motor, goede banden en wielen, goede accu, en last but not least: het ding rijdt. Maar emotioneel gezien was het een typisch geval van: als ik die kutwagen niet meer wil hebben, waarom een ander dan wel?
We waren eerlijk geweest: alles wat hapert of er definitief mee opgehouden is, stond in de advertentie. En toch sloeg de schrik me om het hart toen er iemand reageerde. Wat als er een heel bleu, naïef meisje zou komen kijken? Een grietje dat die paar honderd euro met moeite bij elkaar heeft geschraapt en zich geen raad weet met de kuren van ons barrel? Moest ik haar waarschuwen? Of moest ik mijn tong afbijten?
Godzijdank stond er iemand die zich voorstelde als ‘de Glenn’, die zich op de bestuurdersstoel slingerde en die in zijn vrij het gaspedaal een paar keer stevig indrukte, wat robuuste remproeven deed en bij het schrapende geluid bromde: ‘de boet, da’s de boet, da’s geen probleem se’. Hij reed er niet mee, hij keek er nauwelijks naar, wuifde wat kleine waarschuwinkjes van Wannes weg met ‘jaja, dat stond in de advertentie se, geen probleem’. De Glenn overhandigde ons een paar groene briefjes en ik haalde overdreven opgelucht adem. Mijn tong was nog heel, iemand had iets gekocht wat ik niet meer wilde hebben en ik had geen schuldgevoel. Wonderlijk.
Haha, dat had ik een keer met een Golfje, cabrio. Maar die reed níet meer. Die jongen kwam helemaal uit Friesland met een oplegger om hem op te halen. Wonderlijk inderdaad. Gefeliciteerd dus!
Ha! Ik redeneer precies omgekeerd. Heb ik prachtige schoenen te koop, nauwelijks gedragen omdat ik ze me toch niet vind staan, gaan mensen er 2,50 voor bieden.
Ik heb een combinatie van alles.
Kom ik in een kringloop, blader ik viezig tussen de shirtjes en truien en broeken. “Hoe halen ze het in hun hoofd, hoe kunnen ze daar 2,50 voor vragen, hebben ze wel gezien hoe het eruit ziet, hoe oud, hoe afgedragen, hoe verkleurd? Het zou überhaupt niet in de rekken mogen hangen, laat staan er ook nog eens 2,50 voor vragen. TWEE-VIJFTIG!!”
En dan kijk ik met een half oog eens naar wat ik zelf draag. Wat er in mijn kasten ligt. Wat er eigenlijk al jaren gewoon in de bak had gemoeten.
“Maar dat is van MIJ, dat is heel anders…”
Iets bekijken ‘met het oog der liefde’, noemt mijn moeder dat. Als zij van haar zuster een zak hemdjes heeft gekregen, met pijn in het hart afgestaan, met een blik van ‘voel je zeer vereerd dat je dit mag dragen’. Wat dan rijp voor vuilverbranding blijkt.
Ik vraag me wel af wat je bedoelt met ‘de boet’. :-) Misschien de ‘boite’, mooi ‘Vlaams’ voor versnellingsbak? :-)
(Mijn reacties lijken hier soms opgegeten te worden door het systeem.)
Ik vroeg me af wat je bedoelt met ‘de boet’. Waarschijnlijk de ‘boîte’, mooi ‘Vlaams’ voor versnellingsbak?
Damn, en pas na zes keer verversen staat het er dan plots twee keer natuurlijk.
Ik laat ze staan Mona Lisa! Ziet er altijd leuk uit een hoog getal bij aantal reacties. ;-)
En ja, ik denk ook dat de Glenn de boite bedoelde, maar ik citeer Glenn en hij noemde het ‘de boet’. Ik vond dat vrij illustratief voor onze Glenn.
En Esther en Puck: ik herken ook jullie eigenaardigheden.