Het stoplicht en het kappertjespotje
Maandag 27 oktober
We staan bij het stoplicht hier om de hoek en ik druk op het knopje. Er komt geen verkeer aan. Ik aarzel even, maar steek dan toch over, hoewel het licht nog op rood staat. Terwijl ik oversteek, weet ik: nu gaat het komen.
En het komt: het schuldgevoel als ik achter me auto’s hoor remmen voor een rood licht. Voor een leeg zebrapad. Voor mij.
‘Heb jij dat ook?’ vraag ik aan Wannes, mijn man, die naast me loopt. ‘Voel jij je ook schuldig als je op het knopje hebt gedrukt en dan toch door rood gaat? Omdat er auto’s staan te wachten, terwijl jij inmiddels al aan de overkant langs hun ruiten paradeert?’
Wannes denkt even na, kijkt naar de spiegelende autoruiten en zegt dan: ‘Nee, eigenlijk niet.’
Ik benijd hem. Ik weet dat ik twee straten verderop nóg geteisterd zal worden door ongemak, omdat ik iedereen die in de Leuvense Brouwersstraat een gemotoriseerd voertuig bestuurde, ten onrechte een paar minuten heb opgehouden.
En inderdaad, twee straten verder houdt het me nog steeds bezig. Ik peil Wannes nog ‘ns. ‘Maar ken je dan ook niet het gevoel dat je het glazen potje van de kappertjes in de vuilbak mikt, omdat het toch maar zo’n klein potje is, en je twee uur later nog steeds de neiging hebt om het er weer uit te halen, zodat het in de glasbak kan. Gewoon, omdat je je eigen inconsistentie niet kunt verdragen?’
Hij schudt zijn hoofd weer. Nee, dat hij kent hij niet. ‘Sterker’, zegt hij, ‘ik was die potjes eerst om, zodat ze schoon in de glasbak kunnen, en dan gooi ik ze alsnóg in de vuilbak.’
‘En daar heb je geen problemen mee?’ vraag ik.
‘Nee’, zegt hij.
Ik voel een lading morele superioriteit opborrelen, maar ik besef dat mijn schaamrood nauwelijks moreel hoogstaand genoemd kan worden. De enige manier om werkelijk moreel superieur te zijn, is het kappertjespotje voortaan zonder dralen in de glasbak te gooien en in het vervolg keurig te wachten tot het licht groen is.
Op de terugweg hou ik mijn pas in als we bij het bewuste verkeerslicht zijn. Het is rood. Wannes loopt door, zonder op het knopje te drukken. Ik volg. Geen wachtende auto’s en geen spiegelende autoruiten. Toch zie ik de schaars verlichte man in mijn innerlijke biechthokje de rest van de weg zijn hoofd schudden. Soms zou ik een beetje meer Wannes willen zijn.
In de week van 27 tot en met 31 oktober 2014 maakte ik elke dag het Middagjournaal voor het radioprogramma Nieuwe Feiten op de Belgische Radio 1.
Beluister hier de radioversie.
ha, ik ben je tweelingzus op dit vlak
Wie is ouder?
Wat het stoplicht betreft heb ik een betere oplossing: gewoon niet op het knopje drukken als er toch niets aankomt.
Zo’m knopje noemden ze toch een “gekkenteller”?