Dinsdag 18 februari
Ik weet niet of u nog wel eens met jongeren onder de twintig e-mailt, maar ik wel en ik kan u vertellen: een postduif is sneller. Al weken wacht ik op smoezen, antwoorden en reacties van mintwintigjarigen.
Voor het jongerenpersbureau StampMedia en voor de Nederlandse Taalunie begeleid ik tientallen jonge reporters in Nederland, Vlaanderen en Suriname. Ik doe dat vanuit huis. Per e-mail.
Tenminste, dat dacht ik.
Want er komt dus niks meer.
Wacht.
Laat ik bij het begin beginnen.
Zestien jaar geleden begon ik met lesgeven aan de School voor Journalistiek in Utrecht. Ik was zelf al een fervent e-mailer, maar het was 1998, en het merendeel van de studenten had nog geen internet op kot, dus e-mailen was niet de meest efficiënte manier om contact te houden.
Mijn e-mailloze periode als docent duurde niet lang. Studenten ontdekten dat falen per e-mail veel gemakkelijker is dan in het echt. Dus stroomde mijn postvak begin jaren tweeduizend vol met digitale excuses voor labbekakkerigheid en niet gehaalde deadlines.
Hoewel mijn e-mailvreugde daardoor iets was getemperd, was een nieuwe manier van journalistieke producties begeleiden geboren. Ik kon op afstand helpen met bronnen raadplegen, vragen bedenken en artikelen schrijven. Wat een verandering!
Al een jaar of tien werkt dat prima. Zo prima dat het grootste deel van mijn werk inmiddels via e-mail verloopt. Maar het einde is in zicht. Ik wacht al weken op antwoord. De jongeren doen niet meer mee.
In de krant las ik dat jongeren massaal wegtrekken van netwerken waar hun ouders ook op zitten. En inderdaad: in de Facebookgroepen van de reporters met wie ik werk, kun je een kanon afschieten.
Maar dat ook e-mail zijn beste tijd heeft gehad, zag ik niet aankomen. Toch is het zo.
Dus, mocht u nog willen mailen met een mintwintigjarige: jammer, u bent helaas te laat.
Een paar weken geleden mocht ik een week lang het Middagjournaal voor het Radio 1-programma Nieuwe Feiten maken. Onder het knopje waar mijn radiocolumn zou moeten staan, staat Dominee Gremdaat. Dat is grappig. En jammer. Misschien kan ik later nog een rechtstreeks linkje plaatsen.
‘Op kot’, mooi.