Zonder met
Belangrijk is het niet. O nee, het is zelfs onbelangrijk in het licht der dingen. Maar het ongemak is hardnekkig. ‘Met’ zeggen in een intercom. Ik word zelfs ongemakkelijk als ik het anderen zie doen. Op tv of zo. Dan denk ik: neeeee. Als ik het zelf doe, wil ik eigenlijk opnieuw. Aah? Mag het even over? Het is iets wat niemand me geleerd heeft. Ik denk dat het nog niet bestond toen ik klein was. Ja, bij een paar flats, maar wij kenden bijna niemand die in een flat woonde. Later had ik er zelf een, zo’n intercom. Dan hoorde ik het anderen doen, krakend, door mijn speakertje. En dan dacht ik: neeeee.
Ik denk dat jullie het ook doen. Met met. Terwijl die ‘met’ eraf moet. Die ‘met’ maakt het een telefoongesprek, en dat is het niet. Het is een intercom. Je wilt niet zeggen: ‘Je spreekt MET’, je wilt zeggen ‘IK BEN ER’. En toch zeg je ‘met’. ‘Met Maartje.’
Gisteren zag ik Tanja Jess het doen. ‘Met Tanja.’
Neeeee, dacht ik. Neeeee.
Je moet gewoon je naam blaffen.
‘Hallooo?’
‘MAARTJE’
‘Ok.´ Bzzz.
En dan gaat de deur open. Zonder met.
Als het ‘met’ al halverwege je mond is kan je het nog een beetje ombouwen. Wegmoffelen, en verpakken in een ingeklonken ‘het is’.
‘Tis Puck!’ – en dan heb je dat hardnekkige, bijna dwangmatige voorvoegsel toch nog kunnen gebruiken.
In praktijk is het dan vaak een Mè-t-is Puck, maar dan kan je in elk geval de schijn ophouden.
‘Met’? Nee hoor, ik zei geen ‘Met’. Dat was intercomruis. Ik zei ‘Het is’.
Ook bizar, om te zeggen, maar het is tenminste iets logischer dan ‘met’.
‘Het is’ is inderdaad ook raar, ‘ik ben’ voelt ook heel gek, en toch vind ik ‘met’ echt heel infantiel. Een beetje zoals mijn vader, die aanhef en groet gebruikt in reacties onder mijn weblog. Een teken dat je het medium echt helemaal niet hebt begrepen.
Tsja tis MET Anneke hier:
Pfff ben toch wel blij met deze overlevingscursus voor ik straks in Leuven ga overleven en te pas en te onpas ‘MET” ga staan zeveren in zo’n onooglijk apparaat in muur of deur.
O, Anneke, ik gok dat het met ‘met’ juist heel Leuvens is! Of met ‘mè’. De eind-t is zeldzaam hier.
Ja ja ja!
Nog zo’n ongemak: “Met Diana” zeggen als die ander op zijn mobiel al ziet dat jij het bent die hem belt. “Ja, dat zie ik.” Maar ja, de opnemende partij zegt ook zijn naam terwijl je wel weet wie je gebeld hebt, toch? Mijn man en zijn zussen zeggen steevast “Heeee!” als ze elkaar bellen. Ongeacht of ze bellen of opnemen. Het went, maar het blijft toch ook een beetje in de lucht zweven.
Maar goed, je had het dus over intercoms :-)
Ook mooi in de semi-zakelijke klachtenbrief:
Beste LS.
Met Joop Jansen uit Purmerend. Ik schrijf deze brief omdat balabla…
ik zeg meestal: bennekikket! (ik ben het!). Maar terwijl ik dat zeg, weet ik al dat dat eigenlijk ook niet klopt. Want dan ga je er van uit dat de ander weet wie er komt. Ik denk dat het nog stamt uit mijn jeugdjaren. We moesten bellen aan de voordeur. En zo lieten we onze stem horen en dat was genoeg…
Hee wat grappig, dat vind ik ook! Alleen zou ik het zelf ook nooit zeggen denk ik. Misschien heeft die 27mc periode dan toch nog nut gehad ;-)
Toch snappen intercomeigenaren het principe soms ook niet, want ik krijg wel eens: ´Die woont hier niet!´als ik gewoon mijn naam roep. Tijd voor itempje ´Hoe heurt ´t eigenlijk?´?
Ik noem vaak zomaar een naam als ik opneem bijvoorbeeld verdachten uit het bouwfraudeschandaal, waar er velen van zijn. Maakt de opbeller niets uit.
Ik zeg “Hallo, March hier.” , is dat OK?
Ik moet zó lachen om al jullie reacties. Dank je wel! En ja, die en die hier, is dik in orde lijkt me.