Juf journalistiek (3) – Commentaarwoorden
Ze staat naast me, ze is bang voor mijn oordeel.
‘Ik vind het goed’, zeg ik. ‘Je hebt best veel bronnen geraadpleegd en het lijkt te kloppen. Maar kijk even mee, je hebt wat zinnen die eigenlijk niet kunnen.’ Ik voer mijn cursor over het scherm. ‘Kijk, hier: ‘Het bedrijf heeft zelfs geweigerd mee te werken aan intern onderzoek.’ En hier: ‘Jammergenoeg heeft het strafrechtelijk onderzoek nergens toe geleid, waardoor de wereld nog steeds lijdt onder de grote farmaceutische bedrijven.’
Ze kijkt naar me, trekt haar wenkbrauwen op en zegt nog net geen: ‘Ja, én?’
‘Dat zijn allemaal commentaarwoorden.’
Ze gaat zitten. Daar moet ze even over nadenken.
‘Jammergenoeg, zelfs, lijden onder, dat zijn allemaal woorden waarmee jij als journalist een waardeoordeel koppelt aan de feiten.’ Ik hou mijn ogen op haar gericht, wacht op een bevestiging, een teken dat ze het heeft begrepen.
‘Ja maar, het is toch zo?’ zegt ze.
‘Volgens jou’, zeg ik.
Geïrriteerd rolt ze met haar ogen.
‘Je kunt ze gewoon weglaten. ‘Het bedrijf heeft geweigerd mee te werken aan intern onderzoek. En: het strafrechtelijk onderzoek heeft nergens toe geleid. Punt’, zeg ik.
Ze pakt het blaadje en loopt naar de deur. Met de klink in haar hand kijkt ze me giftig aan. ‘Mag ik dan nergens meer iets van vinden?’
Dit jaar werk ik vijftien jaar als docent Journalistiek. Ik begon mijn loopbaan in Utrecht op de School voor Journalistiek. In de jaren die volgden, gaf ik les in Nederland en Vlaanderen aan universiteiten, hogescholen, uitgeverijen, persbureaus en liefhebbers. Mijn pupillen waren oud, jong en piepjong. Dit is mijn relaas.
Zie ook: Juf Journalistiek (1) – Iets met
Juf journalistiek (2) – Hoog gegrepen
Juf Journalistiek (4) – Wie-o-wie
Juf Journalistiek (5) – Gevaarlijk
Juf Journalistiek (6) – Valse controle
Juf Journalistiek (7) – patriciaaaatjexxx@hotmail.com
Juf Journalistiek (8) – Persoonlijkheid
Dat kom ik helaas nog in veel krantenartikelen tegen. Dat er heel veel commentaarwoorden in staan. Ik kan me best voorstellen dat je dat als journalist moeilijk vindt om die eruit te laten.
Ik zou me kunnen voorstellen dat je een misstand aan de kaak wilt stellen, en je je in de underdog verplaatst. Dan is het niet gemakkelijk om geen commentaar in het stuk te zetten.
Maar toch is het belangrijk. Volgens mij schrijf je als journalist voor iedereen, niet voor maar een van de kanten van het verhaal. En de lezer moet zelf zijn persoonlijke standpunt kunnen bepalen. Dus moeten die woorden er niet in staan. Als je dat commentaar geven in een stuk niet kunt laten, moet je maar columnist worden, of je begint een weblog.
Toch lijkt het me voor jonge mensen best moeilijk. Als kind heb je vaak nog geen echte mening over dingen. Als je pubert moet je ineens overal een mening over hebben, maar welke? Gaandeweg vormt die mening zich door je goed te informeren en je standpunt over zaken te bepalen. En dan word je student journalistiek en mag je die mening ineens weer helemaal niet ventileren.
Ik denk dat bij heel veel van de stukjes die ik in deze rubriek zal schrijven de vraag zich opdringt: kunnen zulke jonge mensen wel zuivere journalistiek bedrijven? Een duivels dilemma, als je het mij vraagt.
Nee, Maartje, dat kunnen ze nog niet. Daarom zitten ze dus ook op school, om dat te leren.
De vraag is of je op je 18e, 19e, 20e of 21e überhaupt voldoende levenservaring hebt om alle ethische en inhoudelijke vraagstukken te slechten. Je kunt ze veel vertellen over ethiek en algemene kennis, maar zulke dingen moeten inklinken door ervaring en trial en error. Dat bedoelde ik eigenlijk.