2013: mijn jaar in taalvragen
Vorige week vroeg ik de jonge redacteuren van De Wereld Van De Nederlandse Taal om als eindejaarslijstje een paar vragen te beantwoorden over het taaljaar 2013. Om ze een indruk te geven van wat ik wilde, beantwoordde ik de vragen zelf ook even.
Wat was het mooiste Nederlandstalige boek dat je in 2013 las?
Ik las vooral vertaalde boeken dit jaar. Van de oorspronkelijke Nederlandstalige boeken was de beste: Bonita Avenue van Peter Buwalda
Waarom?
Omdat ik het knap vind als een schrijver én een spannend verhaal én mooie zinnen weet te combineren. Dat de stijl niet ondergeschikt is aan de inhoud of andersom.
Wat was het mooiste Nederlandstalige lied/nummer dat je hoorde?
Het hele nieuwe album van De Jeugd Van Tegenwoordig.
Waarom?
Omdat je nieuwe woorden en zinnen blijft horen, ook als je het album al tien keer hebt beluisterd.
Wat was het mooiste Nederlandstalige woord dat je in 2013 hoorde?
Op een bedrijfswagen stond: Slopen van gebouwen en kunstwerken. Ik vond dat raar, maar later hoorde ik dat het in de wegenbouwwereld veelgebruikt jargon is. Kunstwerken zijn – onder andere – tunnels en bruggen.
Wat was de leukste of domste taalfout (in het Nederlands) die je in 2013 maakte?
Ik schreef: ‘Het zou fijn zijn als je er even op saus gieten.’ Dat moest zijn: ‘Het zou fijn als je er even op zou schieten.’ Het ging over een plan waarop ik graag een reactie wilde. Soms staat mijn brein heel fonetisch afgesteld.
Op welk moment maakte je die fout?
In een mail die ik schreef aan een aantal redacteuren van DWVDNT.
Wat was het leukste taalmoment van dit jaar?
De voorstelling van de Vlaamse cabaretier Wim Helsen: Spijtig, spijtig, spijtig.
Waarom?
De titel zegt genoeg: Wim Helsen speelt op een onnadrukkelijke manier met taal. Ik vind dat onweerstaanbaar.
Ik zou graag ook het verdrietigste taalmoment noemen: 1 juli 2013. Maarten van Roozendaal overleed. Hij nam in 2001 tijdens de cd-presentatie van mijn toenmalige groepje het eerste exemplaar in ontvangst. Een unieke taalkunstenaar en een mooie man. Zie hier een prachtig voorbeeld van zijn taalvirtuositeit. Hier vind je de tekst van Goon.
Wie was de beste (Nederlandstalige) taalgebruiker in 2013?
An Olaerts, journalist, columnist en tante.
Waarom?
Omdat ze schrijft alsof ze het Centraal Station in Antwerpen bouwt: overal waar je kijkt mooie details, krullen en schoonheid.
En wat was je grootste (Nederlandstalige) taalergernis in 2013?
Ik probeer me niet te ergeren aan taal. Maar als ik dan iets moet noemen: fouten in Vlaams-Nederlandse ondertitels en andersom.
Waarom?
Vlamingen en Nederlanders denken dat ze geen vertaler nodig hebben, dat ze elkaar wel begrijpen. Dat gaat vaak fout. Als een Vlaming zegt dat de hoed ‘precies niet goed past’, maakt een Nederlander daar in de ondertitels van dat die ‘helemaal niet past’. Terwijl een Vlaming daarmee bedoelt: ‘het lijkt alsof die niet goed past’, wat veel minder stellig is.
Wat leerde je 2013 over de Nederlandse taal?
Dat je bij grote getallen spaties moet schrijven, terwijl het dan meerdere grote getallen achter elkaar lijken. 347625728 schrijf je als driehonderdzevenenveertig miljard zeshonderdvijfentwintig miljoen. Met drie spaties dus. Heel merkwaardig.
Heb je een taalvoornemen voor 2014?
Ik ga proberen mijn Amsterdamse z, die nog steeds als een s klinkt, als een echte z te laten klinken.
En heb je een taaltip voor 2014?
Als je een taalvraag hebt: google het woord of de zin met ’taaladvies’ erachter, dan zijn de sites die je krijgt vaak betrouwbaar. Bijvoorbeeld: hen hun taaladvies.
Ik las Bonita Avenue in 2013. Heel fijn boek. Maar toen… kreeg ik ‘De Cirkel’, van Dave Eggers voor kerst. En die last ik wérkelijk in 1 adem uit. Ik denk … dat jij dit boek ook erg zou waarderen…
Dank je wel, ik zal het onthouden.