Wat ik nooit zou vertellen (2): Niemand weet of ik het wel kan
Dit is het tweede hetebrijstukje (een stukje waar ik eigenlijk niet klaar voor ben) van de #blogrevival. Het eerste hetebrijstukje staat hier.
‘Je mag een boek uitzoeken’, zei mijn moeder aan de telefoon. ‘Weet je er een?’
‘Ja’, zei ik, ‘maar je mag het tegen niemand zeggen. Een bestseller schrijven voor dummies.’
Het bleef even stil. ‘O, nou, oké.’
*
‘Fictie schrijven’ typte ik in de zoekmachine van de bieb. Negentien boeken.
Drie dagen sloot ik me op. Ik las adviezen die ik zelf doceer, ik las baarlijke nonsens en ik las nuttige tips die ik nu alweer vergeten ben.
Daarna wist ik nog steeds niet hoe ik een boek moest schrijven.
*
De eerste versie was af.
‘Waarover gaat je boek?’
‘Ja, uh, nou, uh.’
*
‘Lees dan ook ‘schrijver die en die’, zeggen mijn mede-schrijvers op Twitter.
‘En als je die goed vindt: schrijver zus en zo is eigenlijk nog beter.’
‘Ik ga nog naar literaire avond traliela.’
‘Ah, vorige week was ik daar met beroemde schrijver jeweetwel.’
Tot mijn vijftiende las ik drie bibliotheken uit (die in de Danie Theronstraat, op de Polderweg en in de Molukkenstraat), daarna las ik vier boekenkasten van mijn ouders uit en toen werd het stil. Of beter gezegd: daarna was het nooit meer stil.
Niet stil genoeg om meer dan tien boeken per jaar te lezen.
Niet stil genoeg om mee te praten.
*
Stel mij eens een vraag.’
‘Een vraag?’
‘Ja, alsof je me interviewt over mijn boek.’
‘Waar gaat je boek over?’
‘Nee, niet die vraag.’
‘Wat dan?’
‘Ja, weet ik veel, wat vragen ze aan schrijvers? Wie hun inspiratiebronnen zijn of zo.
‘Wie zijn je inspiratiebronnen?’
‘Ja, kijk, dat weet ik dus al gelijk niet.’
*
Mijn vader belde.
‘Je gebruikte het woord proza verkeerd.’
Ik had net een interview gegeven voor about:blank en het was het eerste wat hij zei. Gelukkig ken ik mijn vader.
‘Je zegt dat je nooit proza hebt geschreven, maar journalistiek is ook proza.’
‘Maar ze zullen wel begrijpen wat ik bedoel, toch’, probeer ik.
Het gevoel een beetje dom te zijn verdwijnt niet.
*
Voor me ligt een manuscript dat herschreven moet worden.
Tussen nu en eind juli.
Niemand weet of ik dat wel kan.
Ik weet dat. Jij kunt dat.
Precies, geen twijfel mogelijk. Je kunt het!
Je hebt al zoveel gekund, dit kan er zeker ook nog bij. Geen twijfel aan!
Heel bemoedigend dat jullie dat zeggen en ook: ga zo door! Maar het was echt geen hint, zulle, om jullie met z’n allen zover te krijgen dat jullie mij veren in de reet gingen steken. Ik heb me voor de hetebrijstukjes afgevraagd: waar ben ik zo onzeker over dat ik er normaal niet over zou kunnen of durven schrijven? Of ik wel een volwaardig schrijver ben, hoort daarbij.
Als ik het me goed herinner, zei Dave Navarro (ja, hij van Jane’s Addiction) ooit dat een rotsvast zelfvertrouwen een troostprijs was, gegeven aan mensen zonder talent. *doet oogknijp*
Kijk. Ik zeg al mijn hele leven dat ik ooit een jeugdboek zou willen schrijven. Maar ik heb nog nooit meer geschreven dan een dagboek, wat blogjes en een ongelooflijk slecht kortverhaal in een schrijfcursus. Jij hebt een heel boek. Nog te herschrijven, oké, maar het IS al een boek. Het lijkt me dat je nu al hebt bewezen dat je het kan…
Idd, als je al zoveer bent, is er gewoon geen weg terug. De enige weg is vooruit en verbeteringen aanbrengen waar mogelijk om zo telkens een beter boek te verkrijgen. De kwestie is dus niet of je het kunt of niet. De kwestie is enkel: wil je er tijd insteken en wil je het beter doen dan dat het nu is?
Btw, als het boek helemaal klaar is, dan wil ik het gerust wel lezen want ik heb nog nooit een boek gelezen van iemand waar ik daarvoor iets tegen gezegd had (ook al is het “maar” via een blog).
Ik weet ook dat je het kan.
En ik weet ook dat ik keibenieuwd ben en het met veel ijver ga lezen :-)
Maar goed dat je je afvraagt of je een volwaardig schrijver bent. Als je die vraag niet meer stelt ga je sowieso stilstaan en da’s achteruitgang.
Het is dat ‘beetje dom’ dat nefast kan worden en waar je je tegen moet wapenen.
Ah ja en ook nog: veel plezier met het herschrijven!
Je kunt pas weten of je een groot schrijver bent als je boek verkocht wordt. Het feit dat je er aan begonnen bent en dat er mensen zijn die er kijk op hebben die het uit willen geven zijn wel hele goede indicatoren dat het wel goed zit. It’s out of your hands now. Let go. Probeer de onzekerheid om te buigen naar de opwinding die bij zo’n moment past.
“Het gevoel een beetje dom te zijn verdwijnt niet.”
En dat zegt dan zo’n Zezunja.
All hope is gone now… ;)
Zo zie je maar weer, ook schrijvers die een uitgever hebben gevonden zijn heel normale mensen met heel normale onzekerheden. Heerlijk om te lezen stiekem. Al is het maar vanwege de boodschap dat onzekerheden erbij horen maar geen onoverkomelijke drempel hoeven te vormen om te bereiken wat je wil. Misschien vormen ze wel je kracht om beter te schrijven.
Ik zou er vooral trots op zijn dat je het gedurfd hebt achter je droom aan te gaan. Ik denk dat iedereen bij vlagen onzeker is over wat ie doet, dat moet ook om open te staan voor verandering. En ook als het straks gedrukt is en een of andere spuit elf vindt er iets stoms van: het is jouw boek en je hebt het maar wel mooi even gedaan!
Die van Dave Navarro (van Poelekie) is super! Je zegt ‘Niemand weet of ik dat kan’. Dan had je nog niet op mij gerekend. Ik weet het.
Het is misschien wel het gevoel dat alle mensen hebben die écht iets kunnen: het gevoel door de mand te vallen.
Volgens mij vallen hart en ziel nooit door de mand.
Herkenbaar! Zelf ben ik al zo lang mezelf aan het overtuigen dat het niet nodig is om Ulysses – heb het zelfs nog even moeten opzoeken voor de juiste schrijfwijze – van James Joyce uit te kunnen lezen en dus een intellectueel te zijn om een goed boek te kunnen schrijven. Ik was daar zelfs zo intens mee bezig dat ik vergat te schrijven.