Lenteles

In de trein naar Genk heb ik een wagon voor me alleen; de onderste achterste. De laagstaande zon flitst door de fruitbomen in het Limburgse glooiende land. Als ik uitstap klinkt er muzak door de luidsprekers die overal in het centrum van Genk hangen. Binnen kijk ik stukken na met mijn zonnebril op.
Het is gelukkig nog geen strandweer als ik de andere kant op ga. Vanaf twintig graden is de trein van Leuven naar Gent ’s ochtends en ’s avonds het domein van schepjes, emmertjes en gestapelde mensen. Met 16 graden is het nog gezellig druk.
De zon duwt lange schaduwen uit mijn benen als ik via de Antwerpsesteenweg naar mijn lokaal loop. Op het koereke aan de voorkant sneeuwt het. In de tuin achter ook. Daar staat de boosdoener. Een boom met twijgjes in de vorm van kromme, wollige rupsjes puft talloze witte pluisjes de wereld in.
Ik laat de harige kristallen in mijn wimpers vallen, sluit mijn ogen in de zon en wacht tot mijn leerlingschrijvers rode konen hebben. Als ze aan het einde van de middag hun werk voorlezen, staar ik naar de pluisjes in hun haar.
Ik vind het mooi.

17 april 2011 | 2 reacties

«

»

Geef een antwoord

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

2 Reacties
  1. Terrebel 17 april 2011

    Ah, een echt en heerlijk lente-stukje…;-)

  2. Peter 17 april 2011

    Ik vind het ook mooi, en ook nog eens zeer beeldend beschreven.

© 2020 Maartje Luif & KLEO, met dank aan Wannes Daemen • Leveringsvoorwaarden

Stuur een mailtje

Wil je meer informatie of heb je vragen? Mail mij!

Wordt verstuurd

Login met je gegevens

Je gegevens vergeten?