The Zaventem Triangle
17:00
Ik: ‘Tot hoe laat is IKEA open?’
17:03
Hij: ‘Op internet staat tot negen uur.’
Ik: ‘Okee, let’s go.’
17:15
Ik: ‘Blij dat we niet de andere kant op moeten. Kijk die file!’
17: 16
Hij: ‘Ik moet geloof ik afrit 21 of 22.’
Ik: ‘Maar dit is al 22.’
Hij: ‘Dan moet ik deze.’
17:17
Ik: ‘Herken je dit?’
Hij: ‘Hm.’
17:19
Hij: ‘Jaja, nu herken ik het, we hadden die andere afrit moeten hebben, maar deze kan ook.’
17:24
Hij: ‘Hm.’
17:30
Hij: ‘Hm.’
17:35
Hij: ‘Hmmm.’
17:40
Ik: ‘Herken je het nog?’
Hij: ‘Uh.’
Ik: ‘Zaventem valt net van de kaart.’
Hij: ‘O, maar wacht even, dit herken ik.’
17:50
Hij: ‘Kun je even vegen, de voorruit beslaat.’
Ik: ‘Ik doe de raampjes wel open.’
18:00
Ik: ‘Ik doe de raampjes weer dicht, want ik ben drijfnat.’
18:01
Hij: ‘Ik denk dat het hier om de hoek is.’
Ik: ‘Maar dit ziet eruit als het vliegveld.’
18:08
Ik: ‘Anders moeten we misschien toch de file terug nemen en de vorige afslag pakken.’
Hij: ‘Het raampje moet echt weer open hoor.’
18:18
Ik: ‘Kom op, laten we naar de autostrade gaan.’
Hij: ‘Eerst nog even op dat stadsplan kijken.’
18:28
Hij: ‘Het is dus heel gemakkelijk, hier naar boven, links aanhouden en dan twee keer rechts.’
Ik: ‘Stom hè, dat we het net niet gezien hadden.’
18:38
Ik: ‘Volgens mij hebben we een rondje gereden.’
Hij: ‘Ja, daar is het stadsplan weer.’
18:40
Ik: ‘Laten we het gaan vragen.’
18:52
Ik: ‘Moeten we nog voorbij Nossegem?’
Hij: ‘Ik heb geen idee.’
19:00
Hij: ‘Wat zal ik doen?’
Ik: ‘Hm.’
19:05
Ik: ‘Volgens mij zijn we nu weer bij het vliegveld.’
Hij: ‘Ik kan niks meer zien.’
19:10
Ik: ‘Probeer de autostrade maar weer te vinden.’
19:16
Ik: ‘Ik geloof dat je nu de autostrade Gent/Antwerpen hebt.’
Hij: ‘Is ’t echt?’
Ik: ‘Ja, kijk maar daar is Leuven/Brussel.’
Hij: ‘Hm.’
19:19
Ik: ‘Dus nu staan we in een file in een richting die we niet uit moeten?’
Hij: ‘Hm.’
19:34
Ik: ‘Hier is weer een afslag Zaventem, neem die maar.’
19:38
Hij: ‘Hee, daar is het stadsplan weer.’
Ik: ‘Het regent nu wel serieus in.’
Hij: ‘Ja, veeg de ruit ook nog maar eens.’
19:46
Ik: ‘Hier zijn we net ook langsgekomen.’
Hij: ‘Het moet rechts van ons liggen.’
Ik: ‘Je kunt hier rechts.’
Hij: ‘Waar?’
19:55
Ik: ‘Gaan we het nog redden?’
Hij: ‘Ik geloof dat we nu goed zitten.’
20:00
Hij: ‘Ja, hier rechts is het.’
20:02
Ik: ‘Herken je het nog?’
Hij: ‘Hm.’
20:05
Ik: ‘Ik geloof niet dat het hier is.’
20:15
Ik: ‘Als we het nu nog vinden hebben we geen tijd meer om te winkelen.’
20:20
Ik: ‘Ga maar terug.’
20:25
Ik: ‘Volgens mij zijn we naar Brussel aan het rijden. Dit ziet er heel Brusselig uit.’
20:35
Hij: ‘Daar is de autostrade.’
Ik: ‘Ja, maar dat is weer die naar Gent en Antwerpen.’
20:45
Ik: ‘Als je nu links aanhoudt, zitten we op een weg naar Leuven.’
Hij: ‘Ik zie bijna niks meer.’
21:10
Ik: ‘Leuven.’
Hij: ‘Ja, Leuven.’
Ik: ‘Hm.’
Hij: ‘Hm.’
Lees ook het handboek dat ik schreef na mijn IKEA-vuurdoop, vijf jaar geleden.
Leve de GPS!!! Ik kan niet meer zonder en heb in het verleden veel van die toestanden meegemaakt wegens totale onkunde. En mijn vent blijft daar niet zo rustig onder dan de jouwe!
Ik moet bekennen dat het de eerste keer was dat ik dacht: hoeveel kost zo’n tomtomding eigenlijk?
Tsja, lastig dat je bij de IKEA niet online kunt bestellen. Maar ja, hoeveel Zweedse balletjes zou men dan nog verkopen?
Ik neem elke dag afrit 21,… nu nooit meer zonder nog aan jullie te denken.