Vrijdag de 13e

Vandaag is het de dag van De Blije Bukster en gisteren was het vrijdag de 13e.
Het zag er ’s ochtends nog rooskleurig uit. Ik had het bewijs van ongehuwd zijn klaarliggen, inclusief apostilles (stempels) die ik afgelopen maandag zelf bij de Rechtbank op de Parnassusweg had gehaald. We hadden deze keer een nummertje dat binnen een uur voorbijkwam en het labyrinth waren we ook al in één keer doorgekomen. Het leek allemaal mee te zitten.

Tot de dame vroeg wat de status ‘gescheiden geregistreerd partner’ eigenlijk betekent. Ik hoopte dat dat moment niet zou komen, want ik weet dat mijn flitsscheiding niet overal wordt erkend (Duitsland). En hoewel die scheiding hier in België wel wordt erkend, vermoedde ik wel dat er een zeer ingewikkelde conversatie zou kunnen volgen.

Dus ik begon rustig uit te leggen dat ik getrouwd was, dat ik daarna mijn huwelijk heb laten omzetten naar een geregistreerd partnerschap en vervolgens dat partnerschap heb laten ontbinden.
‘Ah’, zei de dame. ‘Dan heb je een bewijs nodig van de datum van je huwelijk en van de datum van de ontbinding van het partnerschap. Daarvoor hoef je geen apostilles te hebben. Slechts documenten met een datum.’ En of we wel wisten dat het vandaag vrijdag de dertiende was. Het leek even alsof er hoorntjes uit haar hoofd groeiden.

En hoewel ik zeer van de Vereniging voor Beheersing in Sociaal Verkeer ben, kon ik het toch niet laten om de mevrouw giftig in te wrijven dat we, doeme toch, twee keer hadden gebeld en al een keer persoonlijk aan die balie hadden gestaan en dat niemand de moeite had genomen ons te vertellen dat we naast een bewijs van ongehuwd zijn ook documenten van huwelijk en scheiding nodig hadden. Tja, zei de dame, dan hadden we niet de juiste vraag gesteld…

Waarop ik begon te argumenteren als een tierelier. Dat zij misschien wel degenen waren die niet de juiste vragen hadden gesteld, want dat ik elke keer alle logische gegevens had overhandigd: wettelijke samenwoning Belg met niet-Belg in België, en dat het dan misschien aan hén is om mij te waarschuwen voor haken en ogen. In plaats van altijd maar te zeggen: ‘Nee, 60 euro en een identiteitsbewijs volstaan.’

Daar kwamen die hoorntjes weer. ‘Zestig euro? Dat is volkomen uit de lucht gegrepen, hoe komt u daarbij?’ De dame achter de balie keek me aan alsof ik haar zojuist voorspiegelde dat twee plus twee zes was. Ik wees naar een tafeltje vier balies verder. ‘Van de meneer die daar zat en die ons vertelde over het bewijs van ongehuwd zijn. En alle mensen aan de telefoon repten ook over die 60 euro.’
‘Dat kan niet, dat is onmogelijk’, zei ze. ‘Waar zat hij? Daar? Ik ga het hem vragen, ik weet zeker dat het niet kan.’ Ze beende weg, vastberaden om ons als een stelletje leugenaars aan de schandpaal te nagelen.

Toen ze terugkwam, was ze al wat minder vastberaden. ‘Wij kunnen hier niet altijd gelijk alle vragen stellen’, zei ze. ‘Soms ligt dat te gevoelig, bij weduwen en zo.’ Ik dacht terug aan tien minuten eerder toen ze tegen mij galmde ‘ZO – DUS U BENT – GESCHEIDEN?’ en toen ik voelde dat de dertig wachtenden massaal tegen mijn rug zaten te fronsen. Nee, dacht ik, sommige dingen kun je hier inderdaad niet gelijk vragen. In Amsterdam mocht je keurig in een hokje met een ambtenaar, in Leuven hebben ze net de kans gekregen om in hun spiksplinternieuwe stadhuis een modern lokaal te maken voor dit soort zaken, maar nog steeds kun je als wachtende van minimaal drie vluchtelingen het hele verhaal horen.

We keken de dame diep in de ogen en zeiden: ‘Okee, wij gaan nu terug naar huis voor de documenten met datum van huwelijk en ontbinding, weet u dan zeker dat dat het é-ni-ge is dat we nog nodig hebben?’ We bogen samen ver over het bureautje om de ernst van de vraag te laten doordringen.
‘Dat is het enige’, zei de dame. ‘Kijk, ik schrijf het hier op voor mijn collega’s.’ Ze pakte een geel Post-itje. ‘Dan weten die ook wat u nog nodig heeft.’

Toen we weggingen zei ze nog: ‘Gelukkig heb ik al een goede daad gedaan vandaag. Ik heb een vluchteling een definitieve verblijfsstatus gegeven.’

Op de terugweg miezerde het, en we neurieden zachtjes Daar komt de bruid. In gedachten was ik mijn hele administratie aan het doornemen op zoek naar documenten van huwelijk en scheiden. Thuisgekomen vond ik factuurtjes (een flitsscheiding kostte 550 euro), conceptversies van de huwelijkse voorwaarden, een concepttestament en na heel lang zoeken een scheidingsconvenant waarop zowel huwelijk als scheiding met data werden bevestigd door een notarisbureau. Gelukkig, want wij waren inmiddels vastbesloten op vrijdag te dertiende in de wettelijke samenwoon te worden verbonden, wij moesten en zouden het lot naar onze hand zetten.

Op een drafje keerden we terug naar het stadskantoor. We hadden nog een uurtje en als ware opportunisten zaten we op z’n heidens te bidden dat we nog op tijd aan de beurt zouden zijn. En jawel, het lukte. We wreven even over elkaars knie toen we de documenten aan weer een andere ambtenaar overhandigden. Eindelijk zouden we een samenleefcontract sluiten, eindelijk zouden we die cadeautjes en het lekkere eten dat we onszelf in het vooruitzicht hadden gesteld kunnen gaan innen. Eindelijk zou hij meewerkende echtgenoot worden.

‘Wat betekent dat eigenlijk, gescheiden geregistreerd partner?’, vroeg de ambtenaar. Ik kreeg last van een reeks dejavu’s en zuchtte eens diep. ‘Wel, ik ben zojuist al bij uw collega geweest…’ ‘Ja, dat weet ik’, gniffelde ze. Ze had vermoedelijk geamuseerd zitten meeluisteren toen ik uit mijn slof schoot. Ik geef u één woord: privacy. Maar soit, ik probeerde onverstoorbaar door te gaan met mijn verhaal. ‘…en uw collega vertelde mij dat ik alleen nog een bewijs nodig had van de data van huwelijk en ontbinding. Dat heeft ze ook op mijn dossier geschreven.’ De ambtenaar keek eens naar mijn stukken. ‘Ik zal het even navragen’, zei ze, en ze verdween uit het oog.

Intussen luisterden ik en mijn Weederhelft nog wat vluchtelingenverhalen af van mensen met op elk paspoort een andere naam, vluchtelingen uit Libië die naar Burkina Faso wilden reizen en Russische meisjes die werd aangeraden een paar maanden illegaal in België te verblijven, omdat dat quote unquote: ‘gewoon mag’.

Toen de ambtenaar terugkwam zei ze: ‘Uw bewijs van ongehuwd zijn is voor drieërlei uitleg vatbaar. 1. u bent gescheiden van uw geregistreerd partner, 2. u bent eerst getrouwd geweest, daarna gescheiden en daarna geregistreerd partner geworden of 3. u bent eerst geregistreerd partner geweest, daarna getrouwd en daarna gescheiden. Wij moeten van de huwelijksakte en van de ver- en ontbinding van het partnerschap een officieel document hebben van de gemeente, mét apostilles. Daarvoor moet u weer naar de rechtbank.’

Ik keek haar ongelovig aan. Er schoot van alles door mijn hoofd. Dat ik dan wel 60 euro uitspaarde door die domme ambtenaren, maar dat elk officieel document ook zo 15 euro kost en ik dus met vier officiële documenten ook op 60 euro uitkom. En dat ik een flitsscheiding deed om de kosten te drukken en niet naar de rechtbank te hoeven. Maar dat ik daardoor nu al twee keer naar de rechtbank moet en nog eens bakken met geld extra kwijt ben aan reiskosten en documenten. En dat ik deze keer niet zou ontploffen, wegens te verbijsterd, dat dacht ik ook nog.

Gelaten pakten we alle papieren weer op: het bewijs van ongehuwd zijn, mijn paspoort en verblijfsvergunning, het scheidingsconvenant en de partnerschapsontbinding. De cadeautjes en het lekkere eten zouden nog even uitblijven. Buiten was het nog harder gaan regenen. En thuis liep ik een zodanig hernia-achtig iets op dat ik al 21 uur met een opgetrokken arm en een scheve nek loop.

Vandaag is het de dag van De Blije bukster, gisteren was het vrijdag de dertiende en over een maand, als ik mijn nek weer recht kan zetten, is het weer vrijdag de 13e. Dan proberen we het gewoon opnieuw.

14 februari 2009 | 17 reacties

«

»

Geef een antwoord

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

17 Reacties
  1. frommel 14 februari 2009

    Sorry, maar ik vind het een geweldig verhaal. Later als jullie in een bejaardenhuis elkaar over de knie wrijven zullen jullie er heel hard om lachen.

  2. Kaat 14 februari 2009

    Jemig, wat een gezeik. Burocratie ten top. Bah.

  3. kameleon 14 februari 2009

    hoe schrijven ze kafka op zijn belgisch? … eehm vlaams?

  4. Terrebel 14 februari 2009

    Wauw, wat een verhaal! Dat zou je eigenlijk moeten opschrijven! Eh…

  5. Susan 14 februari 2009

    Verbijsterend…

  6. gina rapida 14 februari 2009

    Ik hou nu en hierbij een pleidooi om ambtelijke dom- en stroefheid niet langer het monopolie te doen lijken van de Vlaming. Om een voorbeeld te geven van Nederlandse onnavolgbare ambtenarij: Ooit zette ik (in Nederland!) mijn huwelijk om in een geregistreerd partnerschap. Drie kwartier later verklaarde een pukkelige notarisklerkje dat ons partnerschap ‘duurzaam ontwricht’ was. Nog jarenlang smaalde ik dat de helft van een voetbalwedstrijd duurzaam genoeg was om de hele competitie om te gooien.
    (Heb overigens met mijn duurzaam ontwrichte – want ex – die dag nog heel plezierig samen gegeten)

  7. Lilimoen 14 februari 2009

    Maar poppemieke toch, wat een zielig verhaal. Ik word er stil van. (((Zezunja)))

  8. esther 14 februari 2009

    Godallemachtig, wat een gezanik daar. Gelukkig komt er inderdaad nog een vrijdag de 13e..

  9. Polle 14 februari 2009

    Aaaaaaaaah nee! Wat een frustrerende onderneming. Ik zou er heel hard van gaan huilen. Of slaan. Of alletwee.

  10. iamzero 15 februari 2009

    ik heb er geen woorden voor, wegens te verbijsterd…

  11. Soes 15 februari 2009

    Jij met je vrijdag de 13de… het is ook wel de goden verzoeken.
    Maar eerlijk gezegd lijkt dit wel aardig op wat ik in Teheran heb meegemaakt. Waar woon je ook alweer? België??

  12. Marina 16 februari 2009

    Om dit soort redenen wil ik niet trouwen. En niet scheiden. En niet solliciteren. En niet dat de cv kapot gaat.

    Toch zal het wel zo moeten zijn, want hoe vaak komt het voor dat je binnen een maand in de herkansing kan?

  13. Eliane 16 februari 2009

    Dat van die opgetrokken arm heb ik ook eens gehad. Na een zware familie-avond. De dokter vroeg of ik een auto-ongeluk had gehad, maar dat had ik niet. Het was volgens hem een spontane whiplash. Een fysiotherapeut heeft het opgelost met een enkele behandeling.

  14. Rian 16 februari 2009

    Weet je wat nog veel leuker is? Naar de andere kant van de wereld verhuizen. Een retourtje Amsterdam voor specifieke papieren waar nog nooit iemand iets over had gezegd, wordt dan nog irritanter en vooral een hele dure grap.

    Pfff… bureaucratie, breek me de bek niet open..

  15. karen 21 februari 2009

    man-man-man

    ik zou staan bleiten van frustratie, denk ik…

    (voor de niet-vlaming: bleiten is één van die vele woorden voor huilen)

  16. Ik schaam mij een beetje.

  17. Jane 25 maart 2009

    Ik ook.

© 2020 Maartje Luif & KLEO, met dank aan Wannes Daemen • Leveringsvoorwaarden

Stuur een mailtje

Wil je meer informatie of heb je vragen? Mail mij!

Wordt verstuurd

Login met je gegevens

Je gegevens vergeten?