’t Ôtootje
De motor van onze auto heeft slechts 66 x meer vermogen dan de speakers die erin zitten. Dat zegt iets over ’t ôtootje én iets over de speakers. Het ôtootje, een Volkswagen Polo uit 1995, zit in de allerlaagste categorie trekkracht. Je kunt in de bebouwde kom in zijn 4 rijden, ik bedoel maar. De speakers daarentegen trekken op met 500 per uur. Ik heb al voorgesteld om met onze vierdubbel-cd met Franse rap en de loudness aan door Luik of Charleroi te gaan crossen.
Het ôtootje heeft bijna geen minpunten. Behalve dan dat de ramen in de achterkant niet open kunnen, waardoor je dus nooit je 500 watt-luidsprekers kunt showen zonder de achterklep open te doen. Dat is lastig flaneren in Charleroi.
Een ander nadeel is de kilometerteller. Eens in de paar dagen geeft die er de brui aan. Dan moet je een ros geven tegen het ruitje van het dashboard. Maar het ruitje van het dashboard loopt onderaan schuin naar achteren. Een ferme hengst geven tegen een oppervlakte dat achter het stuurwiel van je afbuigt, is razend ingewikkeld. Zeker als je tegelijkertijd op gevoel (of eventueel op aardstralen) moet proberen vijftig te blijven rijden, omdat je anders een boete aan je broek hebt.
Ons ôtootje moet dus even naar een garagist, zodat die ‘m mores kan leren. Maar daarna is ons ôtootje een perfect ôtootje. Ons ôtootje heeft nog geen tienduizend kilometer per jaar gereden, waardoor we hopen dat-ie misschien nog wel twee keer zou oud kan worden.
Het is een barbie-auto met een stereo-installatie die zich met gemak kan meten met die van ’n Waalse hangjongere in Charleroi. En toch voel ik me door deze wagen volwassener dan ik me ooit heb gevoeld.
Maakt mij niet uit of die auto een Barbie, een Ken of een Terminator is. Hij rijdt en dat is het belangrijkste. In z’n 4 door de stad rijden is overigens tegenwoordig ‘het nieuwe rijden’. Wegens zuiniger geloof ik. Ik doe niets anders. Rijdt veel fijner. Je moet wel opletten dat je dan niet te hard gaat rijden en dat lijkt mij met een stukke km-teller inderdaad niet makkelijk. Gefeliciteerd!
Eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik niet graag gezien zou willen worden in bijvoorbeeld een Fiat Multipla, Fiat Doblo of Fiat Qubo (auto’s waarvan ik toevallig weet dat ik ze spuuglelijk vind). Dus maakt het mij wel degelijk uit, maar een Barbie Polo mag iedere kleur hebben.
Nina vindt dit geen barbie-auto wegens geen roze.
En Nina kan het weten. Ik zou een achtjarige op dit vlak niet durven tegenspreken.
heb je al bijpassende nagellak? grijns.
Inderdaad barbie-auto’s zijn roze, weet ik sinds ik een meisje om me heen heb van 5 jaar die dol is op roze, violet (paars dus maar violet klinkt mooier en is Frans) en op Hello Kitty. Nix mis met de polootje, ik heb er sinds vorige week ook eentje. Een grijze, en oh ja, wat nieuwere versie. Maar cross lekker door de stad met mijn TomTom, in het Nederlands. En kan nu eindelijk naar de Ikea, 50km verderop. Goh, wat een saai huisvrouwenleven heb ik… hahahaha