Het verhaal van mijn rijexamen en de zonnebril op het dak

Voor wat er aan vooraf ging: lees mijn aankondiging van gisteren.

De dag van mijn rijbewijs was het zonnig, veel meer dan dat weet ik niet – ik heb alles verdrongen. Dat er zon geweest moet zijn, weet ik vanwege de titel van dit stukje.

Het examencentrum in Alken (Hasselt) is gevestigd op een industrieterrein en mijn instructrice (die met een andere pet op de moeder van Wannes is) was paraat. Ik was er helemaal klaar voor: 20 uur les en daarnaast nog meer dan 1000 kilometer ‘vrij’ gereden. Ik twijfelde niet.

Voordat we de weg op gingen, liet de examinator mij de motorkap openen, waarna ik moest zeggen welke tank voor de koelvloeistof was. Omdat het donker was onder de motorkap legde ik mijn zonnebril op het dak van de auto. Daarna wees ik feilloos het reservoir van de koelvloeistof aan.

Vervolgens mocht ik instappen. Ik zette alles nog eens goed: stoel, stuur (ik heb last van lange benen) en binnen- en buitenspiegels. Toen draaide ik de sleutel om en reed ik weg, de rust zelve.

Iets buiten het examencentrum hoorde ik wat getik op het dak. Rikketik, rikketik, rikketik. De moeder van Wannes zat naast me en de examinator zat achterin gezellig tegen haar te keuvelen. Ze hoorden niks.

Ik reed gestaag door en twijfelde of ik het geluid zou melden. Het was geen bekend geluid en hoewel het niet uit de vitale onderdelen van de auto leek te komen, verontrustte het me toch.

En ineens waren ze daar: DE ZENUWEN.

Al die tijd had ik kalmpjes gewacht tot het examen was begonnen, ik was heel Zen van het examenterrein afgereden en ik was er vol zelfvertrouwen aan begonnen. Maar nu verkeerde ik in het volle besef dat ik rijexamen aan het doen was en dat het wel eens HELEMAAL FOUT KON GAAN.

Plots veranderde het stuur in een zompig zwembadaccesoire, mijn voeten zweefden aarzelend boven de pedalen en ik had moeite me te concentreren door het gekeuvel in de auto en bovenal: het gerikketik op het dak.

Ik reed nog maar een stukje door in opperste vertwijfeling. Gelukkig was er weinig verkeer op het industrieterrein. Ik kneep wat in het stuur, omdat ik door het zweet de grip leek kwijt te raken en ik keek als een bezetene in mijn spiegels in de hoop mijn concentratie weer terug te krijgen. Rikketik rikketik rikketik.

We reden de hoek om. De zon stond laag. Rikketik. Tijd voor een zonnebril.

Juist ja, de zonnebril die ik op het dak had gelegd, omdat het zo donker was onder de motorkap. En die ik daarna dus niet weer van het dak had gehaald. De zonnebril die ik nu hard nodig had, lag op het dak van rikketik te doen.

Ik zat nog even in dubio: het was een zonnebril van hooguit 15 euro, die mocht wel te pletter vallen. Maar het gerikketik leidde me te veel af, bovendien stond de zon echt akelig laag.

‘Ik heb mijn zonnebril op het dak laten liggen’, zei ik tegen de examinator. Het werd stil in de auto. Via de binnenspiegel zag ik dat de examinator met stomheid geslagen was. En de moeder van Wannes ook.
‘Mag ik even stoppen om ‘m eraf te halen?’, vroeg ik
‘Uh… wat ligt er juist op het dak?’, vroeg de examinator terwijl hij me via de spiegel aankeek.
‘Mijn zonnebril. Die heb ik afgezet om de watertank aan te kunnen wijzen. Maar die ligt nu nog op het dak.’

Dit was het moment waarop mijn zenuwen het helemaal overnamen. Het duurde even voor de examinator antwoordde, die moest vermoedelijk ook even verwerken wat ik zojuist had gezegd. Dat gaf mij de tijd om te verkrampen, om bijna sterretjes te zien van de adrenaline.

‘Ja, probeer de auto maar ergens aan de kant zetten’, zei de examinator uiteindelijk. Ik keek rond. Het was een industrieterrein zonder stoepen en met ontelbaar veel inhammetjes, uitritten, plots opduikende parkeerplaatsjes en mega-trucks die her en der langs de weg waren gezet. Ik vroeg mij koortsachtig af of er in deze straat überhaupt een plek was waar je reglementair mocht staan.

Op goed geluk koos ik een plek.
Verkeerd.
‘Hier sta je voor een uitrit’, zei de examinator streng.
Hij had gelijk, het was een goed verstopte uitrit.
Ik reed iets naar voren en vroeg: ‘Mag het hier?’
Wannes’ moeder en de examinator keken om zich heen en humden in koor: ‘Mja, hier mag het wel, lijkt het.’

Toen de auto stilstond, wilde ik mijn gordel los doen en uitstappen, maar de examinator zei: ‘Nee, laat de instructrice maar even gaan kijken.’
O, okay. Ik liet de gordel los en keek naar de instructrice c.q. de moeder van Wannes. Die stapte uit en liep de weg af.

De weg af. Dat was nergens voor nodig. De zonnebril lag gewoon aan mijn kant óp het dak van de auto. Ik keek om, langs de examinator en zag de moeder van Wannes op een drafje tientallen meters teruglopen, naar de grond kijkend in de hoop de zonnebril te vinden. Ik wilde naar haar roepen. ‘Hee, joehoe, hij ligt op het dahak.’ Maar ik durfde niet, ze was al best ver weg en ik mocht van de examinator niet uit de auto.

‘Hij ligt gewoon op de auto’, piepte ik tegen de examinator.
‘Ja, ik geloof dat ze dat niet begrepen heeft’, zei de examinator, terwijl hij door de achterruit de moeder van Wannes nakeek.

Het was doodstil in de auto en het leek eeuwen te duren voordat de moeder van Wannes besloot weer om te keren. En toen duurde de terugweg ook nog eeuwen. De examinator en ik keken zwijgend door de achterruit. Toen ze dichtbij genoeg was om ons te zien, wees ik naar het dak. Ze keek en knikte: aha!

Toen de moeder van Wannes weer in de auto zat, probeerde ik me weer te concentreren: ik was rij-examen aan het doen, elke beweging, elke handeling deed ertoe. Maar het was een chaos in mijn hoofd, ik zat me alleen maar af te vragen of ik op het moment dat ik die zonnebril op het dak legde al gezakt was.

De veertig minuten die volgden, beleefde ik in een roes. Voor m’n gevoel reed ik vlug en vaardig, maar mijn gedachten schoten alle kanten uit. Ik zag telkens het beeld voor me van de moeder van Wannes, op een drafje in de achterruit. Toen we bij het examencentrum kwamen, was het hoge woord er snel uit. Ik was gezakt, niet door de zonnebril, maar door een moment waarop ik bij het linksafslaan zonder te pinken van de linker naar de rechter rijbaan was gegaan.

En hoe hard ze me ook probeerden uit te leggen op welk kruispunt dat was gebeurd, ik kon het me niet herinneren.
Ik zag alleen maar de moeder van Wannes. Op een drafje in de achterruit.

In de loop van de week: Het verhaal van de auto en hoe Paris Hilton niet te vertrouwen is.

30 november 2009 | 13 reacties

«

»

Geef een antwoord

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

13 Reacties
  1. Van de Pot Gerukt 30 november 2009

    300 dagen per jaar zonder zon en kiest een zonnige dag uit!

    Was getekend

  2. Dahin 30 november 2009

    hahah wat herken ik dat!
    Ik ook als Nederlandse examen gedaan in België. En met 23 jaar ben je al heel laat volgens de Belgen.
    Mijn ouders woonde met het ov half uurtje van Rotterdam af, en als student is t nog gratis ook.(en parkeren in de stad is extreem duur)
    Mijn 1e examen was gewoon veel te vroeg, te weinig ervaring en zo.
    van mijn 2e rijexamen herinner ik me werkelijk he-le-maal niets, allen dat ik van het examen centrum afreed en weer er op reed. Helemaal kwijt van de zenuwen.
    De 3e keer had ik zelfde rijexaminator als de 2e keer en had ook super veel zenuwen, gelukkig met de hakken over de sloot geslaagd. Met dank aan goed woordje aan mijn rijinstructeur en het humeur van de examinator.

    wens je veel suc6 en t gaat echt een keer lukken. autorijden is veel te leuk!

  3. Lilimoen 30 november 2009

    Oh, het is misschien niet om te lachen, maar ik heb verschrikkelijk hard gelachen met dit stukje. Heerlijk geschreven! Ik zie de moeder van Wannes nu ook op een drafje.

  4. eliane 1 december 2009

    Ik heb mijn rijexamen gedaan (en gehaald) met *een* contactlens.

  5. Kaat 1 december 2009

    He shit. Nou ja, ik ben ook tig keer gezakt. Gedeeld leed…

  6. Drs. J.A. Happolati 6 december 2009

    Vrouwe Zezunja,
    Ik vind dit pijnlijk, hoor. Gezakt omdat een mens één keertje niet heeft gepinkt… Dat is toch niet meer normaal!?!
    Medelevende groeten,
    Uw Drs.

  7. J 17 december 2009

    ik moest een traantje wegpinken.
    van de lach.

    maar ik gun hem je van harte, hoe ziet zo’n bewijs er daar uit trouwens?

  8. ysabje 29 december 2009

    nooit stressen. da’s altijd nefast. je moet het gewoon als een ommetje met passagiers bewschouwen. lekker samen een eindje rijden. neuriën enzo…

  9. Marike, oftewel Juna 4 januari 2010

    Omdat ik niet precies weet waar ik dit bedoeld ben te zetten – geheel off-topic:
    Ik vind de lay van je log echt hélemaal waanzinnig. Ik klik wat in het wilde weg en vind alles wat er tevoorschijn komt verassend en nieuw (al is het je profiel uit 2006). Echt een feestje hier. Ik weet natuurlijk niet ‘wie-jij-werkelijk-bent;, maar in het beeld van Zezunja dat ik door de jaren heen maakte, past deze lay uit het rijtjes lay’s-door-de-jaren-heen het best. Chapeau!

  10. Auteur
    Zezunja 4 januari 2010

    En nu moet ik misschien weer eens iets gaan doen hier.
    Goede voornemens zijn gedoemd om slecht af te lopen, dus het wachten is op harde actie.

  11. Terrebel 4 januari 2010

    Harde aktie? Van wie?

  12. Auteur
    Zezunja 4 januari 2010

    Haha, kom je uit de seventies of zo, met je aKtie.
    Van wie? Ja, van wie? Dat vraag ik me ook steeds af…

  13. Terrebel 5 januari 2010

    Yep. Hoewel…ik ben van 1967. Maar ook SP’er…daar heb je’t al…;-)

© 2020 Maartje Luif & KLEO, met dank aan Wannes Daemen • Leveringsvoorwaarden

Stuur een mailtje

Wil je meer informatie of heb je vragen? Mail mij!

Wordt verstuurd

Login met je gegevens

Je gegevens vergeten?