Het verhaal van de altijd zichtbare toren

U wilde perikelen (dat bleek hier) maar u wilde ook het verhaal van altijd warme voeten en de daarbij behorende foto’s.
Welaan, bij deze.



Klik voor een grotere foto.
Het verhaal van de… altijd zichtbare toren

Toen ik voor het eerst in Leuven kwam, vond ik het een schattig stadje. Mooi, levendig, maar niet echt serieus te nemen als stad. Een ring waar je maar 50 mag, geen buitenzwembad en in vakanties maar 60.000 inwoners, neuh, dat viel niet serieus te nemen.
Het allerschattigst vond de enige wolkenkrabber die Leuven rijk was: Sint-Maartensdal.
Sint-Maartensdal is in meerdere opzichten schattig. Ten eerste is het een flat met een futuristische barbecuespies op het dak, waarschijnlijk om daadwerkelijk de wolken te krabben. Dat heeft iets over-ambitieus, wat het gebouw in het geheel niet waarmaakt.
Want het is een flatje van niets. Zoals de naam al zegt: hij staat in een dal, waardoor de toren nog niet eens een vliegtuiglichtje nodig heeft. Daar is weinig wolkenkrabben aan, me dunkt.
En dan de kleuren, die zijn wel het allerschattigst. In België hebben ze de neiging om – net als in Frankrijk – de pijn van armoede te verzachten door de getto’s zalmroze te schilderen. Sint Maartensdal is naar Leuvense maatstaven zo’n getto: het handjevol ‘allochtonen’ dat Leuven rijk is woont daar, aangevuld met wat opgeschoten jeugd en wat  kansarmen. Als getto op zich niet serieus te nemen, en daarom zo geschikt als achterstandswijk voor Leuven. En ook die hebben ze dus zalmroze geschilderd, zodat de armoede er minder rauw uit zou zien.

In ons vorige huis hadden we zicht op de Begijnhofkerk (klik), maar dan moesten we wel in de tuin gaan staan. In dit huis hebben we altijd uitzicht, op elk van de vier etages.
Uitzicht op de zalmroze staf met barbecuespies die ik bij mijn kennsimaking zo schattig vond. Pathetisch zelfs.
Inmiddels ben ik blij dat het geen grauwe grotestadsflat is, maar een Eftelingwolkenkrabbertje – waardoor ik telkens weer besef dat ik in het rustige en gezapige stadje Leuven woon.
Laat dit het eerste verhaal van altijd warme voeten zijn: het uitzicht bevalt me.



Klik voor een grotere foto.

15 november 2009 | 3 reacties

«

»

Geef een antwoord

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

3 Reacties
  1. eddiefromohio 23 november 2009

    Ik kan het niet laten … het buitenzwembad vind je in het provinciaal domein en in de vakanties krioelt het hier nog steeds van de plus 90.000 inwoneres.

  2. Auteur
    Zezunja 23 november 2009

    :-)
    Bedoel je het ploeterbad op deze link? Gericht op kinderen tot 12 jaar?
    http://www.vlaamsbrabant.be/vrije-tijd-cultuur/provinciedomeinen/kessello/attracties-en-recreatiemogelijkheden/
    Hihi. Dat is niet helemaal wat ik met een buitenzwembad bedoel.

    En met de laatste ben ik het echt pertinent oneens. Je kunt een kanon afschieten hier in de zomer. De hoeveelheid mensen is dan mijns inziens niet te vergelijken met de hoeveelheid gedurende het academiejaar.
    Ik weet niet meer waar ik die cijfers vandaan had, maar ik twijfel er zelf geen moment aan.

  3. eddiefromohio 24 november 2009

    Okay okay. Je hebt voor een deeltje gelijk. Maar dat gigantisch ploeterbad volstaat ruimschoots voor een modaal gezin om na een zweterige werkdag nog twee uur in rond te ploeteren.
    En toch wonen er hier 90.000 en inwoners. Alleen liggen die in de zomer allemaal rond dat ploeterbad …

© 2020 Maartje Luif & KLEO, met dank aan Wannes Daemen • Leveringsvoorwaarden

Stuur een mailtje

Wil je meer informatie of heb je vragen? Mail mij!

Wordt verstuurd

Login met je gegevens

Je gegevens vergeten?