Zezoenja – De Zoenevolutie
Dit stukje verscheen als column op VPRO’s Café De Liefde.
De heer des huizes zoent mij als hij opstaat, als hij weggaat en als hij onverwacht van mij houdt. Hij zoent me bij het binnenkomen, bij het oppeppen en hij zoent de tranen van mijn wang. Hij zoent mij. Vaak. Genoeg.
Maar je hebt zoenen en zoenen. De zoenen van de heer des huizes zijn in de loop der jaren veranderd. Ik herinner me onze eerste, bange kus. Een kus die in niets lijkt op de kussen van rust die we nu uitdelen. Bange mensen, bange zoenen. Zoiets.
Een degelijke graadmeter in de zoenevolutie is de tong. Bij de sollicitatiezoen lijkt de tong van levensbelang. Een eerste kus zonder tong krijgt zelden het predikaat eerste kus. Bange zoeners tongen vaker.
Terwijl de lange-relatiezoen vaak juist een zoen zonder tong is. Ik bedoel: je hebt ze wel hoor, mensen die bij het thuiskomen hun vrouw eens stevig bekken – en ook nog voor het slapengaan, na het opstaan, en voordat ze de auto instappen om naar hun werk te vertrekken. Maar over het algemeen is de lange-relatiezoen veel te functioneel om eindeloze rondedansjes van de tong te behelzen.
Waar de eerste zoen vaak bedoeld is om de ander mateloos te boeien en te laten smachten naar meer, hangend tegen een barkruk of wriemelend op de bank, is de lange-relatiezoen veel meer een middel om gerust te stellen, om een degelijk soort liefde te betuigen. Bij tijd en wijle zal ook deze zoen een uitnodiging zijn tot méér, maar negen van de tien keer is hij bedoeld als daad van attentie voordat we kattenbrokken gaan kopen.
De hedendaagse lange-relatiezoen ten huize Zezoenja is een gezellige zoen. Ik zou ‘m niet willen missen. In alle beginnende relaties mis ik die zoen. Hoe opwindend de sollicitatiezoen uit het veroveringstijdperk ook is, ik snak altijd naar geruststelling. Doe mij een zoen die me kalmeert! Alsjeblieft!
Het probleem van de sollicitatiezoen en de lange-relatiezoen is: ze kunnen moeilijk naast elkaar bestaan. Een geruststellende zoen is bijna per definitie geen wilde tongzoen en een sexy zoen mag niet al te geruststellend zijn om nog sexy te zijn.
De enige oplossing is doen alsof. Dus als de heer des huizes kattenbrokken gaat kopen, negeer ik alle geruststelling in zijn lippen. Ik kijk naar ‘m alsof ik ‘m voor het eerst zie. Ik stel me voor, hallo, ik ben Zezoenja, en ik geef een bange kus terug. Op die manier hebben we soms, heel soms, een moment dat de zoenevolutie niet bestaat. Dan staat zijn gezellige lange-relatiezoen bol van belofte. En dan ben ik plots een creationist.