Goed
De reisduur was Zuid-Frankrijk-waardig, maar de rolkoffertjes schraapten over natte Twentse bodem. Een kamer met een Auping-bed, Comedy Central en mijn lief. Mijn ouders een verdieping lager, zes dagen op vakantie in wat ooit mijn eigen land was: koeien, kou en buienradar.
Een boerderijtje met zijn vieren, later met zijn achten. Veel fietsen, tussen de druppels door naar Duitsland, dwars door de zadelpijn heen. En in bed liggen, naar de tractors luisteren, kijken of de buurman met de Twenste achternaam zijn netwerkje nog steeds open heeft staan, gokken of het droog zal worden. Maar nee.
Te loom om een boek te lezen. Te donker trouwens ook. Mijn overgrootvader werd erbij gehaald. Als het even droog leek, ‘zou het zo toch wel weer gaan regenen’. Poncho’s mee en fietsen maar. De score was mager: een kikker, een konijntje, een eekhoorn, een boel karpers en een minishetlandmuilezelgeval. En de eenzame dronkaard die al zeventig jaar alleen aan de brug woont. Hij had een oranje oog met een blauw randje. Hij vertelde dat het zandpad weldra weer een fietspad zou worden. Dat gaf hoop.
‘Als je mijn foto-album bekijkt, lijkt het alsof wij met de familie altijd maar zitten te eten’, zei ik. Daar had niemand iets tegenin te brengen en dus deden we van restaurants, verjaardagstaarten, boterhammetjes met radijs en ijsjes tussendoor.
Volgens Gerrit Hiemstra viel de week in het water en een heel vreemde meneer op TV Oost was er ook niet gerust op, maar wij hadden het goed. We zagen de Amerikaanse versie van The Office op Comedy Central en hoewel die tegenviel, viel-ie toch mee. We aten de aller- aller- allerlekkerste chocolademousse ever in Hotel De La Poste in Ootmarsum en we waren apetrots nadat we per ongeluk zestig kilometer hadden gefietst toen we even een ommetje wilden maken.
We begroeven met de kleinste filosofen van het gezelschap een vlinder en een hommel en we plaatsten er een half ei bovenop als grafmonument. Voor het eerst in jaren was ik bij de verjaardag van mijn vader, mijn moeder én mijn zus, ik maakte een olifant van een kiezelsteen en ik wist aan het eind van de week niet meer welke dag het was.
Dag Zezunja, wat fijn dat je er weer bent. Ik ben redelijk nieuw in blogland en altijd als ik hier over de vloer kwam, zat jij blijkbaar op een ander (en niet op de minste plekken me dunkt).
Wij zijn blijkbaar allebei dit jaar niet rijk genoeg om naar het buitenland te gaan. Ik heb zo mijn manier gevonden om daar mee om te gaan, zie mijn eigen Wonderland. Altijd welkom voor een bezoekje, de zon schijnt er nogal vaak.
Intussen weet jij met je vakantieverslag de regen wel bijzonder sexy te maken. Ik kijk uit naar het vervolg van je nieuwe blogstart.
Kijk. Dat is nog eens verwennerij.
Zezunja’s Zomerweblogs. :)
als dat geen echte vakantie is…
Als het buiten niet zomert, dan zomert het tenminste toch altijd in uw kopke, nietwaar?
Fijn om terug dit soort logjes te kunnen lezen!
Goed om weten dat wij beiden om financiële redenen aan dit klotenland gekluisterd zijn, vrouwe Zunja.
Als ik ontzettend hard snuif kan ik haar misschien een beetje ruiken, dacht ik onlangs nog. Vanwege een snuifbreuk aan het neusbeen mijn pogingen opgegeven.
Let u aub een beetje op uw gewicht met al dat vreten en onderuit zakken? Vanachter mijn groentenburger mag ik u graag groeten.
In elk geval de indruk dat je opgeladen bent. Zo niet, dan kunt u dit als niet verzonden beschouwen. Ben blij dat jij in de komkommertijd voor mijn dagelijkse leesvoer zorgt…was je al kwijt!
Dankuwel, iew, hooggespannen in combinatie met verwachtingen. Ik heb moeite mijn schrijfkringspier uit de kramp te houden.
@ heer Pain: U bent nog van de gedeelde smart. Waar vindt een mens dat nog tegenwoordig.
Mijn weegschaal is reeds jaren de deur uit, heer Pain. Ik plof nu ter leringh neer op een voorraad volle chipszakken. Als ze openknallen ben ik te zwaar.
@ Kaatje: Ik ben pas net begonnen, met dat opladen. Nog drie lange weken in het vooruitschiet. If you like me opgeladen, dan zul je nog wat beleven. ;)