‘Leven jullie wel?’ in het Brabants Nieuwsblad
Wat? Een verslag van het bezoek van Ronald Giphart aan de bibliotheek in Roosendaal.
Waar? Brabants Nieuwsblad (nu: BN/De Stem).
Wanneer? In een ver verleden. Het stukje verscheen op 1 juni 1996.
‘Leven jullie wel?’
door Maartje Luif
“Ik had één grote wens: ooit nog eens in Roosendaal te mogen voorlezen”, begint Ronald Giphart (30) uitdagend. En dat is ook wat het achtentwintigkoppige publiek van hem wenst: voorlezen. De schrijver van het bestverkochte debuut van 1992 kan zijn ei kwijt tijdens de literaire avond in de openbare bibliotheek in Roosendaal. “Zijn er nog vragen?” Stilte. “Zal ik dan nog maar een stukje voorlezen?”
Stugge mensen
Eind 1995 kon de lezing van de Utrechtse Generatie Nix-schrijver niet doorgaan, omdat hij ziek was. Eergisteravond mocht Giphart het goedmaken, maar daar moest hij wel wat voor doen. “Ik zal beginnen met een stukje uit mijn debuut. Noem een paginanummer tussen 1 en 176”, gebiedt de schrijver. Stilte. “Stugge mensen, die Roosendalers”, probeert hij. Niemand reageert.
‘Een vlotte schrijver’ wordt Giphart wel genoemd. En aan de snelheid van vertellen ontbreekt inderdaad niets. In rap tempo leest hij voor. ‘Ik ook van jou’ is de titel van zijn eerste boek en alles wat god verboden heeft wordt ongegeneerd over het publiek uitgestort.
Verschrikt
Of het daaraan ligt of aan het razende tempo waarmee hij het grove verhaal vertelt, is niet duidelijk, maar bij elke vraag die Giphart rechtstreeks aan het publiek richt, kijken de toehoorders hem en elkaar verschrikt aan. “Is Roosendaal een leuk dorp? Uh… stad”, probeert Giphart. Het publiek zwijgt. “Leven jullie wel?”, vraagt hij zich af.
Hij besluit verder te lezen en zo nu en dan komt er zowaar wat gegrinnik uit de zaal. Het publiek raakt gewend aan de venijnige schrijfstijl en de openhartige manier waarop hij de tekortkomingen van zijn personages uit de doeken doet. Af en toe stopt hij even met lezen, dan vertelt hij een anekdote. Al vertellend over de rosse buurt in Utrecht komt hij bij de vraag: “Heeft Roosendaal een links of een rechts stadsbestuur?” Niemand antwoordt. Hij kijkt nog eens rond. “Niet bekend”, concludeert hij.
Ploeteren
Pas als Giphart vraagt of hij iets zal voorlezen uit zijn nieuwste boek, ‘Phileine zegt sorry’, dat in november uitkomt, reageren de luisteraars.
Na zijn slotverhaal verklapt hij hoeveel hij krijgt voor deze literaire avond: 750 gulden. “Dat is makkelijk verdiend”, roept iemand, die zich waarschijnlijk niet realiseert dat de schrijver hard heeft moeten ploeteren voor welgeteld vier vragen en deze reactie.