Van Vrijman naar Weisz naar mij
Al weken ben ik bezig met een catalogus, maanden misschien. Een catalogus van de cursussen die ik geef, een catalogus van de columns die ik schrijf en een catalogus van de rest van het werk dat ik doe.
En perfectionistisch dat ik ben! Ook wel een beetje terecht, want als ik piano’s zou verkopen, zou ik niet zoveel tijd besteden aan de wijze waarop ik ‘piano te koop’ zou opschrijven, maar ik verkoop woorden. En als je mooie woorden verkoopt met lelijke woorden, snapt niemand het nog.
Maar de catalogi werken me op de zenuwen. Ik ben namelijk geen vormgever, maar wil ze wel prachtig vormgeven en dat kost eeuwen. Daarbij is het de bedoeling dat die dingen geld opleveren, maar zolang ze niet de deur uit zijn, doe ik het voor niets. Liefdewerk oud papier dus. En zenuwen.
Vrijdag was ik het even zat. Kutcatalogus. Ik plofte neer op de bank en zette de tv aan. Ik verwachtte iets als Vlaanderen Vakantieland, maar ik viel binnen op Nederland 2 in Het uur van de wolf. Lucky me. Het begin van De werkelijkheid van Jan Vrijman.
En woow, wat werden mij de ogen geopend.
In de documentaire bladert onze vermaarde filmregisseur Frans Weisz door wat correspondentie van wijlen Vrijman. Hij wijst op een beduimeld velletje betypt papier met koffievlekken, doorhalingen en kantlijngekriebel en zegt vol ontzag: ‘Zo diende hij dus ook zijn subsidie-aanvragen in. Met koffievlek en al.’
Vervolgens beschrijft Weisz hoe hij zelf gewend was bij de eerste de beste typfout het vel uit zijn typmachine te trekken om weer helemaal opnieuw te beginnen. ‘Het was een eyeopener’, vertelt Weisz. Vrijman weekte subsidies en investeringen los zonder ook maar een klein beetje energie te steken in de formaliteiten; hij bewaarde al zijn energie voor het werk zelf.
Een eyeopener inderdaad. Voor Weisz. En voor mij. Want daar lag ik, uitgeblust door de randverschijnselen. Geen column geschreven, geen les gegeven en toch kapot. En dan te bedenken dat ik op het idee kwam voor de catalogus door de vele positieve reacties die ik kreeg op een inderhaast verstuurde bulkmail.
Dus zo werkt mijn hoofd: als een rommelig mailtje zijn werk doet, denk ik: dat kan beter. Waarop ik mij zet aan een enorm arbeidsintensieve perfectionering van diezelfde mail: een catalogus. En dat is raar, want waarom denk ik niet: zo, dat werkt, dan kan ik nu verder met het echte werk?
Met de ogen geopend, zette ik mij de afgelopen dagen aan de catalogi. Gisteren was het cursusaanbod af, volgende week is het columnaanbod af. En daarna? Daarna krijgt iedereen nog slechts beduimelde e-mailtjes. Met cyberse koffievlekken. Het is tijd voor het echte werk.
Perfectionistisch en orderlijk dus?
orderlijk? Hahaha!
Ja, of onpraktisch en niet in staat om hoofd- en bijzaken te onderscheiden. Wie zal het zeggen…?
En dat is dan weer meteen een mooi voorbeeld van het aloude adagium ’toeval bestaat niet’. Nietwaar?
Mooi, die heb je dan ook te pakken. Perfectie, noemen ze dat bij ons op school, en dat dat alle leven uit de dingen haalt die je wilt ondernemen. En dat je je daar niet gek door moet laten maken. Niet dat ik het al helemaal onder de knie heb, hoor. Bij lange na niet, maar het zien is in ieder geval een leuk begin.
Succes! Het echte werk is veel interessanter dan gefrummel met vormpjes…
Sommige zaken moet je uit handen geven.
Kon jou lief niet heel goed vormgeven?
Maar ik heb hetzelfde. Als ik alles geperfectioneerd heb, dan voel ik me opgeruimd, georganiseerd, tevreden en meer van zulks moois.
Maar het is praktischer als je bepaalde dingen uitbesteed.
Zo krabbelde een ex-lief van mij eens een sollicitatie-regel op een kladblok velletje. Hij vouwde het dubbel, scheef nog wel, en stuurde het op.
Hij had de baan. Tssss.
Nou, de perfecte koffievlek in een mail krijgen, dat is anders een heidens werk hoor. Kost weken.
@ Soes: ja, hij is vormgever van beroep, maar ik ben heel eigenwijs. ‘Selluf doen’, zeg ik dan.
@ Irene: Ja, of wat dacht je van het beduimelen van ’n mail. Dat doe je ook niet zomaar hoor…
Hmmm, dus ik mag je ook niet helluppen? Ik ben ook jáááren vormgever geweest. En nog eigenlijk. Alleen niet meer betaald.
Ik moet nodig net zo’n afspraak maken met mijn bankrekening als jij. ;)
(heel even tussen haakjes: jullie ‘Nederlanders’ hebben het altijd zo over dat schattige Vlaamse taaltje van ons. Ik vind anders het ‘Selluf doen’ van Zezunja twee reacties hoger wel heer erg schattig… Bij zo’n dingen krijg ik altijd meteen visioenen van Ienie Mienie en Co…)
(Heer is heel uiteraard… Nog geen koffie gedronken vandaag…)
Misschien is het punt wel dat je eigenlijk vind dat je ook vormgever zou moeten zijn… :-) Homo universalis, it’s a drag.
Overigens zie ik wel een verschil tussen filmmakerij en woorderij. Van een filmmaker zou ik niet verwachten dat ie veel van tekstuele vormgeving weet. Van een tekstschrijver wel. Een goed artikel schrijven vergt overwegingen die niet zo ver van (typo)grafische overwegingen liggen. Beide zorgen ervoor dat informatie maximaal bij de lezer terechtkomt.
Ha, je hebt me door. Alweer.
Ik wil altijd alles zijn én kunnen. Ook vormgever/vormgeven.
En ja, een filmmaker kan zich makkelijker onder de pianoverkopers scharen, dat is waar. En toch vond ik het een leerzaam gegeven.
Natuurlijk! Als je perfectionisme je daadkracht gaat opeten, dan is het per definitie mis. Daarom lijkt het me helemaal goed wat je gedaan hebt.