Nieuw repertoire: tik-tik
Het ergste dat iemand vroeger tegen mij kon zeggen was dat ik niet technisch ben. Ja, als het zeer weloverwogen na een urendurend debat geconcludeerd werd, dan kon ik het wel hebben, maar bij mij ging het meestal terloops. ‘O, Zezunja, neuh, die is niet technisch. Die kan goed leren.’ Vreselijk vond ik dat.
En okee, toegegeven, ik ben niet overdreven technisch. Zo was ik lang bang voor gas en heb ik een aangeboren argwaan tegen boormachines en elektriciteit. Maar ik red mijzelf op technisch gebied en ik draai mijn hand niet om voor ingewikkelde Windowsinstallaties en ander knopjeswerk. Jarenlang was ik de vent in huis. Ik stelde de video in, schroefde de dvd-speler open en verbond de minidisc aan de computer. En hoewel ik dat vroeger nog niet kon weten, voelde ik het al wel: ik ben wél technisch. Heus wel.
De eerste keer dat ik ontdekte dat ik wel technisch ben – ik was een jaar of veertien – was toen ik eigenhandig een versterker uit elkaar had geschroefd. Alleen al het schroeven zelf en het onthouden welke schroeven waar hoorden, vond ik een ware proeve van bekwaamheid. Maar het feit dat het apparaat het naderhand weer in volle glorie deed, gaf de doorslag. Ik ben echt wel technisch, stelde ik vast.
De volgende mijlpaal deed zich voor toen ik de hand wist te leggen op een busje contactspray. Mijn stapel tweedehandsapparatuur klonk weer als nieuw en ik was op afspraak te boeken voor eender welke reparatie. Mede door de contactspray groeide mijn knopjesego tot ongeziene proporties.
En toen ik die twee combineerde, contactspray én open en weer dichtschroeven, was the sky the limit. Niets kon mij nog van de wijs brengen. Ik vond mijzelf toen verdomd technisch.
Maar okee, je moet het lot niet tarten. Dus toen het agelopen half jaar drie dvd-spelers de geest gaven, was de magie uitgewerkt. Ik kon net zolang schroeven tot alle schroeven een keer op het vloerkleed hadden gelegen – de contactspray was allang op – maar het mocht niet baten.
Drie dvd-spelers, die ik als hoofd van de afdeling knopjes niet kon redden. Zucht. Er kwamen langzaam scheurtjes in mijn knopjesego.
En dan was er nog het telefoondebacle. Om een lang verhaal kort te houden: mijn speakertje heeft het binnen een half jaar begeven, waarschijnlijk na een val, en ik ben het garantiebewijs kwijt. Reparatie kost me 150 euro. En aangezien telefoontjes te petieterig zijn voor mijn Noord-Hollandse kleihanden, heb ik mij aan openschroeven en volspuiten niet gewaagd. Ik word heel zenuwachtig van kleine dingen.
Zodoende was van mijn knopjesego nog weinig over, en dat zinde me niet. Ik sloeg aan het brainstormen.
‘Yuri‘, zei ik.
‘Ja’, zei Yuri.
‘Als het nou zo is dat het geluid weg is, sinds ik ‘m heb laten vallen, zou ik ‘m dan niet gewoon nóg een keer moeten laten vallen om het weer goed te ‘butsen’?’
Yuri keek me wat schaapachtig aan. ‘Dat lijkt me niet zo’n goed idee.’
En hij had natuurlijk gelijk. Het kon alleen maar erger worden. De kans dat precies het juiste contactje op zijn plaats zou butsen, zonder dat een van de andere contactjes van hun plaats zouden butsen, was nihil.
Ik liet het idee rusten en probeerde onderwijl mijn verloren e-mail terug te vinden in de hoop dat ik het telefoontje alsnog met garantie kon laten maken. Maar toen gisteravond mijn reservetelefoon het voorgoed begaf en ik vaststelde dat de e-mail van de eerste helft van 2006 in het cyberse vastzat, kwam ik tot de slotsom dat het nu of nooit was. Ik ging dat telefoontje nu maken of anders… ja anders was ik geen knip voor mijn neus waard als hoofd van de afdeling knopjes.
Ik pakte mijn telefoon, laadde ‘m op en nam hem zelfverzekerd ter hand. Vervolgens tikte ik ‘m met enige kracht, als bij een onwillig eitje, tegen de rand van het tafelblad. Tik-tik.
Daarna belde ik mijn voicemail en ik hoorde een Vlaamse mevrouw zeggen: ‘U heeft één nieuw bericht.’ Ik hoorde die mevrouw dat zeggen. Ik had geluid. Mijn speakertje!
Dus bij deze wil ik u feestelijk mededelen dat er een vierde specialisme op het menu staat. Naast het befaamde openschroeven, de altijd effectieve contactspray en de niet te versmaden combinatie van die twee, kunt u mij nu ook bellen voor een ferme tik-tik.
Maar ik ben wel nie goekoop.
Wel nie!
Ze zei wel nie!
een mooi verhaal,
maar wat moet ik nou, met mn kapotte dvdspelers..?
@ Yuri: Ik integreer me rot.
@ gewebkijk: Dat is hogeschooltechniek, kom over een paar jaar nog ‘ns terug.
Heer Gewebkijk,
Pas de Zezunja-methode toe: geef er een dreun op!
Het is wel een ware kunst om erachter te komen wanneer welke methode gebruikt moet worden. Dus wanneer openschroeven en wanneer de ferme tik.. Als je daar goed in bent, bravo!
Nou nou Drs, Zo kort door de bocht kunt u echt niet gaan hoor; een dreun en een tik-tik zijn toch echt twee verschillende dingen.
Dat is al technischer als ik ben. Dus.
Dat is wel afgekeken van “The Fonz” hé, die deed dat al jaren met den juke-box van dat café uit “Happy Days”…
Maar soms werkt dat inderdaad, er ne goeie tik op geven!
Ik kende ook het geheim van contactspray, geweldig spul. Vroeger was niet alles beter, maar dat duidelijk wel.
Vanavond had ik ruzie met mijn afstandbediening. Hij liet mij steeds naar de videorecorder lopen omdat hij niet mee wilde werken.
Afijn, ik heb hem zodanig op zijn falie gegeven (lees: een keer mee op de grond gemept) en warempel… hij dut ut weer.
@Yuri: en “eender welke”!
Dat zeiden ze over mij vroeger ook, dat ik niet technisch was. En plots was ik praktisch. Niet helemaal hetzelfde natuurlijk. Maar van onhandig naar praktisch is toch ook al een heeele evolutie :)
Daarmee begin ik juist altijd. Eerst slaan, daarna zien we wel weer verder