Morgen komt er een nieuwe collega

Nu ik voor mijzelf ben begonnen, heb ik werk en werk ik dus met een ijzeren zelfdiscipline minimaal zeveneneenhalf uur per dag. ’s Ochtends om half tien zit ik achter mijn enorme bureau (hee, ik ben wel de CEO hè, dan heb je een groot bureau nódig) en pas na zessen mag de agenda dicht. Dat is een vast ritueel aan het eind van de dag: poef! Agenda dicht!

Sinds ik voor mezelf ben begonnen en elke dag in ons kantoortje achter het bureau kruip, heb ik ook collega’s. Meneer M en Mevrouw C maak ik elke dag minmaal zeveneneenhalf uur mee. En hoewel ze wat later beginnen dan ik, hebben ook zij een ijzeren dagindeling. Een dagindeling waar ik minimaal vijf dagen in de week mee geconfronteerd wordt en die wat mij betreft wel wat bijstelling verdient.

Zo staat mevrouw C elke dag om een uur of half elf roepend voor de deur. Ik zeg telkens: ‘Neem nou een sleutel mee!’, maar dat haalt niets uit. Ook wijs ik er steevast nog eens op dat we hadden afgesproken elke dag om half tien te beginnen. Maar mevrouw C slaat dan gewoon geen acht op mij. Om de volgende dag weer te laat te komen. Zonder sleutel.

Als mevrouw C eenmaal binnen is, gaat ze meestal eerst op zoek naar meneer M, wat ik niet begrijp want meneer M negeert haar altijd volkomen, tenzij hij zin heeft om de een of andere vrouw een fijne likbeurt te geven. Ik denk dat ze verliefd is, maar ik heb haar ook al gewaarschuwd: meneer M is volgens mij homo, dus daar valt geen land mee te bezeilen voor vrouwen zoals mevrouw C en ik. Hij houdt van likken, maar dat zegt niks.

Wanneer de twee elkaar begroet hebben en mevrouw C, wederom teleurgesteld door het gebrek aan aandacht van meneer M, naar de keuken loopt om koffie te halen, keert de rust over het algemeen weer. Hoewel ik niet het gevoel heb dat die twee veel uitvoeren ’s ochtends, maar dat kan ik moeilijk bewijzen.

Tegen een uur of twaalf, als ik net lekker op gang kom, wil mevrouw C vrijwel altijd bij mij op schoot zitten. Ik denk dat het iets met meneer M te maken heeft, en het verdriet dat hij haar bezorgt, maar ze wil er niets over zeggen. En omdat ik weet wat human resource management betekent, mag ze meestal wel even bij me komen zitten. Maar niet langer dan vijf minuutjes, want er moet ook nog gewerkt worden.

Mevrouw C houdt ervan om als ze bij mij zit met haar kaak langs mijn tepel te wrijven en ik vraag me altijd af wat meneer M daar wel niet van zal denken. Maar meneer M is rond die tijd gelukkig meestal langdurig van zijn plaats. Een ommetje maken, even naar de plee, dat soort dingen. En hoewel mevrouw C zo’n collega is, die als ze zelf even niks te doen heeft, jou van je werk houdt, lukt het me meestal wel om daarna nog een uurtje door te werken.

Om een uur of een komt Yuri doorgaans thuis om te lunchen. Meneer M loopt dan vaak al wat zenuwachtig heen en weer naar de voordeur, wat het vermoeden dat hij homo is natuurlijk alleen maar groter maakt. Vervolgens lopen mijn twee collega’s tijdens de lunch voortdurend om ons heen te dralen.

Ik heb ze wel eens gevraagd waarom ze zelf geen lunchpakket meenemen of waarom ze niet even bij het café op de hoek een broodje gaan eten, maar dan halen ze hun schouders op. Ik denk dat mevrouw C Yuri ook wel ziet zitten, hoewel dat misschien alleen maar een middel is om dichter in de buurt van meneer M te zijn, die immers goed bevriend is met Yuri. Verder staren ze bij de lunch vaak onafgebroken naar de randjes die wij van onze kaas afsnijden. Zodoende vindt Yuri mijn collega’s ook maar raar. Hoewel hij wel met ze overweg kan.

Vanaf twee uur wordt er meestal hard doorgewerkt tot een uur of half vier. Tenzij er die middag veel bussen met Japanners zijn uitgeladen, want dan staan meneer M en mevrouw C meestal wat uit het raam te staren; ze weten dat ze goed liggen bij toeristen. Die Japanners staan dan eindeloos met hun neus tegen het raam van ons kantoor geplakt om een glimp op te vangen van het heupgewieg van mevrouw C of de zinderende blik van meneer M. Ik ben daar niet zo blij mee, want ze lopen al een beetje naast hun schoenen, die twee.

Daarbij voeren ze in die tijd dus geen klap uit. Ik heb ze er wel eens op aangesproken, maar dan geven ze me meestal het gevoel dat ze hun heil maar bij die Japanners zoeken, omdat ze van mij geen waardering krijgen voor hun werk. Edoch, ik verwacht dat ze ook aan het eind van de middag nog hun steentje bijdragen. Al was het maar door de afwasmachine uit te ruimen of zo, zodat ik kan doorwerken.

Als ik mazzel heb, zijn ze ook na half vier nog met hun eigen klusjes bezig, maar steeds vaker gaan ze vanaf dat moment al aan mijn kop zeiken dat ze geen zin meer hebben en dat ze zo graag iets willen eten. ‘Tsjemig’, zeg ik dan, ‘jullie zijn echt de ergste collega’s die ik ooit heb gehad. Het is pas half vier! We moeten nog tweeëneenhalf uur!’ Maar dan kijken ze me aan alsof ik iets heel raars zeg.

Wat ik lullig vind, is dat de relatie tussen meneer M en mevrouw C tijdens het werk vaak heel koeltjes is, maar vanaf half vier ’s middags gaan ze ineens samenspannen. Met zijn tweeën tegen mij, me steeds weer afleiden met gezeur, tegen mijn benen duwen, in cirkels om me heen lopen, heel zielig kijken. En als ik er geen aandacht aan geef, zetten ze gewoon hun nagels in mijn onderbeen. Ook gaat mevrouw C vaak heel irritant achter mij op mijn stoel zitten en doet ze alsof zij daar als eerste zat, dus dan hebben we weer een arbeidsconflict. Het is jammer dat we hier geen vertrouwenspersoon hebben, anders zou ik een klacht indienen wegens intimidatie.

Vanaf ongeveer vijf uur mogen ze van mij afhaken – als ze die uren later maar inhalen. Maar dan willen ze dus dat à­k zorg dat zij iets te eten krijgen. Volgens meneer M en mevrouw C staat dat in hun contract, maar ik kan die contracten nergens terugvinden. Hoe dan ook, daardoor moet ik ophouden met werken om een maaltje te bereiden en vervolgens moet ik zélf overwerken om de geleden schade in te halen. Trouwens, ik draai ook vaak op voor hún werkjes, omdat ze om vijf uur gewoon alles uit hun handen laten vallen.
Meestal zit ik dan dus tot zes uur of half zeven in mijn eentje door te pezen. Nog nooit hebben zij mij daarvoor bedankt.

Ziedaar, zo ziet mijn dag met mijn collega’s eruit. Efficiënt is anders en zakelijk gezien lijd ik elke dag verlies op ze. Maar toch ben ik blij dat ik niet de hele dag alleen zit. Een goede collega is beter dan een verre vriend en soms zijn ze echt wel aardig.

En dan nu groot nieuws: morgen krijg ik een nieuwe collega. Meneer S, een jonge jongen die nog helemaal ingewerkt moet worden en die ik vast duizend keer opnieuw moet vertellen waar de wc is. Maar voor die tijd moet ik eerst nog een functioneringsgesprek met meneer M en mevrouw C houden om te voorkomen dat ze meneer S meeslepen in hun gelanterfant. Wish me luck!

12 januari 2007 | 5 reacties

«

»

Geef een antwoord

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

5 Reacties
  1. gewebkijk 12 januari 2007

    spannend…
    goodluck..!

  2. Ráchie 12 januari 2007

    Oeh… spannend, heel veel suc6 met je collega’s

  3. Mieke 13 januari 2007

    Tja, uiteindelijk komt het er toch altijd weer op neer dat ze doen wat ze zelf willen, niet wat jij wilt dat ze doen. Toch? :)

    Btw, een hond heeft een baas en een kat heeft personeel. Niet zo heel erg ver van de waarheid af vind ik zelf…

  4. Ex-buurvrouw 13 januari 2007

    geweeeeeeeeeeeeeeldig!

  5. roosje 13 januari 2007

    de zaak bloeit!

© 2020 Maartje Luif & KLEO, met dank aan Wannes Daemen • Leveringsvoorwaarden

Stuur een mailtje

Wil je meer informatie of heb je vragen? Mail mij!

Wordt verstuurd

Login met je gegevens

Je gegevens vergeten?