Interview met PP. Poppetje

PP. Poppetje was een bekende interviewer en het alter-ego van Jessica.

Sinds wanneer weblog je?
23 mei 1980
Dat logje kwam met enige vertraging op het net.

Wat was je eerste kennismaking met het verschijnsel webloggen?

Ik denk via Merel Roze. Ik heb een jaar of vier met Merel samengewerkt en ik geloof dat mijn zus en mijn nicht -die ook oud-collega’s van Merel zijn- mij vertelden dat ze een weblog had. Die begon ik toen te lezen.
Mijn eerste kennismaking met mijzelf als weblogger was een paar maanden later, november 2003. Ik had tot dan toe alleen wat weblogs gelézen, maar op een sombere novemberavond in een wat-zal-ik-nou-weer-eens-doen-stemming maakte ik plotseling een weblog aan bij punt.nl. Het verbaasde me zelf.

Waarom begon je ermee?

Door mijn stemming die avond. Ik dreigde me te gaan vervelen. Dat zou hooguit vijf minuten geduurd hebben, maar toch. Alleen al het moment van dreiging is voor mij genoeg iets dergelijks te beginnen. Op die manier belandde ik ooit op een cursus Pentjak Silat en zo begon ik met liedjes schrijven. En zo komt het ook dat ik soms tot mijn grote schrik ineens aan een prijsvraag zit mee te doen. Deze keer draaide dat dus uit op een weblog.
Daarnaast had ik zin om te freewheelen. Schrijven als beroep is net als lezen voor je examenlijst: voor je het weet is het niet leuk meer. Dat wilde ik voorkomen door er zomaar in het wilde weg wat op los te schrijven. Dat viel in het begin trouwens nog vies tegen, dat freewheelen. Vrij zijn bleek nog best moeilijk.

Met een naam als Zezunja ligt de vraag natuurlijk voor de hand: wat is een Zezunja?

Een Zezunja is een wat bang uitgevallen thrillseeker, een watje in bikkelkleren, een onverbeterlijke romantica die denkt dat ze rationeel en realistisch is en die tegelijkertijd en plein public voortdurend het tegendeel bewijst. Mocht je iets dergelijks in het wild tegenkomen: hoed je!

Hoe is die naam ontstaan? Niet iedereen kent het verhaal ;)

Dat was op eenzelfde avond als hierboven beschreven, maar dan langer geleden. Een avond waarop ik normaal gesproken een weblog begin, besluit Djembé te leren spelen of zelf mijn haren ga knippen. Op zo’n avond, ergens eind vorige eeuw, maakte ik een account aan in Utopia, een spel dat ik vervolgens járen heb gespeeld. Ik snapte de eerste dag nog de ballen van het spel, maar was gelijk al aangenaam verrast dat ik zoveel namen mocht bedenken. Één naam voor het koninkrijk, eentje voor je provincie en nog een voor jezelf. Ik was een elf-tovenaar en het spel was Amerikaans. Ik krabbelde wat op papier in een succesvolle breinbries en plots was daar Lady Zezunja The Sorceress. Daarna ben ik nooit meer van naam veranderd. Zezunja werd mijn alterego.

Hoe zou jij webloggen eigenlijk omschrijven en waar gaat het naar toe?

Ik heb er drie. Drie omschrijvingen.
Webloggen is een rage. Webloggen is niks. Webloggen is alles.

De eerste is een goede omschrijving. Een rage, een hype, een ijzersterk concept en tegelijkertijd een buitenproportioneel, zeepbelachtig fenomeen.

De tweede omschrijving, webloggen is niks, geef ik omdat webloggen zóveel tegelijk is, dat het – net als bij het woord kunst of het woord literatuur – in het geheel niet duidelijk is wat je ermee bedoelt, tenzij je tot in detail uitlegt waar je het over hebt. Dat maakt woorden niet erg bruikbaar. Omdat een linkdump niet met een lifelog te vergelijken valt, is het woord weblog een tamelijk hol begrip.

En dan de derde omschrijving: webloggen is alles. Als je met enige regelmaat iets op een internetsite zet -maakt niet uit wat- en je noemt dat een weblog, dan ís dat een weblog. Zo werkt het nou eenmaal. Van een blote kont tot een wanstaltige dichtregel: alles valt onder de noemer weblog. In die zin lijkt een weblog maar aan twee criteria te te hoeven voldoen. 1. je moet je website met een zekere regelmaat ‘aanvullen’, maar dat hoeft niet eens écht vaak te zijn. En 2. je moet het zelf een weblog noemen.

Waar het naartoe gaat? Ik denk dat steeds meer mensen met enige regelmaat iets op internet gaan gooien. De vervuiling zal alleen maar toenemen, maar de parels worden vermoedelijk ook talrijker. En hoe meer verschijningsvormen er komen, hoe meer ik betwijfel of al die verschillende soorten sites onder één noemer blijven vallen. Het woord ‘weblog’ gaat sneuvelen, denk ik. Hoop ik.

Je hebt een journalistieke achtergrond, heeft dat je webloggen beïnvloed?

Ja. Ik geef les in het schrijven van alle mogelijke journalistiek genres. Reportages, columns, recensies, nieuwsberichten, enzovoort, et cetera. Uit al die genres gebruik ik wel wat stijlmiddelen, trucjes of principes. Tegelijkertijd probeer ik ook al die stramienen juist een beetje los te laten. Anders ben ik toch weer aan het werk. Een gedicht schrijven is soms ook wel eens lekker. Of een fijne zeurbrief.

Je zingt ook in een band, is er verschil tussen een logje en een liedje schrijven? En zo ja wat?

Ja. Hoewel ik soms dezelfde onderwerpen gebruik in liedjes als in logjes, is de taal die je hanteert heel anders. Bij liedjes moet het ritme van de woorden passen bij het ritme van de muziek. Logisch, maar dat beperkt je wél. Een logje mag veel meer zijn eigen weg vinden.
Maar in liedjes mag je dan weer eindeloos herhalen, dat is ook fijn. En je mag de grootst mogelijke onzin opschrijven, want dat is heel normaal in popmuziek.

Je flirt nog wel eens met aandachtsinkoppertjes: is alles geoorloofd binnen de weblograce om de aandacht?

Webloggen is leuk bij de gratie van aandacht, net als de journalistiek. Anders kan ik net zo goed mijn schrijfsels op mijn C-schijf opslaan.
En flirten is altíjd leuk.
Dus ja. In liefde, oorlog én webloggen is álles geoorloofd.

Sinds maart dit jaar word je log opgevrolijkt met De een en de Ander. Kun je die aan ons voorstellen?

De Een en De Ander zijn de figuurtjes die je krijgt als je een Zezunja poppetjes laat tekenen. Een gemiddelde Zezunja kan namelijk helemaal niet tekenen en probeert de schade te beperken door te bezuinigen op zaken als mond en ledematen.
De naam De Een en De Ander ontlenen ze aan een dichtbundel van Toon Tellegen. De poppetjes die ik teken komen in een concreet soort abstractie wel een beetje overeen met de figuurtjes in de (schitterende) dichtbundel van Tellegen.

Een voorbeeldje uit de bundel.

Ik ben dood, zegt de een.
Hoe kóm je erbij, zegt de ander

en gaat naast de een zitten
legt hem uit wat hij wel is,
slaat zijn armen om hem heen,
streelt hem,
wiegt hem,
slingert hem in het rond.
valt met hem op de grond,
probeert zich los te wringen,
hijgt, schreeuwt – alles aan hem doet pijn –

want niets is zo ingewikkeld
als niet dood zijn.

(Uit: De een en de ander, Toon Tellegen, Querido, 2001)

Is er iets dat je niet kan maar erg graag zou kunnen?

Rijk worden.

Heb je een held op dat gebied?

De Delfzijler die de grootste individuele loterijprijs in Nederland ooit won. Hij is mijn grote voorbeeld.

Heb je iets dat je heel goed kan maar wat je liever niet had gekund?

Actiefilms naspelen in mijn slaap. Dat kan voor mijzelf en mijn lief leiden tot een ware slijtageslag.

Wat wil je worden als je later groot bent? ;)

Oud -met mijn lief. Prof-zangeres. En zó rijk dat ik een huis met acht kamers, een bootje en een cadeautje voor mijn lief kan kopen.

En als laatste: iedere gast mag altijd een wedervraag stellen:
What’s yours?

Ik pik er eentje van jou, met uw welnemen.
Hoe is je naam ontstaan? Niet iedereen kent het verhaal. ;-)

Heel fijn dat u onze gast wilde zijn, als je nog even blijft trekken we de cognac open ;)
Ah, cognac, waarom zeg je dat nu pas?

15 oktober 2005 | Geen reacties

«

»

Geef een antwoord

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

0 Reacties

© 2020 Maartje Luif & KLEO, met dank aan Wannes Daemen • Leveringsvoorwaarden

Stuur een mailtje

Wil je meer informatie of heb je vragen? Mail mij!

Wordt verstuurd

Login met je gegevens

Je gegevens vergeten?